Programma 3 Opgave Mens en Zorg

3.1 Programmaplan

Terug naar navigatie - Programmaplan

3.1 Context en aanleiding

3.1.1 Context

Vanaf 2015 is de gemeente Geertruidenberg in hoog tempo verantwoordelijk geworden voor steeds meer wettelijke taken op het gebied van zorg en ondersteuning aan (potentieel) kwetsbare inwoners. 
De taken zijn, samen met bijbehorende middelen, afzonderlijk aan de gemeente “gedecentraliseerd”. 

 

De gedachte achter deze decentralisaties is dat ondersteuning het meest effectief is als die in de directe leefomgeving van inwoners wordt geboden en georganiseerd. Het is dan beter mogelijk om aan te sluiten op de, veranderende, hulpvraag en op de eigen mogelijkheden van de inwoner en zijn of haar omgeving. Ook ontstaat er meer inzicht om problemen voor te zijn en preventief te handelen. 

 

Het overnemen en uitvoeren van de nieuwe wettelijke taken heeft een grote impact gehad op de gemeentelijke organisatie. Met de nieuwe taken kwamen grote budgetten over, en bleken complexe regionale samenwerkingen nodig om de taken effectief en efficiënt uitgevoerd te krijgen. Deze eerste jaren heeft daardoor de nadruk gelegen op het goed overnemen van deze taken, het zorgdragen voor continuïteit van de ondersteuning aan inwoners en het inrichten van de regionale samenwerkingen die hiervoor nodig waren.

 

De integratie van deze nieuwe taken, feitelijk de bedoeling van de decentralisatie, is na 2015 door de gemeente opgepakt in de zogenaamde 3- sporen aanpak: 

1. Herkenbare en optimale toegang. 
2. Effectieve zorg en ondersteuning. 
3. Versterken zelforganisatie.

 

Er is in eerste instantie (vooral) veel aandacht besteed aan spoor 1. Met de vorming van het loket Werk Inkomen Zorg ( WIZ) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de dienstverlening toegankelijk en overzichtelijk gemaakt voor inwoners. Met het realiseren van het beleidskader sociaal domein in 2021 is het sociaal domein helder gedefinieerd en is de basis gelegd om ook spoor 2 en 3 gedegen uit te voeren. 

 

3.1.2 Aanleiding

De gemeente heeft zich, als sociale gemeente, vanaf 20215 primair geconcentreerd op de overname en continuïteit van afzonderlijke taken, veelal in de vorm van het verstrekken van voorzieningen. 
Dit uit zich bijvoorbeeld in een ruimhartig voorzieningenpakket. De afgelopen jaren realiseren we ons dat we hier bewuster, terughoudender en anders mee om moeten gaan. Omdat de financiële kaders en de huidige arbeidsmarkt problematiek dit afdwingen, én omdat eigen initiatief de basis is voor duurzame, integrale, oplossingen en het versterken van veerkracht. In het vastgestelde beleidskader sociaal domein verschuiven we de focus op zorgplicht naar volwaardige deelname van inwoners in de samenleving. Iedereen moet naar vermogen mee doen. Mee kunnen doen, én hier ook zelf aan bijdragen. Voor zichzelf, en voor een ander. Inwoners die (tijdelijk) niet het vermogen hebben om hun problemen op te vangen of op te lossen worden ondersteund. Van inwoners die dit vermogen wel hebben wordt gevraagd dit zelf te doen. Om dit te bereiken is verandering nodig, de opgave Mens & Zorg. 

 

3.2 Ambitie en strategie

3.2.1 Ambitie

Onze gemeente kent een goed sociaal beleid. Daarbij stellen we de volwaardige deelname van inwoners aan de samenleving centraal. De gemeente ondersteunt op momenten in het leven dat die deelname moeilijk wordt of niet op eigen kracht mogelijk is. De toenemende problematiek in de samenleving en de oplopende kosten in het sociaal domein zijn een grote zorg. De schaarste op de arbeidsmarkt maakt meer professionele inzet ook steeds lastiger. Het spanningsveld tussen het niveau van voorzieningen en de beschikbare budgetten maakt het noodzakelijk dat we duidelijke keuzes maken. In die keuzes laten we ons leiden door de maatschappelijke vraagstukken die we in onze gemeente zien, de rol(len) die we daarin als gemeente hebben of beogen, en de financiële en organisatorische kaders die ons daarin begrenzen. Verschillende bronnen geven ons zicht op de maatschappelijke vraagstukken die extra aandacht vragen. De ontwikkelingen die al genoemd zijn in het beleidskader sociaal domein zetten door en worden steeds meer voelbaar in de lokale samenleving, de gemeentelijke organisatie en de financiële huishouding.

 

De demografische veranderingen zoals toename van het aantal ouderen en ouderen met dementie, het aantal eenpersoonshuishoudens en het aantal inwoners met een migratie-achtergrond zorgen voor een snelle toename van de diversiteit in de samenleving. Een diversiteit die meer flexibiliteit en inzet vraagt van inwoners, organisaties en de gemeente. Dit geeft extra druk op een samenleving die toch al onder hoogspanning staat. We zien dit bijvoorbeeld terug in de toenemende inzet van jeugdhulp en de aanspraak op WMO-voorzieningen, maar ook in reacties op onze berichtgeving op social media. De afgelopen jaren is de financiële druk bij inwoners meer voelbaar en zichtbaar geworden. Financiële zelfredzaamheid en bestaanszekerheid vraagt nadrukkelijk aandacht in het sociaal beleid.

 

De rol en mogelijkheden van de gemeente bij het oplossen van al deze vraagstukken zijn beperkt. In de kern voert de gemeente een wettelijke taak uit die vooral een garantie biedt op de basisvoorwaarden om mee te kunnen doen in de samenleving. Daarnaast heeft ze vooral een faciliterende en verbindende functie richting de samenleving. Problemen voorkomen, er mee omgaan, ze klein houden of snel oplossen moet gebeuren in en door de samenleving zelf, in een effectief samenspel tussen de inwoner en zijn of haar informele en formele netwerk. Een groot deel van de opdracht ligt dan ook bij de samenleving als geheel. Een opdracht om de weerbaarheid te vergroten, oog te hebben voor elkaar en het initiatief dat in de samenleving aanwezig is te waarderen, te stimuleren en te faciliteren.     

 

Deze samenleving is onze gemeente als geheel, maar wordt ervaren in het eigen dorp, buurt, of vereniging.. Vandaar dat deze opdracht samengaat met extra aandacht voor sociale cohesie en wijkgericht werken. Ook voor de gemeente loopt de financiële druk op. Met name de toenemende, hoge, kosten voor jeugdhulp en WMO-voorzieningen baart ons steeds meer zorgen. De gemeente scoort daarmee té hoog op de landelijke lijsten.  Dat is slecht nieuws voor de betreffende inwoners en hun omgeving, maar ook voor alle andere inwoners, omdat er steeds minder middelen overblijven voor andere onderwerpen die ook aandacht nodig hebben en verdienen.De toenemende inflatie en de herziening van het gemeentefonds maken dat we niet anders kunnen dan ook in het grote budget van dit programma gericht te sturen op een effectievere inzet van minder middelen. Dit betekent dat we de beweging naar voren moeten versterken, en terughoudender moeten zijn in het vertrekken van individuele voorzieningen. Vroeger signaleren, breder kijken, vraagstukken eerder oppakken en oplossen, met minder dwang en escalatie. Met meer aandacht voor preventie, maatwerk en integraliteit en een weloverwogen keuze voor, en balans tussen, collectieve, voorliggende, voorzieningen en geïndiceerde zorg en ondersteuning. In het vertrouwen dat het dan ook minder kost.

