4. Algemene uitkering septembercirculaire 2023-2027

4.1 Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Algemene uitkering

Binnen het gemeentefonds is de Algemene Uitkering de grootste component. In dit hoofdstuk informeren wij u over de financiële ontwikkelingen welke zijn opgenomen in de Septembercirculaire over de Algemene Uitkering van het gemeentefonds 2023. De Septembercirculaire wordt gepubliceerd na de Prinsjesdag (3e dinsdag van september) en bevat informatie over de gemeentefondsuitkeringen voor 2023 en verder, gebaseerd op de besluitvorming van het Rijk. De bijdrage uit het gemeentefonds voor de gemeente Geertruidenberg bedraagt voor 2023 ruim € 40.000.000.

 

De circulaire geeft informatie over de aanleiding voor die wijzigingen en over de uitwerking ervan vanaf 2023 tot en met 2028. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van het accres. Op basis van de keuzes uit het coalitieakkoord en aanvullende afspraken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het accres voor de jaren tot en met 2025 gesplitst in een vaststaand volumedeel en een loon- en prijsdeel dat per circulaire bijgesteld wordt op basis van de laatste inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) over de loon- en prijsontwikkeling.

In het coalitieakkoord is besloten om het accres vanaf 2026 niet langer te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Voor 2026 en verder is het accres gesplitst in een vaststaand volumedeel en een loon- en prijsdeel dat per circulaire wordt geactualiseerd op basis van de laatste inzichten van het CPB over de loon- en prijsontwikkeling. Het kabinet heeft, als uitwerking van het coalitieakkoord, besloten dat het gemeente- en provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd worden op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). In deze vooraankondiging van het rijk over een nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden zijn er voor de jaren na 2025 aanzienlijke financiële onzekerheden en bemoeilijken het maken van een betrouwbare prognose van de algemene uitkering vanaf 2026.

 

Vooralsnog is de Algemene Uitkering 2023 hoger dan eerder, op basis van de Meicirculaire, berekend. De ontwikkeling van de Algemene Uitkering 2024 - 2027 is, vanwege het incidentele karakter van Turap 2023-2 , opgenomen in de meerjarenbegroting 2024-2027.  

4.2 Ontwikkelingen

Algemene uitkering van het Gemeentefonds (septembercirculaire 2023)

Terug naar navigatie - Algemene uitkering van het Gemeentefonds (septembercirculaire 2023)

Accres

De jaarlijkse toe- en afname van het gemeentefonds die voortvloeit uit de koppeling aan de rijksuitgaven wordt het accres genoemd.  Vandaar dat de ontwikkeling van de Algemene Uitkering (AU) van het gemeentefonds voor onze gemeente voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van het accres. In deze circulaire is een nieuwe accresraming opgenomen voor het jaar 2023 en verder.

 

Wijzigingen in de om vang van de algemene uitkering kunnen bestaan uit: 
1. Algemene mutaties; 
Deze mutaties hebben betekenis voor de financiële ruimte van de gemeenten, zonder veranderingen in het takenpakket.
2. Taakmutaties;
Deze mutaties hebben betrekking op taakmutaties bij gemeenten en hebben corresponderende gevolgen voor inkomsten of uitgaven. 

 

Ten opzichte van de Meicirculaire neemt de Algemene Uitkering toe met ongeveer € 626.000. De toename wordt voor grofweg € 400.000 veroorzaakt door de actualisatie van het aantal eenheden waarmee gerekend wordt (met name toename inwoners, ouderen en loonkostensubsidies * de uitkeringsfactor van de september circulaire ) en voor ongeveer € 226.000 door de stijging van de uitkeringsfactor met 7 punten. De belangrijkste oorzaak van de toename is de afrekening van de ruimte onder het plafonds BCF. Landelijk wordt € 359 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd.

Tegenover deze toename staan geen specifieke taakmutaties zodat er geen claim gelegd hoeft te worden op de budgetten.  

 

Uitkeringsfactor

De uitkeringsfactor is de voor alle gemeenten gelijke vermenigvuldigingsfactor die wordt berekend door de som van de algemene uitkering, de ozb-maatstaven en de overige uitkeringsonderdelen (circa € 35 miljard in 2023) te delen door de uitkeringsbasis (circa € 29,5 miljard). De – landelijke - uitkeringsbasis is berekend door van alle maatstaven de aantallen te vermenigvuldigen met het bijbehorende bedrag per eenheid; er is ook een uitkeringsbasis voor elke gemeente (het product van de gemeentelijke aantallen en de bedragen per eenheid). De uitkeringsfactor verschilt per uitkeringsjaar.

 

De algemene uitkering wordt berekend op basis van de formule A x B = C x D = E

Hierbij staat A voor de maatstaf zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners van 22.099 . B staat voor het gewicht van de maatstaf zoals bijvoorbeeld € 375,94 per inwoner. De uitkomst (C) wordt vervolgens vermenigvuldigd met de Uitkeringsfactor (D) zoals bijvoorbeeld 1,311 en zo weten we dat we voor het totale aantal inwoners een AU ontvangen van € 10.890.000 (E).  Deze berekening maken we voor in totaal 37 maatstaven.

 

Berekening uitkeringsfactoren (UF) in constante prijzen

In de septembercirculaire 2023 is de UF opgenomen voor de begroting 2023. In deze najaarsnota worden deze geactualiseerd naar de stand september 2023. In onderstaande tabel is de netto toename van de UF opgenomen.

 

  2023
UF mei 2023 1,304
UF september 2023 1,311
Toename in punten 7
Toename in €  € 227.000

 

 

 

4.3 Tabel

Berekening algemene uitkering 2023

Terug naar navigatie - Berekening algemene uitkering 2023

 

                              Verschil
  2023
Algemene uitkering algemeen             626.000 V
Algemene uitkering (overheveling  3D's) 27.000 V
Totaal Bruto 653.000 V
Aanpassing exploitatiebudgetten / claims in Algemene Uitkering  
Participatiebudget (Mid-Zuid) 27.000 N
   
Totaal Netto 626.000 V