Voorwoord

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

Hierbij bieden wij u de begroting 2023 en meerjarenramingen 2024 tot en met 2026 aan. Dit is de eerste begroting van het nieuwe college in deze raadsperiode.

 

In de laatste raadsvergadering voor het zomerreces heeft uw raad het coalitieakkoord 2022 - 2026 “Eén gemeenteraad voor drie kernen” besproken. Dat vormt de basis voor de periode die voor ons ligt. In verband met het verloop tot de benoeming van het nieuwe college en het  aansluitende reces is het niet haalbaar geweest om al te komen tot een collegeakkoord met een financiële onderbouwing. Zoals in het coalitieakkoord reeds is aangekondigd, is deze begroting daarom in de basis zonder nieuw beleid opgesteld. Zij is gebaseerd op de meicirculaire 2022, de Turap 2022-2 en de gegevens uit de septembercirculaire 2022 voor zover die gegevens daaruit ten tijde van de opstelling eenduidig konden worden opgemaakt. 

 

De wereld staat op zijn kop. Naast coronacrisis hebben de effecten van de oorlog in Oekraïne veel invloed op ons dagelijks leven. Die oorlog zorgde dit jaar voor een enorme stroom van vluchtelingen. Geertruidenberg heeft hierin doortastend gehandeld door eerst opvang in de Schattelijn te organiseren en later in het Hoge Veer. Hierin is niet alleen vanuit de gemeentelijke organisatie veel tijd en energie gestoken; ook hebben wij veel hulp en ondersteuning ontvangen vanuit de samenleving. In combinatie met de stijgende vraag naar huisvesting voor spoedzoekers, asielzoekers, vluchtelingen en statushouders is de opgave wonen een zeer urgente geworden die ook de komende jaren nadrukkelijk onze aandacht vraagt.

 

Al deze ontwikkelingen hebben financiële en sociale impact op onze inwoners en ondernemers. Wij sluiten onze ogen daar niet voor. De toekomst is onzeker en de hoge inflatie en enorm gestegen energietarieven en kosten voor levensonderhoud raken hen diep. Daarnaast zien wij grote opgaven op ons afkomen. Denk hierbij onder meer aan de vergrijzing, de krapte op de arbeidsmarkt, de stijgende kosten van bouwen en onderhoud en de verduurzaming. Hiermee zijn de komende jaren forse investeringen gemoeid. Dit alles bij elkaar vraagt om continue focus en behoedzaam afgewogen keuzes.

 

Uitwerking maatschappelijke opgaven

Inmiddels heeft het college een aanvang gemaakt met het uitwerken van het collegeprogramma. Naast onze wettelijke taken vormen de maatschappelijke opgaven waarvoor wij staan hiervoor de basis. Deze opgaven zijn benoemd in het coalitieakkoord. Gelet op de hierboven bedoelde ontwikkelingen zijn wij genoodzaakt om bij de uitwerking scherpe keuzes te maken. De onderbouwing van strategische doelstellingen met gewenste maatschappelijke effecten en concrete acties geeft ons focus en biedt houvast in de komende jaren. Dat is waar onze inwoners en ondernemers recht op hebben in deze onzekere tijden en dit vraagt van ons om dit proces zorgvuldig te doorlopen. 

 

De inzichten en resultaten bespreken wij met uw raad om vervolgens het gehele collegeprogramma door te rekenen. Uiteindelijk zal dit resulteren in een begrotingswijziging die in januari 2023 aan uw raad zal worden voorgelegd. Hiermee benadrukken wij dat er voor de begrotingssaldi, zoals u die hierna kunt lezen, een nadere invulling komt in die begrotingswijziging. 
Vooruitlopend daarop hebben we in deze begroting per opgave alvast kort de hoofdlijnen benoemd die nader worden uitgewerkt in maatschappelijke effecten en concrete acties. 

 

Focus 

Door het werken vanuit de maatschappelijke opgaven brengen we meer focus aan op de zaken die er toe doen voor onze inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden. Om deze manier van werken verder vorm te geven is het belangrijk om te investeren in de verbinding tussen uw raad, het college en de ambtelijke organisatie. Om de doelstellingen te behalen die het college en uw raad voor de komende jaren vastleggen is een goed functionerende ambtelijke organisatie van groot belang.

 

Mede door de toename van het aantal taken bij gemeenten zien we landelijk een stijging van het aantal medewerkers. Ook in onze directe omgeving zien we gemeenten investeren in capaciteit om de taken en ambities het hoofd te kunnen bieden. Hier gaat een concurrerende werking vanuit. Als kleine gemeente en gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt zullen wij de komende jaren op verschillende manieren moeten investeren in aantrekkelijk werkgeverschap; niet alleen met goede arbeidsvoorwaarden, maar bijvoorbeeld ook door te kijken naar onze huisvesting en beschikbare middelen en budgetten voor scholing en inhuur. Bij het collegeprogramma en de daarmee samenhangende begrotingswijziging komen we daarop terug.