 

We zetten in op effectieve en preventieve maatregelen. We stimuleren de vitaliteit onder inwoners. Zowel fysiek, mentaal als sociaal. We proberen met partners schulden te voorkomen en we investeren extra in het perspectief voor jongeren en hun stap naar volwaardige deelname én bijdrage aan de samenleving.  Er ligt dus een flinke opgave die we alleen samen, mét inwoners en partners, op kunnen pakken.

 

Het algemene uitgangspunt van de opgave Mens en Zorg is daarom:

 

Iedereen in de gemeente Geertruidenberg doet naar vermogen mee, en draagt naar vermogen bij. We kijken naar elkaar om en voelen ons verbonden.

 

3.2.2 Strategische doelstellingen 

Binnen de opgave Mens & Zorg zijn strategische doelstellingen geformuleerd waarlangs we de opgave gaan realiseren. Deze doelstellingen zijn gericht op inwoners, de gemeenschap (buurten, verenigingen), professionele organisaties en de gemeente zelf. 

 

1.    Inwoners zijn en blijven vitaal 
Alle inwoners nemen verantwoordelijkheid én initiatief om fysiek, mentaal en sociaal, gezond en fit te blijven, zich te blijven ontwikkelen, weerbaar te zijn en er te zijn voor een ander.

 

2.    Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer
Inwoners zijn weerbaarder tegen (financiële) risico’s en veranderingen. Zij worden hierin beter ondersteund met signalering, informatie en begeleiding door betrokken organisaties   
 
3.    Meer sociale cohesie in de lokale samenleving 
De kernen van de gemeente Geertruidenberg zijn sociale, toegankelijke, veilige en initiatiefrijke gemeenschappen van inwoners en informele en formele organisaties waar iedereen bij hoort en gezien wordt.

 

4.    Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak
Professionele expertise wordt effectief en doelmatig ingezet ín én met de leefwereld van inwoners: vroegtijdig, zo kort als nodig, gericht op (eigen) regie, netwerkversterking en integrale ondersteuning.

 

5.    Houdbare basisondersteuning
In dialoog met de samenleving worden beschikbare middelen ingezet, passend bij de ambitie, visie, positie en verantwoordelijkheid van de gemeente, aansluitend op de haalbaarheid bij aanbieders.


Kortom: meer WIJ-k, meer weten, minder zorgen

 

3.2.3 Maatschappelijke effecten

Dat we deze doelstellingen behalen gaat blijken uit maatschappelijke effecten die op moeten treden in de samenleving. Daarop richten zich dan ook de (extra) inspanningen die we de komende jaren gaan doen.
Aan de maatschappelijke effecten worden bij de verdere uitwerking passende beleidsindicatoren gekoppeld.

 

Inwoners zijn en blijven vitaal

  

Alle inwoners nemen verantwoordelijkheid én initiatief om fysiek, mentaal en sociaal, gezond en fit te blijven, zich te blijven ontwikkelen, weerbaar te zijn en er te zijn voor een ander.

 

Ze anticiperen op te verwachten volgende levensfasen, en op onverwachte levensgebeurtenissen. Leiden een bewust en verantwoordelijk leven. Ze hebben zorg voor hun fysieke, mentale en sociale vitaliteit, en bieden die  ook aan een ander. De doelen en activiteiten gaan over bewegen, actief zijn, uitnodigend, liefdevol en openstaan. Inwoners voorbereiden en bewustmaken van huidige en volgende levensfasen. 
Pro-actief inzetten op bewustwording, o.a. als Dementievriendelijke gemeente. 

 

Ook bij inwoners die desondanks afhankelijk zijn of worden van zorg en niet in staat zijn om zelf, zonder begeleiding, zelfredzaam te zijn wordt ernaar gestreefd  (waar mogelijk) toe te geleiden naar zelfredzaamheid en het lerend vermogen en talenten van personen te blijven benutten.

 

Te behalen maatschappelijke effecten zijn met name: 

1.    Inwoners leven bewuster gezond 
2.    Inwoners zijn actief en voelen zich mentaal gezond  
3.    Inwoners participeren zo vroeg en lang mogelijk 
4.    Inwoners anticiperen op volgende levensfases 

 

Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer 

 

Inwoners zijn weerbaarder tegen (financiële) risico’s en veranderingen. Zij worden hierin beter ondersteund met signalering, informatie en begeleiding door betrokken organisaties.  

 

Dit is heel actueel. De bestaanszekerheid staat voor een steeds grotere groep inwoners onder druk. Er is expliciet aandacht nodig op bestuurlijk en strategisch niveau. Inspanningen richten zich onder meer op kansengelijkheid voor kinderen, armoedebestrijding, integrale schuldhulpverlening, de inzet van budgetcoaches en de ontwikkeling van een structureel vangnet. De beheersing van de Nederlandse taal en de omgang met digitale media is een essentiële basisvoorwaarde voor participatie en zelfredzaamheid en krijgt ook extra aandacht. 

 

Te behalen maatschappelijke effecten zijn met name: 

1.    Inwoners participeren zo vroeg en lang mogelijk
2.    Inwoners melden eerder het (mogelijk) ontstaan van problematische schulden 
3.    Maatschappelijk partners leveren een actievere bijdrage aan vroegsignalering

    

Meer sociale cohesie in de lokale samenleving 

 

De kernen van de gemeente Geertruidenberg zijn gastvrije, toegankelijke, veilige en initiatiefrijke gemeenschappen van inwoners en informele en formele organisaties waar iedereen erbij hoort en gezien wordt.

 

Inspanningen richten zich met name op de dialoog met inwoners en partners, het stimuleren maatschappelijke initiatieven. De bewustwording rondom de inzet van het sociaal netwerk, initiëren van zorg in de wijk en het stimuleren vrijwilligerswerk/ vrijwillige inzet. Zicht op de benodigde sociale infrastructuur als het gaat om ontmoeten en activiteiten.

 

Maatschappelijke effecten zijn : 

1.    Inwoners participeren zo vroeg en lang mogelijk
2.    Maatschappelijke initiatieven krijgen hun waarde
3.    Inwoners leveren een maatschappelijke bijdrage
4.    Maatschappelijk partners leveren een actievere bijdrage aan vroegsignalering

 

Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak

 

Professionele expertise wordt effectief en doelmatig ingezet ín én met de leefwereld van inwoners: vroegtijdig, zo kort als nodig, gericht op (eigen)regie, netwerkversterking en integrale ondersteuning.

 

Meer aandacht voor (dreigende) financiële problemen en laaggeletterdheid. Laagdrempelige ondersteuning in de wijk. Toegangsloketten voor vrij toegankelijk zorg zijn bekend en goed bereikbaar. Meenemen van maatschappelijke partners in missie en visie. Kwetsbare inwoners eerder in beeld krijgen.

