Paragraaf A - Lokale heffingen

Paragraaf A - Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf A - Lokale heffingen

In deze paragraaf geven we een specificatie van de lokale heffingen en belastingen. We splitsen deze uit naar beleid en hoofdlijnen met daarin de onderstaande genoemde onderdelen:
a.      de geraamde inkomsten; 
b.      het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; 
c.      een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd. 
d.      een aanduiding van de lokale lastendruk; 
e.      een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

 

Beleid en hoofdlijnen
De heffingen die tot (woon)lasten leiden zijn:
onroerende zaakbelastingen:
•    voor eigenaren van woningen;
•    voor gebruikers en eigenaren van niet-woningen;
•    afvalstoffenheffing;
•    rioolheffing.

De overige heffingen betreffen:
•    hondenbelasting
•    lijkbezorgingsrechten
•    leges 
•    precariobelasting
•    havengelden
•    marktgelden
•    (woon)schepenrechten
•    toeristen- en watertoeristenbelasting

 

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De gemeenten zijn op basis van de voorschriften in het BBV, verplicht om in de paragraaf lokale heffingen een overzicht van baten en lasten op te nemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Concreet is dit het geval bij de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de lijkbezorgingsrechten, de leges, de havengelden, de marktgelden en de woonschepenrechten. 
Als gevolg van de wijzigingen in het BBV mag de overhead voortaan niet meer worden verantwoord op de taakvelden. Deze mogen echter wel (extracomptabel) worden meegenomen in de tarieven en de onderbouwing daarvan. De totale overhead staat opgenomen in het nieuwe “Overzicht overhead” in de begroting. De berekening van de overhead gebeurt extracomptabel op basis van de een procentuele toerekening van de tijd en salariskosten die door de diverse medewerkers aan de taakvelden wordt besteed. Voor medewerkers binnendienst is het overheadpercentage 65% en voor de buitendienst 35%.

Onroerende zaakbelastingen 
De opbrengst van 2023 wordt met 1% verhoogd in verband met de dekking van de investeringen van het Integraal Huisvestigingsplan Onderwijs. Hierover is in 2020 besloten. Daarnaast worden de OZB-opbrengsten verhoogd met de inflatiecorrectie welke voor 2023 wordt ingeschat op 5%. Voor niet- woningen wordt dezelfde verhoging toegepast. In de raadsinformatiebrief “financiële gevolgen vaststellingsovereenkomst Amer Centrale” werd al aangegeven dat er een tekort ontstaat in voor de ozb niet-woning opbrengsten vanaf 2021. Om dit tekort op te vangen is een extra verhoging van 1% nodig. 
Ten behoeve van nieuw beleid is er ruimte gecreëerd met een verhoging van 3%. Wanneer en voor zover na doorrekening van de definitieve septembercirculaire 2022 blijkt dat daaruit een voordeel ontstaat, zal deze extra stijging komen te vervallen. Vooralsnog wordt de opbrengst in totaal met 10% verhoogd.

 

Bij de gebruikers van niet- woningen wordt rekening gehouden met een lagere waarde vanwege leegstand en amendement De Pater. Het gaat hierbij om een waarde van € 55 miljoen, waar geen onroerende zaakbelasting voor in rekening kan worden gebracht.    
Voor de waarde ontwikkeling van de woningen wordt aangesloten bij het percentage zoals door het ministerie berekend bij de opstelling van de meicirculaire van het gemeentefonds. Dat is 13%. Voor niet-woningen stijgt de waarde ten opzichte van 2022 met 1%. 

             

 

OZB opbrengst 2022

 OZB opbrengst 2023

WOZ waarde 2022

(begroting)

WOZ waarde 2022

(werkelijk)

ontwikkeling WOZ waarde

 WOZ waarde 2023

Tarief

2023

Eigenaar woning

3.008.000 3.320.000 2.800.000.000 2.841.000.000 13% 3.200.000.000 0,1038%

Eigenaar niet-woning

2.248.000 2.363.000 739.000.000 703.000.000 1% 700.000.000 0.3376%

Gebruiker niet-woning*

1.652.000 1.723.000 684.000.000 689.000.000 1% 645.000.000 0.2671%
 

6.908.000

7.406.000          

* = voor de berekening tarief niet-woning gebruiker is rekening gehouden met voor leegstand en amendement de Pater ten bedrage van € 55 miljoen voor 2023
 
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 
Het saldo van de baten en lasten van de exploitatie afval (de inzameling van huisvuil, de milieustraat en het containermanagement) brengen we in rekening bij de inwoners. Dat doen we via de afvalstoffenheffing. Het uitgangspunt is om 100% van de kosten, inclusief btw en overhead, in rekening te brengen. De heffing mogen we wettelijk gezien alleen inzetten voor de dekking van de kosten van afvalinzameling en afvalverwerking. We mogen er geen winst op maken. Een overschot of tekort storten we in of onttrekken we aan de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing (gesloten financiering).

