
Programma 2 Opgave Duurzaamheid
2.1 Programmaplan
Terug naar navigatie - - 2.1 Programmaplan2.3 Aanpak
De transitie naar een toekomstbestendige en duurzame gemeente kenmerkt zich door onzekerheden en is per definitie niet te vangen in een blauwdruk of vastomlijnd stappenplan. Geertruidenberg is, net als andere gemeenten, volop aan het leren en experimenteren hoe zij haar duurzame doelen gaat realiseren. We gaan zo doelmatig mogelijk aan de slag, maar we weten ook dat een transitie niet lineair verloopt. Dit programma geeft aan wat er nodig is om dat iteratieve proces van een transitie aan te gaan, met de kennis van vandaag. Het houdt rekening met ontwikkelingen, onzekerheden en afhankelijkheden van andere partijen. Het gaat uit van de lokale sterktes van Geertruidenberg en focust op wat wij nu kunnen en moeten doen om de transitie naar een duurzame gemeente te versnellen. We richten ons op de maatregelen en activiteiten die de meeste impact hebben. En kijken wat we op korte termijn kunnen doen om de transitie naar een duurzame gemeente op lange termijn zo gemakkelijk mogelijk te laten verlopen.
2.3.1 Programmalijnen
1. Energietransitie
De energietransitie bestaat op hoofdlijnen uit twee onderdelen: de omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen en het verminderen van onze energiebehoefte. Deze twee onderdelen zijn allebei een grote uitdaging, maar hangen wel nauw met elkaar samen. We behandelen ze daarom onder één programmalijn, maar werken wel aparte doelen en projecten uit.
Naar een toekomstbestendig energiesysteem
De omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen bestaat uit een aantal stappen:
- Het duurzaam opwekken van energie, bijvoorbeeld met zonnepanelen;
- Het aanpassen van de huidige energie infrastructuur naar een toekomstbestendige infrastructuur, waaronder de uitfasering van aardgas;
- Het opslaan van energie om de ongelijktijdigheid van vraag en aanbod te kunnen regelen.
Afgelopen jaren hebben we in Geertruidenberg al hard gewerkt om dit mogelijk te maken. Er liggen steeds meer zonnepanelen op onze daken en op het water, daarnaast hebben we in de regio nieuwe plannen gemaakt voor de energietransitie in de RES 1.0. Komend jaar werken we toe naar de RES 2.0 waarin we alle ontwikkelingen op gebied van elektriciteit en warmte meenemen.
In de uitvoering van de energietransitie lopen we tegen een aantal complexe knelpunten aan. Het belangrijkste probleem is netcongestie in de regio. De opgave om energieneutraal te worden is daardoor een stuk moeilijker geworden. Dat betekent dat we niet alleen met ambitie, maar ook met realisme moeten kijken naar de energietransitie. Grootschalige duurzame energie opwek is op dit moment moeilijk. Geertruidenberg zet daarom in op het mogelijk maken van de elektriciteitsinfrastructuur, die door het Amerknooppunt van landelijk belang is. Daarnaast kan de gemeente het ondanks de beperkingen op het elektriciteitsnet, al wel in beleid schetsen onder welke voorwaarden grootschalige opwek en opslag mogelijk is. Zo spelen we in op de situatie waarbij de knelpunten op het elektriciteitsnet opgelost zijn.
Kortom: komende jaren bouwen we hard aan het energiesysteem van de toekomst en maken we de weg vrij om onze duurzame energie opwek vanaf 2027 enorm op te schalen.
Energie besparen in de gebouwde omgeving
De meest duurzame energie is energie die je niet gebruikt. Daarom zetten we fors in op energiebesparing. Het grootste deel van deze besparing realiseren we door het isoleren van woningen en bedrijfsgebouwen. Op het gebied van warmte is de doelstelling duidelijk: uiterlijk in 2050 worden alle gebouwen in de gemeente duurzaam verwarmd zonder fossiel gas. Een ambitieuze opgave, want het merendeel van de gebouwen gebruikt op dit moment nog aardgas voor ruimteverwarming, warm water, koken, of voor bedrijfsprocessen. Als regisseur van de warmtetransitie jaagt de gemeente de komende jaren verdere stappen aan naar een toekomstbestendige gebouwvoorraad. Dat betekent isoleren en besparen, zowel gemeente breed als gebiedsgericht via buurtuitvoeringsplannen, en de overstap naar aardgasvrije warmtealternatieven faciliteren. Uitgangspunt daarbij is dat maatregelen die worden genomen en het alternatief voor aardgas technisch en financieel haalbaar is voor alle inwoners en ondernemers.
