Paragraaf A - Lokale heffingen

In deze paragraaf geven we een specificatie van de lokale heffingen en belastingen. We splitsen deze uit naar beleid en hoofdlijnen met daarin de onderstaande onderdelen:
a.      de geraamde inkomsten; 
b.      het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; 
c.      een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd. 
d.      een aanduiding van de lokale lastendruk; 
e.      een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

 

Beleid en hoofdlijnen
De heffingen die tot (woon)lasten leiden zijn:
onroerende zaakbelastingen:
•    voor eigenaren van woningen;
•    voor gebruikers en eigenaren van niet-woningen;
•    afvalstoffenheffing;
•    rioolheffing.

De overige heffingen betreffen:
•    lijkbezorgingsrechten
•    leges 
•    precariobelasting
•    havengelden
•    marktgelden
•    (woon)schepenrechten
•    toeristen- en watertoeristenbelasting.

 

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De gemeenten zijn op basis van de voorschriften in het BBV verplicht om in de paragraaf lokale heffingen een overzicht van baten en lasten op te nemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Concreet is dit het geval bij de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de lijkbezorgingsrechten, de leges, de havengelden, de marktgelden en de woonschepenrechten. 
Als gevolg van de wijzigingen in het BBV mag de overhead voortaan niet meer worden verantwoord op de taakvelden. Deze mogen echter wel (extracomptabel) worden meegenomen in de tarieven en de onderbouwing daarvan. De totale overhead is opgenomen in het nieuwe “Overzicht overhead” in de begroting. De berekening van de overhead gebeurt extracomptabel op basis van een procentuele toerekening van de tijd en salariskosten die door de diverse medewerkers aan de taakvelden wordt besteed.  Voor medewerkers binnendienst is het overheadpercentage 65% en voor de buitendienst 35%. 

De verschillende belastingen en heffingen zijn niet altijd met elkaar vergelijkbaar. Het verschil tussen bijvoorbeeld de onroerende zaakbelastingen (OZB) en de reinigingsheffing en de rioolheffing is dat de onroerendezaakbelastingen algemene dekkingsmiddelen zijn en de reinigingsheffing en de rioolheffing retributies.
Het verschil tussen een algemeen dekkingsmiddel en een retributie is dat bij retributies er een rechtstreeks verband bestaat tussen de hoogte van de heffing en de uitgaven in het kader van een betreffende activiteit. Bij algemene dekkingsmiddelen ontbreekt deze relatie.

 

Onroerendezaakbelastingen

De onroerendezaakbelastingen worden geheven op onroerende zaken. De tarieven van de OZB  hangen af van de waardeontwikkeling van die zaken en van de gewenste opbrengst. Ook in 2023 heeft er een hertaxatie van de onroerende zaken plaatsgevonden. De zogenoemde WOZ-waarde is bepaald naar de waarde peildatum 1 januari 2023. Deze waarde is gebruikt voor de heffing van de OZB in 2024.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tarieven voor woningen en tarieven voor niet-woningen. Er is sprake van een woning als een onroerende zaak in hoofdzaak (= voor tenminste 70%) dient tot woning. Uitgangspunt is daarbij de waarde van de hele onroerende zaak.

In de begroting 2024 is uitgegaan van een trendmatige verhoging van 3%, met 1% extra verhoging vanwege het feit dat het tarief, en daarmee de opbrengst, in belastingjaar 2023 1% te laag was.  De inflatie kwam namelijk uit op ruim 6% in 2023 terwijl er rekening was gehouden met 5%. Voor niet- woningen werd dezelfde verhoging toegepast.  Dit naast de inmiddels gebruikelijke verhoging van de opbrengst met 1% in verband met de dekking van de investering van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (waartoe in 2020 is besloten).

Onroerende zaakbelasting Tarieven per jaar

2022

2023

2024

Woningen

 

 

 

- eigenarendeel

0.1074%

0.1008%

0.1031%

Niet-woningen

 

 

 

- eigenarendeel

0.3041%

0.3280%

0.3381%

- gebruikersdeel

0.2573%

0.2594%

0.2674%

 

 De financiële consequenties van bovenstaande zijn in de onderstaande tabellen verwerkt.