Duidelijk is inmiddels dat de kosten voor inzameling en verwerking van een deel van de afvalstromen met (meer dan) 7,5% stijgen. Vandaar dat voorgesteld wordt om de tarieven 2,5% extra te laten stijgen, dus in totaal 7,5%, waarmee ook 100% kostendekkendheid wordt gerealiseerd. 

 

Berekening van kostendekkendheid van de Afvalstoffenheffing

Reinigingsdienst huisvuil

1.259.000

Milieustraat

538.000

Containermanagement

317.000

Netto kosten taakveld

2.114.000

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

Overhead

119.000

BTW

463.000

Onttrekking uit de voorziening Afvalstoffenheffing

-138.000

Totale kosten

444.000

 

 

Opbrengst heffingen

2.558.000

 

 

Dekkingspercentage

100%

 

Rioolheffing 
Voor 2023 kan met een verhoging van 3% de kostenontwikkeling worden opgevangen door de gesloten financiering van de exploitatiecijfers riolering. Met het lagere percentage wordt de stijging binnen de afvalstoffenheffing enigszins gecompenseerd. Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2023 geven wij in onderstaande tabel weer:

 

Berekening van kostendekkendheid van de Rioolheffing

Riolering afvalwater en hemelwater

626.000

Riolering grondwater

26.000

Overige rioleringslasten waaronder kapitaallasten 

1.125.000

Rioolaansluitingen

0

Netto kosten taakveld

1.777.000

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

Overhead

303.000

BTW

236.000

Toevoeging aan de voorziening rioolheffing

84.000

Totale kosten

623.000

 

 

Opbrengst heffingen

2.400.000

 

 

Dekkingspercentage

100%

 

Overige rechten, heffingen en belastingen
De overige rechten, heffingen en belastingen betreffen de hondenbelasting, lijkbezorgingsrechten, leges, precariobelasting, havengelden, marktgelden, woonschepenrechten en toeristen- en watertoeristenbelasting stijgen met 5% inflatiepercentage.  Bij de uit de begroting voortvloeiende tarievenvaststelling worden de tarieven waar mogelijk trendmatig verhoogd. 

 

Hondenbelasting
De hondenbelasting wordt met 5% inflatiecorrectie verhoogd. 

 

Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten zijn rechten die in rekening gebracht worden voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van urnen en het onderhoud van graven op de gemeentelijke begraafplaatsen. We stellen voor de tarieven voor 2023 met 5% te verhogen en daarbij naar beneden af te ronden op hele euro’s. Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2023 geven wij in onderstaande tabel weer: 

Berekening van kostendekkendheid van Lijkbezorgingsrechten

Algemene begraafplaatsen

84.000

Netto kosten taakveld

84.000

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

Overhead

18.000

BTW

9.200

Totale kosten

111.200

 

 

Opbrengst heffingen

48.000

 

 

Dekkingspercentage

43%

 

Leges 
Wij leveren diverse diensten en producten zoals paspoorten, rijbewijzen, uittreksels en (omgevings)vergunningen, waarvoor wij een vergoeding (leges) vragen. De tarieven inzake leges verhogen we, alleen daar waar mogelijk, slechts trendmatig en worden in rekening gebracht volgens de Legesverordening. Dit met uitzondering van de tarieven die van Rijkswege worden vastgesteld, zoals bijvoorbeeld de uitgifte van paspoorten en rijbewijzen.  De Legesverordening 2023 wordt in december 2022 vastgesteld. Afhankelijk van de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023 wordt hoofdstuk 2 aangepast. Hoofdstuk 2 is kostenneutraal gebudgetteerd. 

Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2023 geven wij in de tabel op de volgende pagina weer, eerst per hoofdstuk, daarna ook per hoofdstuk gespecificeerd:

 

Samenvatting titel 1,2 en 3

 

Recapitulatie Titel 1, 2 en 3

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

Kostendekking Titel 1

€ 142.099

€ 80.914

€ 223.013

€ 175.967

78,90%

Kostendekking Titel 2

€ 255.180

€ 210.002

€ 465.182

€ 461.900

99,29%

Kostendekking Titel 3

€ 43.400

€ 35.717

€ 79.117

€ 8.599

10,87%

Kostendekking totale tarieventabel

€ 440.679

€ 326.633

€ 767.312

€ 646.466

84,25%

 

De kostendekkendheid van gemeente Geertruidenberg voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.

 

Titel 1 algemene dienstverlening

Titel 1 Algemene dienstverlening

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

hoofdstuk

1

Burgerlijke Stand

€ 10.072

€ 11.460

€ 21.532

€ 26.993

125,36%

hoofdstuk

2

Reisdocumenten

€ 29.571

€ 12.031

€ 41.602

€ 36.983

88,90%

hoofdstuk

3

Rijbewijzen

€ 56.906

€ 28.350

€ 85.256

€ 68.022

79,79%

hoofdstuk

4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

€ 11.583

€ 13.180

€ 24.763

€ 15.005

60,59%

hoofdstuk

5

Vervallen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

6

Bestuursstukken

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

7

Vastgoedinformatie

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

8

Overige publiekszaken

€ 3.726

€ 1.965

€ 5.691

€ 3.928

69,02%

hoofdstuk

9

Gemeentearchief

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

10

Vervallen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

11

Kansspelen

€ 119

€ 135

€ 254

€ 38

14,96%

hoofdstuk

12

Leegstandwet

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

13

Kabels en leidingen

€ 23.869

€ 6.677

€ 30.546

€ 18.987

62,16%

hoofdstuk

14

Verkeer en vervoer

€ 6.253

€ 7.116

€ 13.369

€ 6.011

44,96%

hoofdstuk

15

Diversen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Titel 1

€ 142.099

€ 80.914

€ 223.013

€ 175.967

78,90%

 

Titel 2 dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

€ 1.423

€ 1.171

€ 2.594

€ 1.155

44,53%

hoofdstuk

3

Omgevingsvergunning

€ 253.757

€ 208.831

€ 462.588

€ 460.745

99,60%

hoofdstuk

4

Vermindering

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

5

Teruggaaf

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

6

Intrekking omgevingsvergunning

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

9

Sloopmeldingen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

10

In deze titel niet benoemde beschikking 

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Titel 2

€ 255.180

€ 210.002

€ 465.182

€ 461.900

99,29%

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn

Titel 3 Europese dienstenrichtlijn

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

hoofdstuk

1

Horeca

€ 8.209

€ 6.756

€ 14.965

€ 7.553

50,47%

hoofdstuk

2

Algemene Plaatselijke Verordening (evenementen)

€ 35.027

€ 28.826

€ 63.853

€ 1.008

1,58%

hoofdstuk

3

Brandbeveiligingsverordening

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

4

Winkeltijdenwet

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

hoofdstuk

5

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 164

€ 135

€ 299

€ 38

12,71%

Kostendekking Titel 3

€ 43.400

€ 35.717

€ 79.117

€ 8.599

10,87%

 

Precariobelasting 
De precariotarieven zijn trendmatig verhoogd met 5% (inflatiecorrectie).
 
Havengelden 
Voor het (tijdelijk) mogen gebruiken van de gemeentelijke (passanten)haven vragen we een vergoeding. Deze havengelden bestemmen we voor het onderhouden en faciliteren van de havens.
Momenteel kan de beroepsbinnenvaart gebruik maken van twee ligplaatsvoorzieningen, te weten die in de kern Geertruidenberg (Timmersteekade) en die in de kern Raamsdonksveer (Reenweg). Ook kan men op een aantal andere plekken in de Donge aanleggen. De tarieven voor de havengelden zijn opgenomen in de Verordening binnenhavengeld.
Het havengeld berekenen we op basis van de grootte van het schip en de duur van het gebruik. De havenmeester int de havengelden bij de gebruikers van de verschillende gemeentelijke havens.
Ook hier is de trendmatige verhoging met 5% toegepast, zijnde de inflatiecorrectie. Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2023 geven wij in onderstaande tabellen (havengelden en binnenhavengelden) weer.