Voor de slechter geïsoleerde woningen zetten we een lokale isolatiesubsidie op, zodat we een flinke slag kunnen maken. Ook gaan we door met het verduurzamen van ons eigen gemeentelijk vastgoed, zodat wij als gemeente het goede voorbeeld geven. In de besparingsopgave trekken we samen op met onze realisatiepartners om plannen en ambities goed op elkaar af te stemmen en geen kans voor verduurzaming onbenut te laten.
De wijkuitvoeringsplannen zijn een verdieping op de Transitievisie Warmte. Dit houdt in dat buurt voor buurt, in de periode tot 2050, van het gas af gaat d.m.v. deze plannen. Voor iedere buurt moet een wijkuitvoeringsplan geschreven worden en daarmee is in 2023 een start gemaakt. Momenteel liggen de wijkuitvoeringsplannen stil, doordat landelijke netcongestie en de ontwikkelingen rondom het Amernet de voortgang belemmeren. Lokale stimulatie energiebesparing vind plaats via vrijwillige energiecoaches, energieloketten, duurzaamheidsleningen en doelgroepspecifieke isolatiesubsidie en praktische hulp vanuit energiefixers. |
2. Duurzame Mobiliteit
Om te komen tot een fossielvrije gemeente moeten we ook werken aan andere manier van vervoer. Duurzame mobiliteit kan grofweg opgeknipt worden in twee delen: deel- & openbaar vervoer en infrastructuur. Onder deel- en openbaar vervoer valt alles van de bus tot deelfietsen en –auto’s. En onder infrastructuur valt alles van fietspaden tot oplaadinfrastructuur.
De meest duurzame mobiliteit is geen mobiliteit, of in ieder geval die vorm waarvoor je geen motorvoertuig nodig hebt. Daarom zetten we ten eerste in op verplaatsingen met de personenauto verminderen, door fietsen, openbaar vervoer en wandelen aantrekkelijker te maken. We inventariseren de knelpunten, pakken deze aan en verbeteren onze fietsinfrastructuur waar mogelijk. Dit alles komt terug in het gemeentelijke mobiliteitsplan. Daarnaast stimuleren we openbaar vervoer en deelvervoer, het liefst zo snel mogelijk fossielvrij. Hierdoor worden verplaatsingen efficiënter, omdat we meer mensen met minder voertuigen van A naar B kunnen brengen. De autoverplaatsingen die vervolgens nog nodig zijn, maken we zo duurzaam mogelijk door duurzaam rijden te faciliteren en stimuleren.
Afgelopen jaren hebben we in Nederland een enorme groei aan elektrische auto’s gezien. Ook in Geertruidenberg verwachten we een verdere toename van het aandeel elektrisch rijders. Dit willen wij stimuleren en zeker niet afremmen door een beperkt aanbod laadpalen in de publieke ruimte. We bewegen mee met de vraag naar reguliere laadpalen; we plaatsen bij aanvragen van bewoners en hanteren daarin de ladder van laden. Als we zien dat het aanbod achter blijft bij de vraag plaatsen we ook proactief, dus zonder bewonersaanvraag, extra laadpunten. Bovendien stimuleren we aankomende jaren ondernemers in onze gemeente om over te stappen op duurzame mobiliteit – bijvoorbeeld door hun eigen wagenpark te verduurzamen. We geven het goede voorbeeld en pakken in de komende jaren ook ons eigen wagenpark aan.