 

Maatschappelijke effecten zijn :

1.    Inwoners melden eerder het (mogelijk) ontstaan van problematische schulden 
2.    Maatschappelijk partners leveren een actievere bijdrage aan vroegsignalering 
3.    De gemeentelijke toegang is laagdrempelig en gericht op zelfredzaamheid 
4.    Gelijke kansen voor kinderen en jongeren om talenten te ontwikkelen

    

Houdbare basisondersteuning

 

In dialoog met de samenleving worden beschikbare middelen ingezet, passend bij de ambitie, visie, positie en verantwoordelijkheid van de gemeente, aansluitend op de haalbaarheid bij aanbieders.

 

Iedere inwoner met een vraag is geholpen met een goed en snel antwoord waar hij of zij mee verder kan. Als die vraag niet in de eigen omgeving beantwoord kan worden is het belangrijk dat inwoners direct met hun vraag bij een professional terecht kunnen en gelijk het goede, brede, gesprek kunnen voeren. En, indien er naast de eigen inzet en die van het persoonlijke netwerk, ondersteuning vanuit de gemeente nodig is, deze snel, makkelijk en op maat beschikbaar komt. Dit betekent dat zowel de wijze van het toekennen van ondersteuning als de aard van de ondersteuning zelf meer toegespitst kunnen worden op de behoeften/vraag van de inwoner. Inspanningen zijn onder meer gericht op het ontwikkelen van de basisondersteuning, het her-inrichten van Welzijn en doorontwikkeling loket (W)WIZ/wijkteam/CJG.

 

1.    Maatschappelijke initiatieven krijgen hun waarde 
2.    De gemeentelijke toegang is laagdrempelig en gericht op zelfredzaamheid 
3.    Gebruik van voorzieningen is gebaseerd maatwerk

 

3.2.4 Strategie

 

De opgave Mens en Zorg is een brede opgave die het hele sociaal domein raakt. Feitelijk is het programma Mens en Zorg de implementatie van het college-akkoord én van het beleidskader sociaal domein.  Het sociaal domein is continu in ontwikkeling, in belangrijke mate gevoed door triggers die buiten de directe invloedssfeer van onze gemeente zelf liggen. Daar komt bij dat veel veranderingen die we wellicht door willen voeren onderhavig zijn aan regionale en/of meerjarige samenwerkingsafspraken die ook op dat vlak de lokale invloed sterk bepalen en daarmee beperken. Het is zaak een veranderstrategie te volgen die enerzijds goed aansluit op deze realiteit en anderzijds mogelijkheden biedt om meer dan voorheen onze eigen agenda uit te voeren. Hoe worden we een beetje meer speler en wat minder speelbal. Eigenlijk dezelfde uitdaging die we ook bij inwoners en organisaties wegleggen. Hoe houd je (meer) regie als de dynamiek om je heen toeneemt.

 

Voor het programma betekent dit dat we een scherpe focus moeten hebben op de hoofddoelen en de activiteiten die daar het meest aan bij gaan dragen. We kunnen dan een breed programma maken dat voor een deel een meer organische aanpak volgt, dat aansluit op reguliere (veelal regionale) processen en taken en daarbinnen probeert bij te dragen aan de hoofddoelen, en voor een ander deel sterk projectmatig toewerkt naar een aantal specifieke gedefinieerde en haalbare resultaten.  We zoeken op deze manier een middenweg waarbij we binnen de bestuurlijke speerpunten concrete projecten bepalen waarmee we het verschil willen maken, en een voorbeeld willen stellen. Voor deze projecten worden goede projectleiders vrijgemaakt die uitvoering kunnen geven aan de beoogde doelen. De overige onderwerpen blijven binnen het programma, maar krijgen een meer “organische status”.

 

In september 2023 is het strategieplan, Strategie jeugdhulpregio WBO, dichtbij en op maat, door de 5 gemeenten in de regio West Brabant Oost vastgesteld. In 2024 en de volgende jaren wordt de (her)inrichting van het jeugdhulplandschap gefaseerd geïmplementeerd in de gemeente. De projectleider lokale implementatie draagt zorg voor de implementatie van de minimale variant van de herinrichting van het jeugdhulplandschap per 1 januari 2025. Dit houdt onder meer in het transformeren  van de toegang naar een Stevig Lokaal Team (SLT) en het regionaal harmoniseren van de aanpak voor de sociale basis. Tevens wordt een haalbaarheidsonderzoek, incl. advies, verricht voor een integraal loket sociaal domein op het niveau van de gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg.

 

3.2.5 Afbakening

Dit programmaplan richt zich op uitvoering van de opgave Mens en Zorg en de ontwikkelingen die daarvoor nodig zijn. Dit betreft de uitvoering van een aantal specifieke projecten én ontwikkelingen binnen reguliere taken. De uitvoering van de reguliere taken zelf valt niet binnen het kader van dit programma, maar wordt aangestuurd vanuit de lijn (clustermanagement). 

 

3.3 Aanpak

3.3.1 Programmalijnen

In overleg met bestuurlijk opdrachtgevers zijn de volgende speerpunten bepaald die als programmalijnen worden ingevuld:

 

Programmalijn

Bijdrage strategische doelen

1.Bewust (samen)leven

 

Inwoners zijn & blijven vitaal

Meer sociale cohesie

2.Werken met talent

 

Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer

Houdbaarheid basisondersteuning

3.Gelukkig opgroeien

 

Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak

Houdbaarheid basisondersteuning

4.Financieel zelfredzaam

 

Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer

Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak

5.Vrije inloop

Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak

Houdbaarheid basisondersteuning

 

Daarnaast zijn er drie programmabrede trajecten die faciliterend zijn aan deze programmalijnen.

 

  1. Ontwikkeling nieuw subsidiebeleid 2025
  2. Ontwikkeling wijkgericht werken (i.a.m. programma leefbaarheid)
  3. Realisatie Monitor Mens en Zorg

 

 Samen geeft dit 6 programmalijnen

 

Binnen iedere programmalijn worden in het volgende hoofdstuk resultaten, activiteiten en middelen gedefinieerd. Per resultaat wordt aangeven of er een organische of projectmatige aanpak wordt gevolgd.  

 

Aanpak

Het programma is opgebouwd langs 5 inhoudelijke programmalijnen en 1 ondersteunende programmalijn

 

In dit hoofdstuk wordt iedere programmalijn inhoudelijke toegelicht en wordt de te volgen aanpak uitgewerkt in activiteiten. Ook is aangegeven wanneer welk resultaat verwacht wordt in de komende jaren.

 

Voor de komende vier jaar worden de doelen, inspanningen en resultaten weergegeven. Waar nodig worden de aannames uit de strategie hier verder geconcretiseerd. Ook de samenhang tussen de doelen (bijvoorbeeld de onderlinge strijdigheden, raakvlakken of overlappingen) krijgen aandacht.

 

In de uitvoering en de bepaling van de benodigde middelen is de rol van gemeente in de verschillende activiteiten van belang. De rollen die we onderscheiden zijn: Regisseur, facilitator, uitvoerder, verbinder, financier.

 

Programmalijn 1 : Bewust (samen)leven

Strategische doelen / Operationele doelstellingen 

  • Inwoners zijn & blijven vitaal 
  • Meer sociale cohesie
  • Gezondheidsachterstanden/ verkleinen gezondheidsverschillen
  • Toegenomen deelname aan georganiseerde activiteiten 
  • Meer initiatief vanuit inwoners
  • Meer vrijwilligers in informele netwerken

De programmalijn focust zich op het versterken van de weerbaarheid en het zelfoplossend vermogen van inwoners. Enerzijds door gezonder te leven en, waar mogelijk, tijdig te anticiperen op levensgebeurtenissen. Anderzijds door het stimuleren van “meer omkijken naar elkaar”. Het creëren van een klimaat waarin vragen makkelijker op tafel komen, we ervaringen delen en waar nodig de weg wijzen. 