Woonschepenrechten
Een recht wordt geheven voor het innemen van een ligplaats met een (historisch) woonschip binnen de gemeentelijke wateren. De tarieven stijgen met 5% inflatiecorrectie. 

 

Berekening van kostendekkendheid van Havengelden en woonschepenrechten

Diverse lasten passantenhaven en ligplaatsvoorzieningen inclusief BTW

69.000

Overige inkomsten binnenhavens

-10.000

Netto kosten taakveld

59.000

Overhead

0

Totale kosten

59.000

 

 

Opbrengst (diverse) heffingen en pachten

38.000

 

 

Dekkingspercentage

64%

 

Marktgelden
De gemeente heeft drie weekmarkten op drie verschillende locaties: de Oude Melkhaven te Raamsdonk, het Heereplein te Raamsdonksveer en de Markt te Geertruidenberg. Voor het innemen van een standplaats op de aangewezen plaatsten heffen we marktgeld volgens de Verordening Marktgelden. De hoogte van de marktgelden is afhankelijk van de oppervlakte van een standplaats. Deze marktgelden gebruiken we voor het huren van marktkramen, de locaties van de markten te onderhouden en schoon te maken. De tarieven marktgeld worden voor het eerst sinds drie jaar met 5% voor het belastingjaar 2023 verhoogd. 

 

Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2023 geven wij in onderstaande tabel weer:

 

Berekening van kostendekkendheid van Marktgelden

Exploitatielasten markten

38.700

Netto kosten taakveld

38.700

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

Overhead

19.700

Totale kosten

58.400

 

 

Opbrengst heffingen

12.000

 

 

Dekkingspercentage

20,54%

 

Toeristen- en watertoeristenbelasting 2023 en 2024
Vanaf 2020 wordt een toeristenbelasting en watertoeristenbelasting geheven. Hierin wordt een belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting of per etmaal binnen de gemeente. Het tarief wordt ten opzichte van 2022 niet verhoogd en blijft  € 1,50 per overnachting of per etmaal. 
Tevens wordt het tarief voor 2024 voorgesteld op € 1,60. Ondernemers hebben baat bij het beschikbaar hebben van de tarieven voor twee jaar om zo toekomstige boekingen te kunnen doen. 
 
Lokale lastendruk
Hieronder gaan wij in op de gevolgen van één en ander voor de lokale lastendruk van de burgers. Door het feit dat we voor zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing gedifferentieerde tarieven hanteren, hebben wij er voor gekozen om een beeld te geven van de indicatieve gevolgen voor een "gemiddeld" gezin. Hierbij gaan wij er voor de OZB vanuit dat het tarief voor de eigenaar van een woning 0,1038% bedraagt. Bij zowel de rioolheffing-gebruik, rioolheffing-eigendom als afvalstoffenheffing zijn het de tarieven zoals opgenomen bij het belastingvoorstel.
Bij onderstaande indicatie gaan we uit van een gezin van 3 personen met een eigen woning met een WOZ-waarde van € 316.000 in 2023 (waardepeildatum 1-1-2022).

 

3-persoonshuishouden (eigenaar)

2022

2023

 

 

 

woz waarde woning

280.000 316.000

 

   

OZB eigendom

300,72 327,69

Rioolrecht gebruik

56,40 58,08

Rioolrecht eigendom

152,40 166,56

Afvalstoffenheffing

258,60 282,23

 

768,12 834,56

 

Voor niet- woningen is in onderstaand overzicht de lastendruk van een niet-woning opgenomen met een WOZ waarde van € 505.000  voor 2023 (waardepeildatum 1-1-2022).

 

Niet-woningen

2022

2023

 

 

 

woz waarde niet-woning

500.000 505.000

 

   

OZB eigendom

1.520,50 1.704,38

OZB gebruiker

1.286,50 1.348,85

Rioolrecht gebruik

77,16 84,48

Rioolrecht eigendom

152,40 166,56

 

3.036,56 3.304,27

 

Onbenutte belastingcapaciteit 
Om bij het Rijk toegelaten te worden als zgn. art 12-gemeente (= gemeente in financieel noodlijdende positie) dient een gemeente te voldoen aan een redelijk peil van het zgn. belastingpakket. Om dat te kunnen beoordelen moet duidelijk zijn welke eigen inkomsten daarbij worden betrokken en wat een redelijk peil is. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
1.    de onroerende zaakbelastingen (OZB);
2.    de rioolheffingen;
3.    de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten.