Het aantal openbare laadpalen in de openbare ruimte is gegroeid tot 94 laadpalen met 188 laadpunten. Tevens is samen met de provincie een nieuwe laadpaalconcessie verleend voor de verdere uitbreiding van openbare laadpalen. Daarnaast zijn knelpunten in de wandelroutes en fietsroutes aangepakt. Zo is er een voetgangersoversteekplaats gerealiseerd in de Oude Stadsweg en hebben we met onze inwoners een ontwerp gemaakt voor de loop- en fietsroute over de Markt in Geertruidenberg. |
3. Circulaire Economie
We verbruiken momenteel veel meer grondstoffen dan onze planeet beschikbaar heeft, daarnaast blijft de behoefte naar grondstoffen groeien. De huidige onbalans in grondstoffenverbruik is niet oneindig vol te houden. Daarom werkt Nederland toe naar een volledig circulaire economie in 2050, met als tussendoel 50% minder verbruik van primaire grondstoffen in 2030. In een circulaire economie worden materialen en producten die nu nog als afval worden gezien, hergebruikt. Zo hebben we minder of geen nieuwe grondstoffen nodig. De nationale doelen en maatregelen zijn vastgelegd in het Nationale Programma Circulaire Economie.
De opgave om van een lineaire naar een circulaire economie te komen, is een enorme uitdaging. We gaan naar een economisch systeem van gesloten kringlopen, waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen. Dit doen we door in bestaande productieprocessen efficiënter gebruik te maken van grondstoffen, en als nieuwe grondstoffen nodig zijn, deze zoveel mogelijk duurzaam en hernieuwbaar te produceren. Bovendien is het belangrijk productiemethodes te ontwikkelen op basis van circulair ontwerp. Deze efficiënte en duurzame inzet van grondstoffen is noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen.
In Geertruidenberg passen we ons afvalbeleid aan: we gaan meer en efficiënter afval scheiden. Dat maakt het hergebruik en opwaarderen van ‘afval’ makkelijker. We gebruiken nieuwe normeringen, ontwikkelen een financiële prikkel, maar zetten ook zachte instrumenten in als bewustwordingscampagnes. Daarnaast zetten we circulariteit centraal in ons inkoopbeleid en stimuleren we ondernemers in onze gemeenten gebruik te maken van elkaars afvalstromen.
Invoering financiële prikkel Communicatiecampagnes |
4. Klimaatbestendigheid
Naast bijdragen aan het beperken van klimaatverandering is er ook een noodzaak ontstaan om ons voor te bereiden op het nu al veranderende klimaat. We zien hier steeds meer praktijkvoorbeelden van in Nederland. Van snikhete zomers, tot overstromingen in Limburg. Vanuit het Nationaal Deltaprogramma en de Nationale Adaptatiestrategie komt Nederland in beweging om onze leefomgeving aan te passen aan veranderende weers- en landschapsomstandigheden. De grote uitdaging hierbij is dat de voordelen van klimaatadaptieve maatregelen niet altijd tot direct meetbare of monetair aantrekkelijke resultaten leiden. Dus hoewel de noodzaak voor klimaatadaptatie steeds groter wordt en de maatregelen vaak de leefomgeving verfraaien, is het altijd de vraag hoeveel maatregelen ‘genoeg’ zijn. De klimaatscenario’s van het KNMI leveren hierin elke ca. 10 jaar nieuwe inzichten over de mate van hevige regenval, stormen, hitte, droogte en kans op overstroming waar Nederland mee te maken krijgt.
Om deze veranderende en meer extreme weersomstandigheden het hoofd te bieden, vergroenen we komende jaren onze gemeente. Meer groen zorgt voor verkoeling bij hitte en betere afwatering bij zware regen. We zorgen ook voor voldoende waterberging, dat weer helpt bij droogte. Bovendien zorgt meer groen ook voor een fijne ervaring van de publieke ruimte. Daarbij is het wel belangrijk dat we onze ‘menselijke’ kijk op groen bijstellen. In plaats van alleen te kijken naar de esthetische waarde van groen (een mooi gemaaid grasveld, leuke bloemen), moet de functie van het groen centraal staan. Natuurlijke processen moeten weer leidend worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat we geen planten meer aanplanten op esthetische waarde, maar dat we inheemse, streekeigen planten aanbrengen om het ecosysteem te herstellen. Ook bij het beheer van het groen wordt de functie van het groen centraal gesteld. We maken vergroening leidend in onze ruimtelijke inrichting en stellen een Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) op. Duurzame inrichting van onze gemeente biedt ook kansen om biodiversiteit in Geertruidenberg te herstellen. We maken dit expliciet in een soortenmanagement plan. Dit plan omvat een aanpak voor de gebouwgebonden soorten, maar ook een plan voor biodiversiteitsherstel. Het ecosysteem denken wordt daarin leidend. Tot we een DIOR hebben, pakken we geplande werkzaamheden aan als kans en kijken we waar we deze nu al kunnen verduurzamen.
