We zetten in op preventieve maatregelen zodat er minder dure hulp ingezet hoeft te worden. We stimuleren de vitaliteit onder inwoners. Zowel fysiek, mentaal als sociaal. We versterken de financiële zelfredzaamheid. We investeren in het perspectief voor jongeren en hun stap naar volwaardige deelname én bijdrage aan de samenleving. Ondertussen werken we aan de sociale cohesie in die samenleving. Door de sociale- en zorginfrastructuur in de wijk te versterken, en maatschappelijke en buurt-initiatieven te stimuleren, vergroten we de veerkracht en het zelfoplossend vermogen.
Er ligt een flinke opgave die we alleen samen, mét inwoners en partners, op kunnen pakken. En die vraagt om aanzienlijke investeringen in de komende vier jaar.
In de primaire begroting is hierop al voorgesorteerd door een ontwikkelbudget te vormen uit een aantal kleinere, nog niet gelabelde, budgetten voor nieuw sociaal beleid en een claim te leggen op de POK-gelden die door de landelijke overheid beschikbaar zijn gesteld voor het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening.
Daarbij is aangegeven dat we de besteding van het ontwikkelbudget bij de herziene begroting verantwoorden. Vandaar dat we in de toelichting op de begrotingsmutatie ook een uitleg geven over de begrotingsposten die worden gedekt door het ontwikkelbudget.
Samengevat investeren we extra in :
In lijn met de begroting doen we daarvoor onder andere de volgende extra inspanningen:
• Stimuleren van een gezonde en actieve leefstijl, onder meer met sporten en bewegen
De focus ligt hierbij op de vernieuwing van het sport (en beweeg-) beleid. Onze gemeente heeft een hoog voorzieningenniveau van verenigingen terwijl uit onderzoeken blijkt dat steeds minder mensen zich aansluiten bij een vereniging maar meer individueel in de openbare ruimte sporten. We zetten in op de doorontwikkeling van buurtsport, en willen we sport inzetten als preventief middel zowel voor de fysieke als de sociale component. We zorgen dat inwoners (meer) worden uitgedaagd om te bewegen en kiezen voor gezonde opties. Nieuwe ontwikkelingen worden hier in meegenomen, zoals het gebruik van de openbare ruimte om te bewegen en nudging.
We willen ook de ondersteuning aan verenigingen moderniseren en meer in lijn brengen met de opgave. Zo onderzoeken we de inrichting van een sport- vastgoedbedrijf en maken we een nieuwe subsidieprogramma met duidelijke randvoorwaarden voor de subsidiering van verenigingen en maatschappelijke initiatieven.
• Aanpak van (dreigende) schulden en armoede
De bestaanszekerheid komt de komende jaren voor een steeds grotere groep inwoners onder druk te staan. We investeren daarom in de ontwikkeling van integrale schuldhulpverlening, waaronder de inzet van budgetcoaches, en het realiseren van een structureel vangnet. Het inmiddels gerealiseerde noodfonds is hierin een concrete eerste stap.
• Versterking van de ondersteuning aan jongeren, kinderen en ouders
Er wordt extra inzet gepleegd op de gelijke kansen voor kinderen en jongeren. We doen dit vooral ook samen met jongeren. De dialoog met jongeren krijgt dan ook extra aandacht. We zetten in op jongerenparticipatie en de inzet van ervaringsdeskundigheid. Het onderwijs vervult, als 2e leefomgeving van kinderen, een belangrijke rol in het leven van kinderen en jongeren. We investeren extra in de samenwerking met onderwijs, met name gericht op het voorkomen of terugdringen van onderwijsachterstanden. Daarnaast zetten we in op versterking en verbreding van de maatschappelijke functie van, met name basisscholen, in hun directe omgeving. We werken aan een nieuw regionaal jeugdstelsel dat de oplopende inzet van jeugdzorg moet remmen door te zorgen dat ondersteuning eerder, lichter en makkelijker beschikbaar is én inwoners en professionals beter accepteren dat hobbels bij het leven horen. Met de uitvoering van al deze maatregelen verwachten we een inverdieneffect op de inzet van jeugdhulp. De verwachting is dat door deze kwaliteitsimpuls de kosten voor jeugdhulp worden geremd.
• Preventieve aanpak om het ontstaan van problemen te voorkomen
Inspanningen richten zich enerzijds vooral op het stimuleren van een meer preventieve aanpak, en anderzijds op een bredere, integrale aanpak in een nauwe samenwerking tussen de betrokken inwoner(s), hun directe netwerk en informele en formele ondersteuning. Preventie vraagt meer zicht op kwetsbare inwoners en maatschappelijke vraagstukken en het, continu, in beeld brengen van de resultaten die behaald worden (Monitor & effectmeting). De komende jaren kunnen we rekenen op veel landelijke middelen die beschikbaar komen voor tal van maatschappelijke vraagstukken. Het aanvragen en inzetten van die middelen vraagt extra inzet en aandacht.
Professionele expertise willen we eerder inzetten met meer aandacht voor (dreigende) problemen, en als onderdeel van integrale aanpak, samen de betrokken inwoners(s), het directe sociale netwerk en andere betrokkenen vanuit informele en formele zorg.
• Ondersteunen van maatschappelijke initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen
Inspanningen richten zich op de verbinding met en tussen inwoners en maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen. Hiervoor willen we onder meer wijkgericht werken verder ontwikkelen. Centraal daarin staat de benodigde sociale infrastructuur als het gaat om ontmoeten en activiteiten, het stimuleren maatschappelijke initiatieven, het initiëren van zorg in de wijk en het stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet zoals mantelzorg.
Ook voor zorg zetten we wijk meer centraal. We gaan aan de slag met zorg in de wijk en versterken samen met inwoners en partners de verbinding tussen het sociaal domein en het medisch domein. We bouwen door op de goede ervaringen die er bijvoorbeeld zijn met de wijk-GGD-er en de praktijkondersteuner jeugd (POH-Jeugd) en onderzoeken de inzet van nieuwe concepten zoals Welzijn op recept. Daarbij hoort ook de heroriëntatie op de huishoudelijke zorg.
Ook vanwege het oplopende tekort aan arbeidskrachten moeten we er beter voor zorgen dat de beschikbare hulp bij de inwoners terecht komt die die het hardst nodig hebben.
• Het versterken van de basisondersteuning om participatie te waarborgen
Inspanningen zijn onder meer gericht op het ontwikkelen van de basisondersteuning en het her-inrichten van Welzijn. Toegangsloketten voor vrij toegankelijke zorg moeten bekend en goed bereikbaar zijn. Hiervoor gaan de verschillende loketten in onze gemeente zich doorontwikkelen naar lokale dorpsteams. Hier is een brede expertise beschikbaar zodat direct met de goede professional het goede gesprek gevoerd kan worden en passende ondersteuning beschikbaar is. Om deze beweging te maken is het noodzakelijk om betere cijfers te krijgen over vraag, aanbod en productie van zorg en ondersteuning. We investeren in de monitoring en effectmeting van onze inspanningen door een passend en relevant dashboard te ontwikkelen.
De waarborg voor participatie vraagt expliciete aandacht op bestuurlijk en strategisch niveau. We leggen een stevigere verbinding tussen de WMO (begeleiding), participatie en inburgering waardoor een brede participatie en effectievere integratie plaatsvindt. Inspanningen richten zich onder meer op de verbreding van het aanbod voor (lokale) dagbesteding/ werkervaringsplekken Met het oog op de verwachte toenemende instroom van statushouders investeren we in extra capaciteit in de uitvoering.