 

Verloop begrotingssaldo 2023-2026

De meerjarenbegroting 2023-2026 is opgesteld na de Turap 2022-2 en bevat naast de gebruikelijke ontwikkelingen op het terrein van personeel, gerealiseerde en nieuwe investeringen, mutaties in gemeentelijke belastingen en heffingen, autonome, administratieve en overige budgetontwikkelingen, de berekening van de algemene uitkering 2023-2026.


 In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen het financieel perspectief geschetst. Meer gedetailleerde informatie over de mutaties staan in de opgavebeschrijvingen en de paragrafen. (N=nadeel, V=voordeel)
 

(bedragen x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

Begroting 2023-2026 na Turap 2022-2

1.466 V

2.287 V

2.841 V

269 V

Personele ontwikkelingen CAO

373 N

368 N

368 N

368 N

Gerealiseerde investeringen

136 N

173 N

166 N

73 V

Investeringsplan 2023 – 2026

191 N

330 N

220 N

423 N

Solvabiliteitsstorting

162 V

418 N

273 N

627 V

Algemene uitkering, Uitvoering jeugdwet

36 V

468 V

693 V

210 V

Algemene uitkering, Meicirculaire 2022

965 V

1.137 V

1.260 V

1.150 V

Gemeentelijke belastingen en heffingen

448 V

547 V

550 V

652 V

Onroerende zaak belastingen 3% beleidsruimte

210 V

210 V

210 V

210 V

Mutaties bestaand beleid

1.504 N

2.157 N

2.376 N

2.128 N

Saldo meerjarenbegroting 2023-2026

1.082 V

1.202 V

2.150 V

272 V

 
Uit deze tabel kunt u opmaken dat de meerjarenbegroting 2023-2026 sluit met positieve saldi. Hierbij moet opgemerkt worden dat er in de basis geen nieuw beleid is geraamd en de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2022. De septembercirculaire 2022 is op het moment van opstellen van deze begroting al wel ontvangen, maar in de circulaire zitten rekenfouten. Deze rekenfouten zijn inmiddels door het ministerie ook erkend, maar een update met de juiste cijfers is nog niet gegeven. 
De voorzichtige inschatting is dat de uitkering over de gehele linie hoger zal uitvallen, maar hoeveel valt op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen. Verwacht wordt dat vóór de vaststelling van de begroting 2023-2026 door uw raad, de update is ontvangen en ambtelijk doorgerekend.

 

Vandaar dat het college er, vanwege de onzekerheden in de septembercirculaire, vooralsnog voor gekozen heeft om de ramingen van de algemene uitkering te baseren op de meicirculaire 2022, aangevuld met de inmiddels bekende mutaties als gevolg van de uitvoering van de Jeugdwet.

 

Bij de verwerking van de meicirculaire 2022 is in eerste aanleg een risicomarge van 20% van de toename aangehouden, zijnde ongeveer € 1 miljoen. Argument hierbij was dat de onverwacht hoge toename in de meicirculaire 2022 te rooskleurig zou kunnen zijn. Uit de septembercirculaire 2022 valt te concluderen dat het aanhouden van deze marge niet langer nodig is.

 

In de septembercirculaire 2022 is opgenomen dat het Rijk een deel van de uitvoering van de jeugdwet voor haar rekening gaat nemen. Hiertoe wordt de algemene uitkering vanaf 2024 met 
€ 100 miljoen verlaagd, oplopend naar € 500 miljoen vanaf 2025. Voorgeschreven is dat de gemeente hiervoor zowel aan de lasten als de batenkant van de begroting een stelpost moet opnemen.

 

Vooralsnog is het financieel meerjarenperspectief zoals in bovenstaande tabel opgenomen. Wanneer de septembercirculaire 2022 definitief wordt, zullen we de positieve of negatieve effecten in de begrotingswijziging, die is voorzien voor de raad van januari 2023, voorleggen.

 

Omdat het effect van de septembercirculaire nog niet bekend is, is op voorhand een extra stijging van de OZB-inkomsten van 3% (afgerond € 210.000) opgenomen waarmee in de begroting extra ruimte ontstaat ten behoeve van nieuw beleid gebaseerd op het collegeprogramma. Wanneer en voor zover na doorrekening van de definitieve septembercirculaire 2022 blijkt dat daaruit een voordeel ontstaat, zal deze extra stijging komen te vervallen. 

 

De begroting is structureel sluitend voor de periode 2023-2026

 

Het saldo van de primitieve begroting is te verdelen in: 2023 2024 2025 2026
Structureel 959.000 V 2.375.000 V 3.307.000 V 1.000 N
Incidenteel 123.000 V 1.173.000 N 1.157.000 N 273.000 V
  1.082.000 V 1.202.000 V 2.150.000 V 272.000 V

 

Wij streven ernaar om binnen de financiële mogelijkheden de incidentele lasten te dekken door structurele baten. Uit bovenstaande tabel kan worden opgemaakt dat de begroting 2023-2026 in meerjarenperspectief een ruime structurele dekking heeft. 

 

Bestemming begrotingsaldi
Het college stelt voor om het positieve begrotingssaldo van 2023 tot en met 2026 toe te voegen aan de Vrije Algemene Reserve.