 

Opbrengst ozb

Begroting na wijziging 

Werkelijk

Saldo

Onroerende zaak Woning eigendom

3.525.000 3.562.000 37.000

Onroerende zaak Niet-woning eigendom

2.550.000 2.724.000 174.000

Onroerende zaak Niet-woning gebruik

1.720.000 1.738.000 18.000

Totaal netto

7.795.000 8.024.000 229.000

 

Woz-waarden 2024 (x € 1,00)

Begroting 

Jaarrekening 

Woning eigendom

3.296.000.000 3.428.000.000

Niet-woning eigendom

714.000.000 752.500.000

Niet-woning gebruik

658.000.000 729.500.000

 

Woning
In de begroting 2024 is bij het vaststellen van de tarieven uitgegaan van de op dat moment bekende WOZ-waarden van € 3.296.000.000. De ingeschatte waardeontwikkeling van de woningen was 3%. In de begroting was een opbrengst opgenomen van € 3.395.000 met een tarief van 0,1031%. Bij de jaarrekening 2024 wordt als totale WOZ-waarde de waarde aangehouden zoals deze ook in de algemene uitkering wordt aangehouden. Deze WOZ-waarde viel € 132 miljoen hoger uit. De waarde- ontwikkeling is daarmee iets meer dan 4% hoger uitgekomen dan ingeschat. Daarmee is verklaard dat de OZB-opbrengst ongeveer € 167.000 hoger is uitgevallen, waarvan bij de tussenrapportages reeds € 130.000 was opgenomen.  
De hogere opbrengst van de onroerendezaakbelasting woningen is in principe van incidentele aard, omdat bij de berekening van de opbrengst 2025 rekening is gehouden met de WOZ-waarde ontwikkeling van 2024 en daarop de tarieven zijn aangepast.
 
Niet-woningen
In de begroting 2024 is bij het vaststellen van de tarieven uitgegaan van de op dat moment bekende WOZ-waarden van € 714.000.000 met een waardeontwikkeling van 1%. In de begroting is een opbrengst opgenomen van € 2.414.000 met een tarief van 0,3381% voor eigenaren van niet-woningen. De werkelijke waardeontwikkeling kwam uit op € 752.500.000. De werkelijke opbrengst voor eigenaren bedraagt echter € 2.724.000. Dat is € 174.000 meer dan begroot.

De begrote opbrengst van gebruikers van niet-woningen bedraagt € 1.759.000 met een tarief van 0,2674%. Bij deze gebruikers bedroeg de netto-opbrengst € 1.738.000. Dat is € 18.000 hoger dan begroot. 

 

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 

Met de afvalstoffenheffing worden de huisvuilinzamelingskosten gedekt. De heffing mag, wettelijk gezien, alleen worden ingezet voor de dekking van de kosten van afvalinzameling en afvalverwerking. Er mag géén winst op worden gemaakt (‘gesloten financiering’). In onderstaande tabel geven we een overzicht van de tarieven van de afvalstoffenheffing over de afgelopen jaren.

 

Tarieven afvalstoffenheffing per jaar

2022

2023

2024

- eenpersoonshuishouden

186,96

200,90

216,00

- tweepersoonshuishouden

240,24

258,24

279,00

- driepersoonshuishouden

256,54

282,12

306,00

- meerpersoonshuishouden

338,76

364,08

393,00

- extra container

156,00

150,00

150,00

 

Berekening kostendekking afvalverwijdering

Kosten

Bedrag

Directe kosten taakveld

3.158.000

Mutatie voorziening 

85.000

Overhead

129.000

Totale kosten

3.372.000

 

Opbrengsten 

Bedrag

Heffingen

2.743.000

Overige opbrengsten

629.000

Totaal opbrengsten

3.372.000

 

Totaaloverzicht

Bedrag

Totaal lasten

3.372.000

Totaal baten

3.372.000

Dekkingspercentage

100%

 

Rioolheffing

De rioolheffing is ter dekking van de kosten voor maatregelen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen voor hemelwater en grondwater. De gemeente kan de kosten verhalen die worden gemaakt voor het nakomen van de zorgplichten uit de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Dit betekent dat de gemeente het individuele profijt van de heffing niet hoeft aan te tonen. In onderstaande tabel geven we een overzicht van de tarieven van de rioolheffing over de afgelopen jaren. 