 

We zetten daarbij  in op een brede aanpak die gericht is op de risico’s factoren voor het ontstaan van  gezondheidsachterstanden waaronder financiële druk, laaggeletterdheid (onderwijs, scholing), overgewicht, eenzaamheid, overbelasting door mantelzorg en het voorzieningenniveau in de wijk. 

 

Actief (kunnen) zijn in de gemeenschap is een belangrijke succesfactor. We stimuleren daarom activiteiten van en tussen inwoners. We zorgen dat inwoners (meer) worden uitgedaagd om te bewegen en kiezen voor gezonde opties. We verbeteren de mogelijkheden voor inwoners om elkaar laagdrempelig te ontmoeten, te ontspannen en elkaar te helpen. We vergroten de sociale cohesie door de sociale basis te versterken.  Onder de sociale basis wordt verstaan: vrij toegankelijke formele en informele activiteiten en voorzieningen gericht op het elkaar ontmoeten en ondersteunen, ontplooien en ontspannen die zorgen dat mensen kunnen samenleven en meedoen.  

 

Dit vraagt aandacht voor wijkgericht werken (oriëntatie op de 4 wijken Geertruidenberg, Raamsdonk en Raamsdonksveer –Noord en –Zuid ) en om de functie van het verenigingsleven hierin te erkennen, te stimuleren en te waarderen, zoals beschreven staat in het Actief-Akkoord.

 
De inrichting en vormgeving van een wijk heeft invloed op de gezondheid en leefstijl van bewoners. Het bepaalt mede in hoeverre mensen bewegen, elkaar ontmoeten en activiteiten kunnen ondernemen. Gezien de vergrijzing en klimaatverandering is dit nog belangrijker geworden. Om gezondheidsachterstanden te verkleinen, is het daarom essentieel dat wij (de gemeente) de fysieke omgeving zo inrichten dat het gezond en actief leven bevorderd. Dit wordt daarom een onderdeel zijn van het uitvoeringsplan/ project ‘actief gezond in Geertruidenberg’.

 

We zetten in op de doorontwikkeling van buurtsport, zodat we de gezondheidsverschillen kunnen verkleinen. We willen sport en cultuur inzetten als preventief middel zowel voor de fysieke als de sociale component.. We zetten in op de doorontwikkeling van buurtsport, en willen we sport inzetten als preventief middel zowel voor de fysieke als de sociale component. 

 

Programmalijn 2 : Werken met talent

 

Strategische doelen / Operationele doelstellingen 

  • Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer
  • Houdbaarheid basisondersteuning 
  • Alle inwoners hebben, ongeacht hun verdiencapaciteit, de mogelijkheid voor een zinvolle daginvulling
  • Meer inwoners maken gebruik van, een ruimer aanbod van, vrij toegankelijke dagbesteding  
  • Lokale organisaties en bedrijven bieden meer werkervaringsplekken (plekken van ontmoeting en diversiteit)   
  • Er is een fysieke locatie in de gemeente waar de verbinding WMO-participatie duurzaam is gelegd en waar verschillende vormen van participeren samenkomen en elkaar aanvullen en stimuleren.  

 

De weg naar participatie in onze gemeente is versnipperd en daardoor onvoldoende effectief. Het gevolg hiervan is dat de kosten hoog zijn en er, veelal individuele, voorzieningen worden beschikt die niet voldoende effectief zijn. Dit leidt ertoe dat de talenten van inwoners onvoldoende worden aangesproken en zij daardoor minder in staat zijn om zich te ontwikkelen, een zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving en/of te voorzien in een eigen inkomen.  De waarborg voor participatie vraagt expliciete aandacht op bestuurlijk en strategisch niveau. 

 

We leggen een stevigere verbinding tussen de WMO (begeleiding), participatie en inburgering waardoor een brede participatie en effectievere integratie plaatsvindt. Een bredere of veelzijdigere participatie op terreinen die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, het welzijn van anderen of maatschappelijke doelen gaat samen met een hoger individueel welzijn en andersom.  Het uitgangspunt daarbij is dat je altijd iets zinvols kunt doen in de gemeente en dat je dat vooral samen doet met anderen op een toffe plek. Je groeit daarvan als persoon, zet stappen op de participatieladder en levert een maatschappelijke bijdrage. 

 

We verleggen de focus op (standaard) individuele begeleidingstrajecten naar de verbreding van het aanbod voor vrij –toegankelijke (lokale) dagbesteding/ werkervaringsplekken, vooral door groepen op verschillende “treden” te mixen zodat inwoners voor elkaar van meerwaarde kunnen zijn.  

 

De beheersing van de Nederlandse taal en de omgang met digitale media is een essentiële basisvoorwaarde voor participatie en zelfredzaamheid. Inwoners die laaggeletterd zijn kunnen niet volwaardig deelnemen aan de samenleving; door de digitalisering e.d. wordt de afstand voor hen alleen maar groter en bestaat op termijn een risico op het ontstaan van problemen. We zetten daar extra op in, ook voor de doelgroep NT2. (Nederlands als 2e taal)

 

Het vraagt een diepgaander onderzoek naar de huidige situatie en behoeften om beter te begrijpen wat inwoners nu weerhoudt om te participeren en wat daarvoor nodig is. Dit kan leiden tot een verdere doorontwikkeling van de dienstverlening van MidZuid, en tot het beschikbaar komen van nieuwe initiatieven. Het project “op pad” heeft tot doel een concrete plek te realiseren die tevens als voorbeeld kan dienen. 

 

Programmalijn 3: Gelukkig opgroeien

Strategische doelen / Operationele doelstellingen 
•    Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak 
•    Houdbaarheid basisondersteuning
•    Vermindering inzet jeugdhulp (in verhouding tot andere gemeenten)
•    Minder kinderen (onder de 18 jaar) die middelen of alcohol gebruiken
•    Minder kinderen en jongeren voelen zich eenzaam
•    Meer positieve berichtgeving van opgroeien in gemeente Geertruidenberg
•    Periodieke gesprekken voor input van jongeren zelf

 

Jongeren in gemeente Geertruidenberg liggen onder een vergrootglas. Dat heeft meerdere oorzaken: door het hoge percentage van jongeren die jeugdhulp krijgen, de cijfers over alcoholgebruik onder jongeren en cijfers over de (zware) mentale problemen bij de jeugd, zorgen voor een negatief beeld. Daarnaast staat de jeugd op afstand, en is het voor beleidsmakers lastig om erachter te komen wat jongeren zelf willen. 

 

Bovendien is het beeld dat veel jongeren over het leven hebben –mede ontstaan door sociale media-, niet realistisch en staat de mentale gezondheid van steeds meer jongeren onder druk. Door de Coronacrisis is dit nog versterkt. 
Dit versterkt elkaar, de beeldvorming wordt niet beter en de kosten voor de jeugdhulp blijven stijgen. Middels deze programmalijn willen we een trendbreuk forceren in zowel de beeldvorming, de omgang met jongeren én willen we –waar dat kan- jongeren vroegtijdig helpen, om grotere problemen te voorkomen en/ of te verminderen.