Naast het opstellen van het DIOR, is ook het Omgevingsprogramma Groen vastgesteld in 2024. Hierin staat beschreven welke ambities we hebben op het gebied van vergroening. Op basis van de vier thema's 'versterken en verbinden van groen', 'biodiversiteit', 'klimaat', en 'gezondheid' zijn beleidsregels opgesteld waarmee we onze groenambities geconcretiseerd hebben. |
2.2 Ontwikkelingen
Terug naar navigatie - - 2.2 OntwikkelingenIn onderstaande tabel staan de begrote mutaties en de werkelijkheid t.o.v. voorgaande begrotingen/de kadernota. Voor detailinformatie verwijzen we naar het jaarrekening gedeelte.
Pr.
|
Programmalijn |
Omschrijving Programmalijn |
Begroting mutatie 2024 |
V/N
|
Werkelijk mutatie 2024 |
V/N
|
P2 |
1.1 |
Ontwikkelen energiesysteem van de toekomst |
80.000 |
N |
53.000 | N |
P2 |
1.2 |
Opstellen en uitvoeren Wijkuitvoeringsplannen Warmtetransitie |
30.000 |
N |
24.000 | N |
P2 |
1.3 |
Permanente informatie- en bewustwordingscampagne |
18.500 |
N |
11.000 | N |
P2 |
1.4 |
Herijking duurzaamheidsprogramma |
0 |
- |
0 | - |
P2 |
2.1 |
Faciliteren deelmobiliteit* |
0 |
- |
7.000 | N |
P2 |
2.2 |
Investeren (fiets)oplaad infrastructuur |
15.000 |
N |
9.000 | N |
P2 |
3.1 |
Stimuleren circulariteit |
15.000 |
N |
26.000 | N |
P2 |
4.1 |
Opstellen DIOR** |
0 |
- |
60.000 | N |
P2 |
4.2 |
Herstel biodiversiteit en ecosysteem inclusief instandhouding |
75.000 |
N |
87.000 | N |
P2 |
Totaal |
|
233.500 |
N |
277.000 | N |
*€ 20.000 wordt gedekt uit de Vrije algemene reserve in 2024 en 2025
** € 50.000 wordt gedekt uit de Vrije algemene reserve in 2024
Toelichting op de tabel ontwikkelingen
Terug naar navigatie - 2.2 Ontwikkelingen - Toelichting op de tabel ontwikkelingen1.1 Ontwikkelen energiesysteem van de toekomst
Eén van de belangrijkste pijlers van de energietransitie is het energiesysteem, oftewel alle elektriciteits- en warmtevoorzieningen. Geertruidenberg is en blijft een belangrijk knooppunt van beide voorzieningen. Op dit moment is er schaarste op het elektriciteitsnet. Om deze voorziening op korte termijn weer toegankelijk te maken en te houden voor de toekomst, zetten we sterk in een toekomstbestendig systeem. Onder andere TenneT en Enexis ondernemen veel initiatieven die in onze gemeente landen: om dit goed te kunnen begeleiden en inwoners op een goede manier te kunnen blijven voorzien van informatie, maken we €30.000,- per jaar vrij. In 2024 zetten we ons samen met partners in om alle projecten ook ruimtelijk goed te laten landen, hier maken we eenmalig €50.000,- voor vrij.
In 2024 hebben we een onderzoek naar de leefbaarheid laten uitvoeren en daaropvolgend een leefbaarheidsvisie en plan voor de kern Geertruidenberg laten opstellen. |
1.2 Opzetten en uitvoeren Wijkuitvoeringsplannen Warmtetransitie
De warmtetransitie stopt niet in 2024. Daarom begroten we vanaf 2024 jaarlijks €30.000,- voor het opstellen en uitvoeren van warmteplannen. Daarmee helpen we buurtgericht inwoners stap voor stap met het aardgasvrij maken van hun woning.