 

Tarieven per jaar

2022

2023

2024

Rioolheffing gebruiker (woning)

 

 

 

- eenpersoonshuishouden

36,10

39,48

40,68

- tweepersoonshuishouden

48,60

53,16

54,84

- driepersoonshuishouden

56,40

61,56

63,60

- meerpersoonshuishouden

77,17

84,48

87,12

 

 

 

 

Rioolheffing gebruiker (niet-woning)

 

 

 

0 - 349 m3

77,17

84,48

87,12

350 m3 - 499 m3

197,88

216,79

223,30

500 m3 - 999 m3

349,48

383,16

394,66

1.000 m3 - 1.999 m3

600,36

657,79

677,53

2.000 m3 - 4.999 m3

1.168,32

1.279,28

1.317,66

5.000 m3 - 9.999 m3

2.021,24

2.192,78

2.358,57

10.000 m3 - 49.999 m3

6.009,48

6.584,79

6.782,34

50.000 m3 en meer

10.009,16

10.965,29

11.294,25

Rioolheffing eigenaar

152,40

166,56

171,60

 

Berekening kostendekking rioolheffing:

Kosten

Bedrag

Directe kosten taakveld

2.008.000

Mutatie voorziening 

187.000

Overhead

323.000

Totale kosten

2.518.000

 

Opbrengsten 

Bedrag

Heffingen

2.510.000

Overige opbrengsten

8.000

Totaal opbrengsten

2.518.000

 

Totaaloverzicht

Bedrag

Totaal lasten

2.518.000

Totaal baten

2.518.000

Dekkingspercentage

100%

 

Lijkbezorgingsrechten

Lijkbezorgingsrechten zijn rechten die in rekening worden gebracht voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van urnen en het onderhoud van graven op de gemeentelijke begraafplaatsen. Dit gebeurt volgens de Verordening lijkbezorgingsrechten Geertruidenberg. Voor 2024 zijn de tarieven met 3% verhoogd. 

Kosten

Bedrag

Directe kosten taakveld

63.000

Mutatie voorziening 

0

Overhead

21.000

Totale kosten

84.000

 

Opbrengsten 

Bedrag

Heffingen

57.000

Overige opbrengsten

0

Totaal opbrengsten

57.000

 

Totaaloverzicht

Bedrag

Totaal lasten

84.000

Totaal baten

57.000

Dekkingspercentage

68%

 

Leges

Voor 2024 zijn de tarieven van de leges waar mogelijk trendmatig gestegen. Er is een afwijkend percentage gehanteerd als dat niet mogelijk was (uit het oogpunt van kostendekkendheid of op grond van wettelijke voorschriften). De tarieven voor de leges hebben we vastgesteld in de Legesverordening en Tarieventabel in Hoofdstuk 1, Hoofdstuk  2 en Hoofdstuk 3.

 

Kostendekkendheid
Het werkelijke saldo van de totale lasten minus baten voor 2024 geven wij in de volgende tabellen weer, eerst per Titel, daarna als recapitulatie.

 

Samenvatting hoofdstuk 1,2 en 3

Recapitulatie Hoofdstuk 1, 2 en 3

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

Kostendekking Hoofdstuk 1

€ 330.581 

€ 197.572

€ 528.153

 

€ 472.236

89,41%

Kostendekking Hoofdstuk 2

€ 1.065.720

€ 826.162

€ 1.891.882

€ 1.854.621

98,03%

Kostendekking Hoofdstuk 3

€ 13.054

€ 10.119

€ 23.173

€ 7.685

33,16%

Kostendekking totale tarieventabel

€ 1.409.355

€ 1.033.853

€ 2.443.208

€2.334.542

95,55%

 

De kostendekkendheid van de gemeente Geertruidenberg voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.