 

Wanneer we kijken naar de jeugd dan willen we dat iedere jongere, ongeacht afkomst, kwetsbaarheid of  beperking, op de eigen manier in de samenleving kan floreren en zich kan ontwikkelen tot die veerkrachtige zelfredzame volwassene. Hierin spelen talentontwikkeling en kansengelijkheid een grote rol. We willen voorkomen dat jeugd in de knel komt, en al eerder inspelen op signalen. We hebben leuke jeugd en hebben als  samenleving een verantwoordelijkheid om hen positief te benaderen, in staat te stellen om hun talenten te ontwikkelen en hun plek in de samenleving in te nemen. Dat begint met jongeren serieus te nemen en hen echt te zien en te ontmoeten. Je bent zoals je bent, en dat is oké. 

 

Dat vraagt om een samenleving die jongeren uitdaagt en kansen biedt zich optimaal doorlopend te ontwikkelen en ook om een samenhangend en sluitend vangnet voor die keren dat het door omstandigheden niet lukt. Waarbij het normaliseren van een mindere periode belangrijk is, en er enkel professionele hulp wordt ingezet als dit nodig is. Of juist vasthoudend wordt gehandeld als er sprake is van generatie-problematiek. Op dit moment is het huidige beleid nog te versnipperd en onvoldoende afgestemd om dit te realiseren. Doelstelling is om tot een integrale aanpak te komen die de geschetste samenleving mogelijk maakt. 

 

Er wordt extra inzet gepleegd op de gelijke kansen voor kinderen en jongeren. We doen dit vooral ook samen met kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers. De dialoog met jongeren krijgt extra aandacht. We zetten in op jongerenparticipatie en de inzet van ervaringsdeskundigheid. 

 

In 2023 stelt het college het uitvoeringskader jeugd vast, waarin integraal gekeken wordt naar opgroeiende jongeren in onze gemeente. Onderdeel van dit uitvoeringskader is dat er in 2024 een onderzoek wordt gedaan naar of en zo ja hoe het voorliggend veld binnen het jeugddomein versterkt kan worden, rekening houdend met de opstart van projecten zoals Opgroeien in een Kansrijke Omgeving en de doorontwikkeling van het jongerenwerk en buurtsportcoaches.”

 

Het onderwijs vervult, als 2e leefomgeving van kinderen, een belangrijke rol in het leven van kinderen en jongeren. We investeren extra in de samenwerking met onderwijs, met name gericht op het voorkomen of terugdringen van onderwijsachterstanden. Daarnaast zetten we in op versterking en verbreding van de maatschappelijke functie van, met name basisscholen, in hun directe omgeving. 

 

We werken aan een nieuw regionaal jeugdstelsel dat de oplopende inzet van jeugdzorg moet remmen door te zorgen dat ondersteuning eerder, lichter en makkelijker beschikbaar is én inwoners en professionals beter accepteren dat hobbels bij het leven horen. Dit vraagt een grote lokale inzet die zich richt op preventie en interne ontschotting waardoor duurzamere oplossingen worden gecreëerd. De deelname aan het landelijk project “OKO” (Opgroeien in een kansrijke omgeving) gaat helpen om dit effectief te doen.   

 

Het centrum voor jeugd en gezin (CJG) , dat de gemeente Geertruidenberg deelt met Drimmelen, vervult een belangrijke functie in het jeugdlandschap en is, daarmee, zelf ook onderwerp van verandering. Er ligt een nadrukkelijke opdracht om meer in de leefwereld van kinderen, jongeren en hun ouders aanwezig te zijn en breder aan te sluiten op de onderliggende vragen én mogelijkheden van het gezinssysteem en hun informele en formele netwerk. Met de uitvoering van al deze maatregelen verwachten we de komende jaren een inverdieneffect op de inzet van jeugdhulp. 

 

Een veilige thuisbasis en leefomgeving is cruciaal voor het gelukkig opgroeien van kinderen en jongeren. We investeren in de sociale veiligheid voor en rond kinderen. Dit doen we onder meer door eerder te signaleren en  de weerbaarheid van jongeren te versterken.  

 

Programmalijn 4: Financieel zelfredzaam 


Strategische doelen / Operationele doelstellingen 

  • Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer
  • Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak 
  • Inwoners melden zich eerder en vaker (bij welzijn) met vragen over geld en administratie
  • Er ontstaan minder vaak (nieuwe) schulden
  • Inwoners waarderen de dienstverlening van de gemeente 


We constateren een toenemende financiële druk en onzekerheid bij inwoners. De bestaanszekerheid komt de komende jaren voor een steeds grotere groep inwoners onder druk te staan. De gemeente Geertruidenberg heeft de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om te ondersteunen bij de bestaanszekerheid als er (te) weinig inkomen in het gezin is om bijvoorbeeld kinderen te laten sporten of om schulden bij inwoners te voorkomen of af te handelen. Er ontbreekt echter al langere tijd een stevige inhoudelijke basis die richting geeft en samenhang biedt voor meer duurzame aanpakken en oplossingen. 

 

Ondertussen vinden er grote landelijke ontwikkelingen plaats qua wetgeving waardoor de urgentie om deze basis te maken ook vanwege externe druk steeds groter wordt. Binnen de programmalijn Financieel zelfredzaam wordt dit kader gecreëerd waarmee zowel invulling wordt gegeven aan de verander(en)de wetgeving als aan de eigen ambitie van de gemeente. Binnen dit kader is aandacht voor kansengelijkheid voor kinderen, armoedebestrijding en integrale schuldhulpverlening. Inspanningen richten zich op:  

  • Bevorderen van het welzijn en de inclusie van mensen in armoede
  • Meer preventie van geldzorgen
  • Het tegengaan van geldzorgen door ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren, financiële kennis, vaardigheden en competenties ontwikkelen
  • Het voorkomen van (oplopende) schulden door het taboe te doorbreken     

 

Maatschappelijke partners in de omgeving van de inwoners vervullen een belangrijke rol door tijdige signalering van betalingsachterstanden en het geven van informatie.  Zodra er sprake is van schulden moet er een efficiënt en eenduidig verloop van de schuldhulpverlening zijn die de druk op de inwoner en zijn of haar omgeving waar mogelijk verkleint. We investeren in de ontwikkeling van integrale schuldhulpverlening, waaronder de inzet van budgetcoaches, en het realiseren van een structureel vangnet. 

 

Programmalijn 5: Vrije inloop

Strategische doelen  / Operationele doelstellingen

  • Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak
  • Houdbaarheid basisondersteuning            
  • Afname van dure (WMO) hulp
  • Het is er druk, er gebeurt wat
  • Tevreden mensen over de gemeente
  • Partners willen er graag bij horen 
  • Huis van de gemeente, 1 gemeenschapshuis 
  • Hotspot, fysiek ontmoetingsplekken in iedere wijk.

 

De gemeente Geertruidenberg werkt al een aantal jaren aan een “optimale toegang”.  Een plek waar je als inwoner binnenloopt met je vraag en met een goed antwoord of oplossing naar buiten gaat. 
Ondanks alle aandacht en investeringen die er gedaan zijn zien we een versnipperde, suboptimale werkwijze die gericht is op het inzetten van (veelal geïndiceerde) voorzieningen. Zowel binnen de gemeentelijke organisatie zelf, als in de afstemming met maatschappelijk partners zoals met name welzijn. De beoogde integraliteit en zelfwerkzaamheid die we zowel voor de vraag als het aanbod nastreven wordt met de huidige inrichting niet gerealiseerd. In de landelijke monitors valt Geertruidenberg op door de hoge inzet van (gestapelde) WMO-voorzieningen per inwoner. 

