In het vastgestelde beleidskader sociaal domein verschuiven we de focus op zorgplicht naar volwaardige deelname van inwoners in de samenleving. Iedereen moet naar vermogen mee doen. Mee kunnen doen, én hier ook zelf aan bijdragen. Voor zichzelf, en voor een ander. Enerzijds omdat dit het beste is voor de inwoner zelf, en anderzijds omdat alleen dan adequate zorg en ondersteuning houdbaar is in de huidige context van toenemende (zorg-)vraag en arbeidsmarktproblematiek.
Om dit te bereiken is verandering nodig. Wij denken hierbij aan meer aandacht voor preventie, meer integraliteit en een betere een andere balans tussen collectieve, voorliggende, voorzieningen en geïndiceerde zorg en ondersteuning. Dit vraagt een andere manier van werken van onszelf en onze maatschappelijke partners. Inwoners en hun leven, wensen en mogelijkheden als vertrekpunt nemen. En ondertussen de beweging naar voren versterken. Vroeger signaleren, breder kijken, vraagstukken eerder oppakken en oplossen, met minder dwang en escalatie. In het vertrouwen dat het dan ook minder kost. En dat alles vanuit het besef dat de gemeente niet de gemeenschap zelf is, maar een partner in die gemeenschap. En dus juist ook niet overal van is, alles op hoeft te pakken of alles hoeft te betalen. Maar daarvoor wel heel duidelijk moet zijn over de eigen rol, ambitie en mogelijkheden.
In de komende jaren zetten we, samen met partners en inwoners, in op laagdrempelige ondersteuning in de wijken en directe omgeving. Ook stimuleren we maatschappelijke initiatieven. Daarom is het belangrijk voor de langere termijn te investeren, wat mogelijk eerst hogere kosten met zich meebrengt voordat dit zich vertaalt in lagere kosten voor de zorg. In de eerstvolgende begrotingswijziging doen wij u hiervoor enkele voorstellen.