Hoofdstuk 1 algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

paragraaf

1.1

Burgerlijke Stand

€ 10.651

€ 15.008

€ 25.659

€ 27.565

107,43%

paragraaf

1.2

Reisdocumenten

€ 235.370

€ 104.810

€ 340.180

€ 312.545

91,88%

paragraaf

1.3

Rijbewijzen

€ 56.530

€ 41.069

€ 97.599

€ 88.100

90,27%

paragraaf

1.4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

€ 12.390

€ 17.462

€ 29.852

€ 18.428

61,73%

paragraaf

1.5

Bestuursstukken

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

1.6

Vastgoedinformatie

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

1.7

Overige publiekszaken

€ 3.847

€ 2.603

€ 6.450

€ 4.079

63,24%

paragraaf

1.8

Gemeentearchief

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

1.9

Bijzondere wetten

€ 11.793

€ 16.620

€ 28.413

€ 21.519

75,74%

paragraaf

1.10

Diversen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Hoofdstuk 1

€ 330.581

€ 197.572

€ 528.153

€ 472.236

89,41%

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

paragraaf

2.2

Algemene bepalingen

         

paragraaf

2.2

Voorfase

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0.00%

paragraaf

2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

€ 1.065.720

€ 826.162

€ 1.891.882

€ 1.854.621

98,03%

paragraaf 

2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf 

2.5

Milieubelastende activiteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.6

Lozingsactiviteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.7

Aanlegactiviteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.8

Overige activiteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.9

Maatwerkvoorschriften

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.10

Gelijkwaardigheid

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf 

2.11

Overige tarieven

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.12

Modaliteiten

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.13

Vermindering

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2.14

Teruggaaf

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Hoofdstuk 2

€ 1.055.720

€ 826.162

€ 1.891.882

€ 1.854.621

98,03%

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

paragraaf 

3.1

Horeca

€ 7.845

€ 6.081

€ 13.926

€ 6.606

47,45%

paragraaf

3.2

Seksbedrijven

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

3.3

Winkeltijdenwet

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

3.4

Organiseren evenement of markt

€ 5.035

€ 3.903

€ 8.938

€ 1.040

11,64%

paragraaf

3.5

Standplaatsen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf 

3.6

 

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

3.7

 

€ 174

€ 135

€ 309

€ 39

12,62%

Kostendekking Hoofdstuk 3

€ 13.054

€ 10.119

€ 23.173

€ 7.685

33,17%

 

Precariobelasting 

Voor de precariobelasting is in de begroting voor 2024 een bedrag geraamd van € 13.000. De realisatie ligt een kleine € 16.000 hoger dan begroot. 


Havengelden en woonschepenrechten

Voor het (tijdelijk) mogen gebruiken van de gemeentelijke (passanten)haven hebben we vergoedingen gevraagd/geïnd. Momenteel kan de beroepsbinnenvaart gebruikmaken van twee ligplaatsvoorzieningen; te weten in de kern Geertruidenberg (Timmersteekade) en in de kern Raamsdonksveer (Reenweg). Ook kan men op een aantal andere plekken in de Donge aanleggen. De tarieven voor de havengelden zijn opgenomen in de Verordening binnenhavengeld. Het havengeld berekenen we op basis van de grootte van het schip en de duur van het gebruik. Ook hier is een trendmatige verhoging van de tarieven van 3% toegepast.

 

Kosten

Bedrag

Directe kosten taakveld

74.000

Mutatie voorziening 

0

Overhead

0

Totale kosten

74.000

 

Opbrengsten 

Bedrag

Heffingen

69.000

Overige opbrengsten

1.000

Totaal opbrengsten

70.000

 

Totaaloverzicht

Bedrag

Totaal lasten

74.000

Totaal baten

70.000

Dekkingspercentage

95%

 

Marktgelden

De gemeente heeft drie weekmarkten op drie verschillende locaties: het Heereplein in Raamsdonksveer, de Markt in Geertruidenberg en de Oude Melkhaven in Raamsdonk. Voor het innemen van een standplaats op de aangewezen plaatsen heffen we marktgeld volgens de Verordening Marktgelden. De hoogte van de marktgelden is afhankelijk van de oppervlakte van een standplaats. Deze marktgelden gebruiken we voor het huren van marktkramen en voor het onderhoud/schoonmaken van de locaties. De tarieven voor 2024 zijn trendmatig verhoogd met 3%.

Echter, om een toename/groei van het aantal marktkramen te stimuleren, is voor 2024 besloten om geen marktgeld naar lengte van de standplaats te heffen. Vooralsnog heeft dit in 2024 niet geleid tot een toename van marktkramen/marktkooplui.