 

In de programmalijn “Vrije inloop” gaan we naar een volledig andere inrichting. Het uitgangspunt is een laagdrempelige inloop (fysiek, maar ook online) waar een inwoner, al dan niet toevallig, binnenloopt en daar in een gastvrije omgeving terecht komt waar hij of zij ongedwongen op zoek kan gaan naar informatie of ondersteuning. Desgewenst deelt de inwoner zijn of haar vraag met een aanwezige medewerker.  Als in het gesprek de vraag helderder wordt komt er een kort antwoord, of wordt er een collega bijgehaald die er meer mee kan. Deze medewerkers zijn verbonden aan het wijkteam dat op die plek actief is. De vraag en de eigen mogelijkheden van de inwoner zijn leidend, evenals de mogelijkheden die in de directe omgeving vrij toegankelijk beschikbaar zijn als antwoord op een goed begrepen vraag en behoefte. De inwoners ervaart persoonlijke betrokkenheid van een medewerker die naast hem of haar staat, moeite doet en écht helpt.   

 

Om deze situatie te realiseren gaan de verschillende loketten in onze gemeente zich doorontwikkelen naar een lokaal wijkteam. Het wijkteam is aanwezig op een gastvrije plek van ontmoeting en verbinding. Hier is een brede expertise beschikbaar zodat direct met de goede professional het goede gesprek gevoerd kan worden en passende ondersteuning beschikbaar is. In dit wijkteam werken professionals en vrijwilligers van verschillende moederorganisaties, waaronder de gemeente, samen.  Om deze ingrijpende verandering met partners te realiseren worden specifieke projecten ingericht. 

 

Programmalijn 6 : Ondersteunend 

Strategische doelen / Operationele doelstellingen 

  • Meer sociale cohesie
  • Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak 
  • Houdbaarheid basisondersteuning          
  • Monitor Mens en Zorg beschikbaar begin 2024    
  • Subsidiebeleid 2025 tijdig gerealiseerd en geïmplementeerd 

 

Over verschillende programmalijnen heen is er een ontwikkeling op een drietal onderwerpen die vooral ondersteunend zijn aan de vijf inhoudelijke lijnen. Deze onderwerpen zijn: 
Monitor Mens en Zorg

 

Voor veel strategische doelen en maatschappelijke effecten ontbreekt de (structurele) data om een goede inschatting van de huidige situatie te maken, en dus ook om concrete, specifieke en realistische doelen te stellen.  Zeker preventie vraagt meer zicht op kwetsbare inwoners en maatschappelijke vraagstukken en het, continu, in beeld brengen van de resultaten die behaald worden. De komende jaren kunnen we rekenen op veel landelijke middelen die beschikbaar komen voor tal van maatschappelijke vraagstukken. Om deze effectief in te zetten is het noodzakelijk om betere cijfers te krijgen over vraag, aanbod en productie van zorg en ondersteuning. We investeren in de monitoring en effectmeting van onze inspanningen door een passend en relevante monitor Mens en Zorg te ontwikkelen.

 

Ontwikkeling wijkgericht werken 


Veel ontwikkelingen in het programma hebben het nodig om dichter bij de leefwereld van inwoners te komen en daar ontmoeting, verbinding en initiatief te laten ontstaan of de ruimte te geven. Hiervoor willen we wijkgericht werken verder ontwikkelen en de vier wijken van onze gemeente (Geertruidenberg, Raamsdonk en Raamsdonksveer Noord- en Zuid) structureler gaan gebruiken als schaal om sociaal-maatschappelijk beleid op te ontwikkelen en uitvoering op te organiseren. Dat geldt ook voor andere programma’s.  Vandaar dat hiervoor een integrale aanpak en afstemming met het programma Leefbaarheid is gemaakt. Het programma Leefbaarheid is hierbij in de lead. 

 

Subsidiebeleid 2025

 

Recent heeft een evaluatie van het subsidiebeleid plaatsgevonden als opmaat naar het nieuwe subsidiebeleid dat in 2025 van kracht moet worden. Aangezien de meeste subsidies worden verstrekt binnen het programma Mens en Zorg maakt dit project onderdeel uit van dit programma, ook al is eerder afgesproken dat het subsidiebeleid en daarvoor op te stellen verordening en beleidsregels voor de hele organisatie gelden. 
Inhoudelijk moet het nieuwe subsidiebeleid zorgen voor meer sturing op maatschappelijke rendement, het extra stimuleren van maatschappelijk initiatief, en het eerlijker en transparanter inzetten van subsidiemiddelen. Ook in relatie van andere vormen van ondersteuning door de gemeenste, zoals via het evenementen- of accommodatiebeleid. Vindt Subsidie
Deze drie onderwerpen worden als projecten in het programma opgenomen onder de programmalijn “Ondersteunend”.  

 

3.2 Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In onderstaande tabel staan de  ontwikkelingen/veranderingen t.o.v. voorgaande begrotingen/de kadernota.

 

 

Pr.

Programmalijn

Omschrijving Programmalijn

Mutatie 2024

 

 

Mutatie 2025

 

 

Mutatie 2026

 

 

Mutatie 2027

 

 

Taakveld(en)

P3 1 Bewust samenleven 255.000 N 255.000 N 211.000 N 0 -  
P3 2 Werken met talent 0   0   0   0 -  
P3 3 Gelukkig opgroeien 226.000 N 133.000 N 91.000 N 0 -  
P3 4 Financiële zelfredzaamheid 0   0   0   0 -  
P3 5 Vrije inloop 13.000 N 16.000 N 18.000 N 0 -  
P3 6 Ondersteunend 10.000 V 0 - 0 - 0 -  
P3 Inkomsten gezond en actief leven akkoord   484.000 V 404.000 V 320.000 V 0 -  
P3   Totaal mutaties 0 - 0 - 0 - 0 -  

 

 

Toelichting op de tabel

Terug naar navigatie - Toelichting op de tabel

1.1 Bewust samenleven

We versterken de informele zorg, mantelzorg en het vrijwilligersbeleid, samen met Surplus. Samen met huisartsen en Surplus gaan we Welzijn op recept inzetten, ook wordt een vrijwilligerswinkel gerealiseerd. Projecten die gaan lopen zijn het project "Actief gezond" waarbij bijvoorbeeld een ketenaanpak voor kinderen met overgewicht wordt opgezet. Een ander groot project binnen deze programmalijn is de visie MFA Hooipolder, oftewel de ontwikkeling van het scholeneiland naar een multifunctionele accommodatie in samenhang met basisonderwijs, wijkcentrum en gymzaal/sporthal waarbij ook burgerparticipatie zal worden toegepast.

 

2.1 Werken met talent

We integreren inburgering in reguliere voorzieningen samen met Vluchtelingenwerk en Surplus. De visie op Mid-Zuid zien we als spin-off voor de bredere visie op participatie. Projecten die zullen worden uitgevoerd zijn "Brede participatie" waarbij een inventarisatie wordt gedaan van de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, samen met een lokale beleidsevaluatie. We experimenteren met het Project "Op pad", waarbij we vrij toegankelijke dagbesteding willen realiseren inclusief een fysieke pilotlocatie. 

