Paragraaf D - Financiering

In deze paragraaf maken we de financieringsfunctie transparant. We leggen de basis voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het Treasurystatuut 2022 (januari 2022) geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, terwijl de uitwerking zijn weerslag vindt in de paragraaf financiering in de begroting. In de paragraaf bij de jaarstukken verstrekken we de verantwoordingsinformatie. 
De doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente Geertruidenberg zijn: 


Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien teneinde de door de raad vastgestelde programma’s te kunnen uitvoeren;
Het beschermen van de gemeentelijke vermogenswaarden en de resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut; 
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

 

Met het opstellen van deze paragraaf benoemen we ook die onderdelen die in de verordening ex. 212 GW en de artikelen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn opgenomen.

 

Renterisicobeheer

Berekening van de kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag deze limiet niet overschrijden. Dit betekent dat voor dit bedrag geen langlopende geldlening hoeft te worden aangetrokken.

Toegestane kasgeldlimiet:    (Bedragen x € 1.000)
Omvang begroting per 1 januari 2024 (jaarschijf 2024 van de begroting 2023)    € 61.598
Kasgeldlimiet in % van de grondslag    8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag    € 5.236

 

Bij drie achtereenvolgende kwartalen met overschrijdingen moeten wij de Provincie als toezichthouder inlichten en aangeven hoe we aan de kasgeldlimiet zullen voldoen.

Berekening van de renterisiconorm
De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (totale lasten van de begroting) bij aanvang van het dienstjaar. Tegen dit bedrag zetten wij het bedrag af dat wij in het lopende jaar aan aflossingen moeten betalen, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien mag/kan worden. Ook deze norm mogen wij niet overschrijden. 

 

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
1. Renteherziening                -                  -                  -                  -  
2. Aflossing         1.770         1.927         2.002         1.875
3. Renterisico (1 + 2)         1.770         1.927         2.002         1.875
4a. Begrotingstotaal 69.644 70.031 69.075 69.077
4b. Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
4. Renterisiconorm 13.929 14.006 13.815 13.815
5. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3) 12.159 12.079 11.813 11.940

 

Kredietrisicobeheer


De kredietrisico’s beperken we door uitsluitend gelden uit te zetten bij kredietwaardige partijen. In het treasurystatuut hebben we bepaald dat dit Nederlandse overheden en kredietwaardige partijen zijn met minimaal A-rating van minstens 2 erkende ratingbureaus. Het verplichte Schatkistbankieren beperkt de kredietrisico’s. 

 

Intern liquiditeitsbeheer
In het kader van het opstellen van de begroting 2024 maken wij een inschatting van het financieringstekort of -overschot. 
Onderdeel daarvan is de toename van de boekwaarde als gevolg van de gevoteerde investeringen en de mogelijke verkopen. Voor de berekening van het financieringssaldo gaan we op het moment van opstellen van de begroting 2024 ervan uit dat we deze middelen ook werkelijk uitgeven of ontvangen. 

 

Periodiek stellen we de liquiditeitsbegroting bij. Hiermee vergroten we het inzicht in het beheer van de dagelijkse saldi en het financieren c.q. uitzetten van middelen tot een periode van één jaar. Eventuele overschotten beheren we zo efficiënt mogelijk conform de regels van het Treasurystatuut. Op deze manier proberen we de financieringskosten zo laag mogelijk te houden. Overtollige middelen moeten we bij de schatkist beleggen.

 

Geldleningen


Het totaal van de opgenomen vaste geldleningen bedraagt per 1 januari 2023 € 31.356.000. 
In de loop van 2023 wordt geen geldlening opgenomen.

 

In totalen betreft het voor het jaar 2024:

 

(Bedragen x € 1.000)

 

 

Saldo begin 2023

 

31.356

Opgenomen

0  

Aflossingen

3.093

 

Saldo ultimo 2024

 

28.263

 

 

 

Schema rentetoerekening 2024

(Bedragen x € 1.000)

2024 2025 2026 2027
A. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 457 652 655 616
  Rente fin tekort (a 2,5%) 42 -84 0 0
B1. De externe rentebaten (idem) 0 0 0 0
  Saldo rentelasten en rentebaten 499 568 655 616
C1. De rente doorberekend aan grondexploitatie -39 -45 -28 -10
C2. Renetlasten projectfinanciering 0 0 0 0
C3. Rentebaten projectfinanciering 0 0 0 0
  Toe te rekenen externe rente 460 522 627 606
D1. Rente over eigen vermogen 0 0 0 0
D2. Rente over voorzieningen 0 0 0 0
  Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 460 522 627 606
E. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -571 -597 -684 -655
F. Rente resultaat op het taakveld treasury -111 -74 -57 -49

 

Uitzetting

  • Berekend percentage renteomslag voor de totale begroting 2024 is 1,00%.
  • Voor de berekening van rentelasten van het financieringstekort 2023 wordt uitgegaan van 3,2% het bedrag van de kasgeldnorm is tegen nul % meegenomen;
  • De rentelasten van voorgenomen investeringen (IP) zijn ook berekend tegen 1,00%
  • Er wordt geen bespaarde rente berekend over de eigen financieringsmiddelen. 
  • In de staat van activa zijn een aantal uitgegeven geldleningen en deelnemingen geactiveerd. Het betreft geldleningen/deelnemingen aan/in:
  • Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
  • Deelnemingen (o.a. BNG, Brabant Water)
  • Diversen

 

Saldo- en liquiditeitsbeheer
Het schatkistbankieren bepaalt sinds december 2013 het saldo- en liquiditeitsbeheer. Overtollige middelen moeten immers bij de schatkist worden belegd. Als dit van toepassing is worden saldi periodiek afgeroomd. Hiervoor hebben we een aparte bankrekening geopend (bij de huisbankier) die bij het ministerie is geregistreerd. Het drempelbedrag is gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen, waarbij het drempelbedrag minimaal € 1 miljoen bedraagt. Het begrotingstotaal 2024 betreft € 69.644.000 waardoor het drempelbedrag €1 miljoen bedraagt. In de toelichting op de balans van de jaarrekening wordt ten aanzien van de werkelijkheid gerapporteerd.