Het saldo van de totale lasten minus baten -zoals gebruikt voor de tariefberekening- voor 2024 geven wij in onderstaande tabel weer:

 

Kosten

Bedrag

Directe kosten taakveld

41.000

Mutatie voorziening 

0

Overhead

21.000

Totale kosten

62.000

 

Opbrengsten 

Bedrag

Heffingen

0

Overige opbrengsten

1.000

Totaal opbrengsten

1.000

 

Totaaloverzicht

Bedrag

Totaal lasten

62.000

Totaal baten

1.000

Dekkingspercentage

2%

 

Toeristen- en watertoeristenbelasting 

Met ingang van 2019 kent de gemeente Geertruidenberg een (water)toeristenbelasting. De aanslagen over 2024 worden na afloop van het belastingjaar opgelegd nadat de belastingplichtigen aangifte hebben gedaan. In 2024 heeft de afwikkeling plaatsgevonden van 2023. De realisatie (€ 60.000) is daarmee ongeveer het dubbele van het geraamde bedrag omdat in 2024 ook de nog te ontvangen toeristenbelasting van 2023 is meegenomen.
In de jaarrekening 2024 is een geprognosticeerde opbrengst opgenomen van € 31.000. Wat de opbrengst over 2024 uiteindelijk wordt, zal medio 2025 duidelijk worden nadat de aangiftes zijn ontvangen en de aanslagen kunnen worden opgelegd.

 

Lokale lastendruk

Voor zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing worden gedifferentieerde tarieven gehanteerd. Door de gedifferentieerde tarieven zijn er meerdere varianten mogelijk om de lokale lastendruk te schetsen. Bij de indicatie hieronder wordt als voorbeeld een gezin van drie personen met een eigen woning (WOZ-waarde zie hieronder) genomen.

 

3-persoonshuishouden (eigenaar)

2022

2023

2024

Waarde woning

278.000

316.000

326.000

OZB eigendom 

298,57

318,53

336,11

Rioolheffing gebruik

56,40

61,56

63,60

Rioolheffing eigendom

152,40

166,56

171,60

Afvalstoffenheffing

262,54

282,12

306,00

Totaal woonlasten

769,91

828,77

877,31

 

De geraamde inkomsten versus de werkelijke inkomsten

Soort belasting of heffing

Begroting na
wijziging 2024 

%

Werkelijk 2024

%

Onroerende zaakbelasting gebruiker niet woning

1.720.000

11,16%

1.738.000

10,97%

Onroerende zaakbelasting eigenaar niet - woning

2.550.000

16,54%

2.724.000

17,19%

Onroerende zaakbelasting eigenaar woning

3.525.000

22,87%

3.562.000

22,48%

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 

2.733.000 17,72% 2.743.000 17,31%

Rioolheffing

2.472.000 16,04% 2.510.000 15,84%

Begraafrechten

50.000 0,32% 57.000 0,36%

Leges omgevingsvergunning (inclusief bouwleges)

1.802.000 11,69% 1.851.000 11,68%

Leges burgerlijke stand

47.000 0,30% 58.000 0,37%

Leges bevolkingsregister

378.000 2,45% 414.000 2,61%

Leges naturalisatie

15.000 0,10% 18.000 0,11%

(Water)toeristenbelasting 

30.000 0,19% 60.000 0,38%

Precariobelasting 

13.000 0,08% 29.000 0,18%

Subtotaal

15.335.000 99,46% 15.764.000 99,49%

Overige: o.a. havengelden, marktgelden APV vergunningen

83.000 0,54% 80.000 0,51%

Totaal inkomsten uit belastingen, heffingen en rechten

15.418.000 100% 15.844.000 100%

 

Kwijtschelding

Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, wordt onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding verleend. Het gehanteerde kwijtscheldingspercentage bedraagt maximaal 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding.
Kwijtschelding kan alleen worden verleend als het een aanslag betreft voor afvalstoffenheffing en rioolheffing gebruiker. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding. 
 

Voor het belastingjaar 2024 is sprake van kwijtscheldingen tot een totaalbedrag van € 95.000. De kwijtscheldingen zijn toe te rekenen aan rioolheffingen voor een bedrag van  € 16.000 (begroot € 15.000) en afvalstoffenheffing voor een bedrag van € 79.000  (begroot € 75.000).  In 2025 kunnen mogelijk nog enkele bedragen worden kwijtgescholden die betrekking hebben op 2024.