 

3.1 Gelukkig opgroeien

We versterken de meerjarige samenwerking met primair en voortgezet onderwijs en kinderopvang door realisatie Lokale Educatieve Agenda (LEA). (o.a. effectieve  invulling voorschoolse educatie (VVE) en  onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Het Centrum Jeugd en Gezin wordt doorontwikkeld en het jongerenwerk versterkt door te richten op betere dialoog met jongeren, aanwezigheid in de buurt en ketensamenwerking. Projecten waaraan gewerkt wordt zijn de implementatie van het strategieplan WBO, samen met gemeente Drimmelen. Hierbij versterken we de lokale sociale basis en werken aan de doorontwikkeling van een sterk lokaal team. Het project "realisatie uitvoeringskader jeugd" richt zich op de beheersing/reductie van de inzet van jeugdhulp(kosten). Ook krijgt jongerenparticipatie steeds meer vorm en wordt een preventieaanpak gemaakt met als doel een positieve leefomgeving voor alle jongeren.

 

4.1 Financiële zelfredzaamheid

We gaan aan de slag met het doorontwikkelen van minimabeleid en de kindregeling. Vroegsignalering wordt steeds belangrijker. Inhet project "uitvoeringskader financiële zelfredzaamheid"gaan we aan de slag met het opstellen van een uitvoeringskader en zetten we ervaringsdeskundigen en inwoners in. We ontwikkelen integrale schuldhulpverlening en zetten budgetcoaches in samen met Surplus.

 

5.1 Vrije inloop

We voeren de basisvoorziening welzijn uit zoals het versterken van regie en vrijwillige inzet, samen met Surplus, Theek5 en Thuisvester. Wegaan steeds meer "omgekeerd werken";  van (versnipperd) aanbod naar één brede vraag met een integrale oplossing. We werken aan de verordening sociaal domein en herdefiniëren basisondersteuning.

 

6. Ondersteunend

We werken aan een nieuw subsidiebeleid met nieuwe uitgangspunten waarbij de raad nauw wordt betrokken. We ontwikkelen een monitor Mens en Zorg met periodieke rapportages voor o.a. raad en college. 

3.3 Beleidsindicatoren

Hoe gaan we dat meten?

Terug naar navigatie - Hoe gaan we dat meten?

In het programma Mens en Zorg is het bepalen van passende indicatoren, het bepalen van de nulsituatie en het realiseren van een vaste rapportage en evaluatiecyclus op verschillende niveau’s meegenomen.

 

De set van (structurele en tijdelijke) indicatoren zal zich daarom in de komende jaren verder ontwikkelen en uit kristalliseren. Bij de aanvang van het programma, in september 2023, wordt de onderstaande set gehanteerd:

 

Strategisch doel Indicatoren  Meest recente meting Doelstelling
Inwoners zijn en blijven vitaal 

% inwoners met overgewicht/obesitas 

(2022)

inwoners 18-64: 60 %

inwoners 65+: 61%

Daling
  % inwoners dat kampt met eenzaamheid of depressie  (2022) Eenzame inwoners 18-64: 48 %

 65+: 52%

Daling
 

Aantal sociaal maatschappelijke initiatieven vanuit inwoners

 

 

 

% inwoners dat deelneemt aan georganiseerde activiteiten

 

 

Inwoners zijn (financieel) zelfredzamer 

% inwoners met problematische schulden 

(2020 en 2022)

Huishoudens met problematische schulden (2020): 6,4%

Inwoners dat een betalingsachterstand had in het afgelopen jaar (2022)

18-64: 10 %

 65+: 3%

Daling
  % inwoners met terugkerende schuldenproblematiek     
 

Aantal vragen over geld en administratie

 

 

 

Gemiddelde hoogte van schulden bij melding

 

 

Meer sociale cohesie in de lokale samenleving  % sportverenigingen dat inclusief sporten ondersteunt     
  % inwoners dat onvoldoende sociale samenhang ervaart 

 

 
 

% inwoners dat vrijwilligerswerk doet in georganiseerd verband  (2022)

Niet uitgesplitst naar georganiseerd/ongeorganiseerd:

18-64: 17%

65+ : 27%

 

 

% inwoners dat vrijwilligerswerk doet in ongeorganiseerd verband 

zie hierboven

 

 

Tevredenheid van jongeren over leven in de gemeente

 

 

Eerder erbij en een gezamenlijke en integrale aanpak % kinderen dat jeugdzorg heeft  (2022) 13,8% Daling
  %/aantal jongeren dat regelmatig middelen gebruikt (2021)

Recent alcohol gedronken: 39%

Recent binge gedronken: 30%

Heeft ooit wiet/hasj gebruikt: 7%

Daling
  %/aantal veilig thuis meldingen (2022) 219 meldingen  
Houdbare basisondersteuning Het gebruik van geïndiceerde voorzieningen    

 

Gebruik jeugdhulp in verhouding tot andere gemeenten

 

 

 

Gebruik geïndiceerde WMO hulp

 

 

 

Gebruik van meerdere (m.n. WMO) voorzieningen

 

 

 

Waardering dienstverlening gemeente door inwoners

 

 

 

Wettelijke beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Wettelijke beleidsindicatoren

 

Nr. Taakveld Naam indicator  Jaar Waarde (Jaarrekening 2022) Begroot 2024 Eenheid Bron
17. 4. Onderwijs Absoluut verzuim 2020 3,8 2,7 Aantal per 1.000 leerlingen RBL
18. 4. Onderwijs Relatief verzuim 2019 14 13 Aantal per 1.000 leerlingen RBL
19. 4. Onderwijs Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) 2020 1,51 1,70 % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs Ingrado
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet sporters 2020 52,3 52,3 Gezondheidsenquête (CBS, RIVM)
21. 6. Sociaal domein Banen 2020 675,5 654,0 Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 65 jaar LISA
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter  2020 1 1 % 12 t/m 21 jarigen  Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin  2020 5 5 % kinderen tot 18 jaar Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel
24. 6. Sociaal domein Netto arbeidsparticipatie 2020 71,4 72,3 % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking CBS
26. 6. Sociaal domein Werkloze jongeren 2020 1 1 % 16 t/m 22 jarigen Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel
27. 6. Sociaal domein Personen met een bijstandsuitkering  2021 188 232 Aantal per 10.000 inwoners CBS
28. 6. Sociaal domein Lopende re-integratievoorzieningen 2021 67 73 Aantal per 10.000 inwoners van 15 – 64 jaar CBS
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp 2020 14,2 14,0 % van alle jongeren tot 18 jaar CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming 2020 2 2 % van alle jongeren tot 18 jaar CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering 2019 0,4 0,0 % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement WMO 2021 990 990 Aantal per 10.000 inwoners GMSD

 

 

3.4 Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

De gemeente bevindt zich in een roerige context. Veel effecten daarvan slaan neer in het sociaal domein. Vanwege de grote omvang van het totale budget in het sociaal domein werken die effecten hard door in de totale financiële begroting. We hebben de afgelopen jaren gezien dat het op voorhand nauwelijks mogelijk is om risico’s adequaat in te schatten. Het is daarom zaak om voldoende ruimte en flexibiliteit in de begroting te houden. En daarnaast effectief in te spelen op veranderingen met oplossingen die in lijn liggen met de strategische doelstellingen. Deze doelen zijn daarom vooral richtinggevend zodat actuele, incidentele ontwikkelingen en middelen gebruikt kunnen worden om deze doelen te realiseren. 