 

Onroerende zaakbelastingen
Het landelijk percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2023 vastgesteld op 0,1729%.

Het gewogen gemiddelde OZB-tarief ofwel het percentage voor de toelating tot artikel 12 moet op de volgende wijze worden berekend: 

(PEW x WW + PGNW x WNWG + PENW x WNWE) / (WW+WNWG+WNWE) 

waarbij: 

PEW = OZB-percentage eigenaar woning; 
PGNW = OZB-percentage gebruiker niet-woning; 
PENW = OZB-percentage eigenaar niet-woning; 
WW = waarde woningen; 
WNWG = waarde niet-woningen gebruikers; 
WNWE = waarde niet-woningen eigenaren.

 

Betreft

Percentage

WOZ waarde

Opbrengst

PEW 0,1038% 3.200.000.000 3.320.000
PENW 0,3376% 700.000.000 2.363.000
PGNW 0,2671% 645.000.000 1.723.000
    4.545.000.000 7.406.000
      4.545.000.000
    gemiddeld percentage 0.1629%

 

Voor de gemeente Geertruidenberg is het percentage op dit moment 0,1629%. Verhogen we het tarief van 0,1629% naar 0,1729%, dan betekent dit dat er nog een procentuele verhoging mogelijk is van 0,0100%. Als onbenutte OZB-opbrengst voor 2023 is daarom een bedrag aan te merken van € 454.500 --> 0,0100% x € 4.545.000.000 waarde (woningen, niet-woningen eigenaar en niet-woningen gebruiker voor 2023). In de begroting 2022 was de onbenutte OZB-opbrengst nog een bedrag van € 618.788.

 

 

Riool- en afvalstoffenheffing
Bij beide heffingen is sprake van zogenaamde gesloten financiering. Deze dienen maximaal 100% kostendekkend te worden opgenomen. Dit is voor beide het geval.

De geraamde inkomsten

Soort belasting of heffing

Begroting 2022

 

Verdeling

Begroting 2023

 

Verdeling

na wijziging (in €) *

 

(in %)

(in €)  

 

(in %) 

Onroerende zaakbelasting gebruiker niet woning

1.652.000       1.723.000      

Onroerende zaakbelasting eigenaar  niet woning

2.248.000       2.363.000      

Onroerende zaakbelasting eigenaar woning

3.008.000       3.320.000      

 

6.908.000   56.16% 7.406.000   55.79%

Afvalstoffenheffing

2.348.000   19.08% 2.558.000   19.27%

Rioolheffing

2.192.000   17.81% 2.400.000   18,08%

Hondenbelasting

91.000   0.74% 94.000  

0.71%

Lijkbezorgingsrechten

48.000   0.39% 48.000   0.36%

Bouwleges

320.000       455.900      

Overige leges

1.500       1.500      

 

321.500   2.61% 457.400   3.45%

Secretarieleges burgerlijke stand

31.000       31.000      

Secretarieleges bevolkingsregister

171.000       120.000      

Secretarieleges naturalisatie

15.000       15.000      

 

217.000   1.76% 166.000   1,25%

Toeristen- watertoeristenbelasting

37.500   0.30% 37.500   0.28%

Precariobelasting

12.500   0.10% 12.500   0.09%

A.P.V.

67.500       32.100      

Havengelden ligplaatsen Reenweg

14.000       14.000      

Havengelden Timmersteekade

23.500       23.500      

Havengelden jachthaven

5.000      

5.000

     

Passantenhaven

2.000       2.000      

Marktgeld

12.000       12.000      

Gehandicapten-parkeerkaarten

6.000     1.06% 6.000      

 

130.000   100.00 94.600   0.71%

TOTAAL

12.305.500     13.274.500   100%

 

Kwijtschelding

Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, kunnen we onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding verlenen. Het kwijtscheldingspercentage dat we hanteren bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding.

Kwijtschelding kan alleen worden verleend indien het een aanslag betreft voor afvalstoffenheffing en rioolheffing gebruiker. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten voor kwijtschelding.

 

De opbrengsten voor afvalstoffenheffing en rioolheffing, welke worden kwijtgescholden zijn als kostencomponent opgenomen in de tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor 2023 worden de bedragen niet aangepast en gaat het om € 75.000 afvalstoffenheffing en € 15.000 rioolheffing.