 

Gezien de sterke ontwikkeling van de loonkosten binnen de verschillende sectoren die door of via de gemeente worden gefinancierd ligt hier een aanzienlijk risico op grote kostenstijgingen en druk vanuit aanbieder. In het kader van de zorgplicht van de gemeente bieden gemaakte meerjarige contractuele afspraken onvoldoende garantie voor kostenbeheersing. Het is dus noodzakelijk om hier pro-actief in te handelen en ontwikkelingen in die sectoren en bij belangrijke aanbieders goed te volgen en hierop intern te anticiperen.    

  

3.5 Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

In programma 3 zijn voor de periode 2024-2027 de onderstaande investeringen voorzien:

 

  Investeringsbudget 2024 Investeringsbudget 2025 Investeringsbudget 2026 Investeringsbudget 2027
Opgave 3 Mens en Zorg        
Investeringen Sport:        
Investeringen Accomodaties (overige faciliteiten) 312.172      
Investeringen Sportvelden 282.831      
Investeringen Accomodaties (overige faciliteiten)   132.551    
Investeringen Sportvelden   87.598    
Investeringen Sportvelden     99.572  
Investeringen Onderwijs: *= egalisatie via reserve afschrijvingslasten IHP      
Gymzaal Hoge Waai R.donk + eerste inrichting       1.134.000
Investeringsvolume 25% (inflatie, beng bouwen)       284.350
Onderwijs /IHP Scholen eiland       7.063.000
Investeringsvolume 25% (inflatie, beng bouwen)       1.766.600

 

 

3.6 Lasten en Baten per programma

Lasten en Baten

Terug naar navigatie - Lasten en Baten

In onderstaande tabel zijn, overeenkomstig de BBV voorschriften en gespecificeerd per taakveld, de lasten en baten van het programma opgenomen. Als gevolg van de weergave in een veelvoud van € 1.000 kunnen er in de tabel afrondingsverschillen zitten. 

Begroot totaal van lasten
Pr. Taakveld Taakveld omschrijving Na wijziging 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
P3 0.8 Overige baten en lasten * (Noodfonds alleen in 2023) 477 0 0 0 0
P3 4.1 Openbaar basisonderwijs 202 11 11 11 11
P3 4.2 Onderwijshuisvesting 1.207 1.225 1.285 1.474 1.439
P3 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 1.646 1.405 1.405 1.405 1.405
P3 5.1 Sportbeleid en activering 631 498 454 467 472
P3 5.2 Sportaccommodaties 1.642 1.738 1.887 1.881 1.840
P3 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 8.045 2.828 2.497 2.505 2.501
P3 6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 1.976 1.847 1.807 1.807 1.807
P3 6.3 Inkomensregelingen 7.127 6.700 6.700 6.700 6.700
P3 6.4 WSW en beschut werk 2.294 2.350 2.257 2.349 2.163
P3 6.5 Arbeidsparticipatie 704 755 755 755 755
P3 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 1.562 1.703 1.703 1.703 1.703
P3 6.71a Hulp bij het huishouden (WMO) 2.901 2.998 2.998 2.998 2.998
P3 6.71b Begeleiding (WMO) 2.290 2.299 2.299 2.299 2.299
P3 6.72a Jeugdhulp begeleiding 1.591 1.592 1.297 1.297 1.397
P3 6.72b Jeugdhulp behandeling 866 842 754 754 754
P3 6.72c Jeugdhulp dagbesteding 482 463 396 396 396
P3 6.73a Pleegzorg 125 125 125 125 125
P3 6.73b Gezinsgericht 711 711 711 711 711
P3 6.73c Jeugdhulp met verblijf overig 966 972 972 972 972
P3 6.74a Jeugdhulp behandeling GGZ zonder verblijf 1.528 1.480 1.310 1.310 1.310
P3 6.74b Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf 535 535 535 535 535
P3 6.74c Gesloten plaatsing 164 164 164 164 164
P3 6.81 0 0 0 0 0
P3 6.81a Beschermd wonen (WMO) 0 0 0 0 0
P3 6.81b Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO) 22 19 19 19 19
P3 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 0 0 0
P3 6.82a Jeugdbescherming 241 225 225 225 225
P3 6.82b Jeugdreclassering 65 65 65 65 65
P3 7.1 Volksgezondheid 1.161 1.163 1.163 1.163 1.163
P3 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 118 132 90 90 90
TOTAAL 41.279 34.845 33.884 34.180 34.019
Begroot totaal van baten
Pr. Taakveld Taakveld omschrijving Na wijziging 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
P3 0.8 Overige baten en lasten * (Noodfonds alleen in 2023) 0 0 0 0 0
P3 4.1 Openbaar basisonderwijs 246 0 0 0 0
P3 4.2 Onderwijshuisvesting 58 54 54 54 54
P3 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 744 419 419 419 419
P3 5.1 Sportbeleid en activering 177 60 60 60 60
P3 5.2 Sportaccommodaties 375 368 367 366 366
P3 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 6.136 561 178 178 178
P3 6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 0 0 0 0 0
P3 6.3 Inkomensregelingen 5.167 5.167 5.167 5.167 5.167
P3 6.4 WSW en beschut werk 0 0 0 0 0
P3 6.5 Arbeidsparticipatie 0 0 0 0 0
P3 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 6 6 6 6 6
P3 6.71a Hulp bij het huishouden (WMO) 98 98 98 98 98
P3 6.71b Begeleiding (WMO) 0 0 0 0 0
P3 6.72a Jeugdhulp begeleiding 0 0 0 0 0
P3 6.72b Jeugdhulp behandeling 0 0 0 0 0
P3 6.72c Jeugdhulp dagbesteding 0 0 0 0 0
P3 6.73a Pleegzorg 0 0 0 0 0
P3 6.73b Gezinsgericht 0 0 0 0 0
P3 6.73c Jeugdhulp met verblijf overig 0 0 0 0 0
P3 6.74a Jeugdhulp behandeling GGZ zonder verblijf 0 0 0 0 0
P3 6.74b Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf 0 0 0 0 0
P3 6.74c Gesloten plaatsing 0 0 0 0 0
P3 6.81 0 0 0 0 0
P3 6.81a Beschermd wonen (WMO) 0 0 0 0 0
P3 6.81b Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO) 0 0 0 0 0
P3 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 0 0 0
P3 6.82a Jeugdbescherming 0 0 0 0 0
P3 6.82b Jeugdreclassering 0 0 0 0 0
P3 7.1 Volksgezondheid 20 12 12 12 12
P3 7.5 Begraafplaatsen en crematoria 48 50 50 50 50
TOTAAL 13.075 6.795 6.411 6.410 6.410
Begroot totaal van bestemming
Pr. Taakveld Taakveld omschrijving Na wijziging 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
P3 0.10 Mutaties reserves Lasten 315 385 455 525 595
P3 0.10 Mutaties reserves Baten 595 1 113 288 288
TOTAAL -280 384 342 237 307
Begroot resultaat
TOTAAL LASTEN 41.279 34.845 33.884 34.180 34.019
TOTAAL BATEN 13.075 6.795 6.411 6.410 6.410
TOTAAL RESERVES -280 384 342 237 307
SALDO Programma 3 27.924 28.434 27.815 28.007 27.916
Bedragen afgerond op veelvoud van € 1.000