De wijkuitvoeringsplannen zijn een verdieping op de Transitievisie Warmte. Dit houdt in dat we buurt voor buurt in de periode tot 2050 van het gas af gaan d.m.v. deze plannen. Voor iedere buurt moet een wijkuitvoeringsplan geschreven worden en daarmee is in 2023 een start gemaakt. Momenteel staan de wijkuitvoeringsplannen ‘on hold’ omdat de landelijke netcongestie en de ontwikkelingen rondom het Amernet van invloed zijn op deze plannen. |
1.3 Permanente bewustwordings- en informatiecampagne gemeentebreed energie
We merken dat steeds meer mensen bewuster omgaan met energie en maatregelen willen nemen. Een goed teken en een signaal dat o.a. de bewustwordingscampagnes werken. Daarom willen we deze breder opzetten en aanvullen met een permanente informatiecampagne: we merken dat inwoners behoefte hebben aan meer en gerichter informatie over bijvoorbeeld subsidies en maatregelen willen hebben. Daar maken we structureel €25.000,- per jaar voor vrij.
Hiervoor hebben we het energieloket in de gemeente Geertruidenberg. Zij verzorgen gemeentebreed de bewustwordings- en informatiecampagne rondom energie voor onze inwoners. Daarnaast hebben we energiecoaches die bij bewoners langsgaan om informatie en advies te geven over energiebesparende maatregelen en gedrag. |
1.4 Herijking duurzaamheidsprogramma
Iedere vier jaar herijken we het duurzaamheidsprogramma; omdat we vooruit willen kijken, nemen we daarvoor alvast éénmalig 30.000 euro voor op in 2027.
In 2024 heeft er geen herijking plaatsgevonden. |
2.1 Faciliteren buurtmobiliteit
Vrijwel alle vervoersmiddelen in Nederland staan het merendeel van de tijd stil. Dit is zonde van de ruimte en materialen die nodig zijn voor de bouw van dergelijke middelen. Het delen van mobiliteit neemt in het hele land een flinke vlucht: in Geertruidenberg willen we dit ook mogelijk maken. Samen met inwoners en ondernemers ontwikkelen we een (of meer) deelvervoer-concept waarmee we het aantal auto’s terugdringen. Hiervoor maken we in 2024 en 2025 incidenteel €20.000,- vrij.
In 2024 is een extern adviesbureau ingehuurd om de mogelijkheden passend bij de gemeente Geertruidenberg te onderzoeken op het gebied van deelmobiliteit. Q2 2025 wordt dit advies opgeleverd. |
2.2 Investeren in (fiets)oplaadinfrastructuur
Elektrisch rijden wordt steeds populairder, zowel de aantallen elektrische auto’s als fietsen, scooters en andere vervoersmiddelen nemen fors toe. Om ervoor te zorgen dat we dit op een goede manier kunnen blijven faciliteren, maken we structureel €15.000,- vrij.
In 2024 is een extern adviesbureau ingehuurd om de mogelijkheden passend bij de gemeente Geertruidenberg te onderzoeken. Q2 2025 wordt dit advies opgeleverd. |
3.1 Stimuleren circulairiteit
Grondstoffen worden steeds schaarser en het winnen van nieuwe grondstoffen belast het milieu. Om die redenen zetten we steeds meer in op hergebruik van materialen en denken we bij het ontwerpen van nieuwe producten van te voren al na over het hergebruik ná de levensduur. Om onze bedrijven hierin te steunen én zelfs te werken aan een circulair (afval)systeem, maken we structureel €30.000,- per jaar vrij.
Textielinzameling wordt sinds dit jaar naar de sociale werkplek (Midzuid) gebracht.
|
4.1 Opstellen DIOR
Eén van de grote speerpunten in het programma duurzaamheid, is de Duurzame Inrichting van de Openbare Ruimte (DIOR). Dit traject start al in 2023. In 2024 worden vervolgens de uitvoeringsprogramma’s opgesteld. Om ervoor te zorgen dat deze uitvoeringsprogramma’s op een duurzame manier worden opgesteld en uitgevoerd, maken we eenmalig €50.000,- vrij. Hiermee geven we als gemeente niet alleen het goede voorbeeld op het gebied van groen/blauwe inrichting, maar pakken we hittestress en wateroverlast aan en herstellen we tegelijkertijd delen van het ecosysteem en onze biodiversiteit.
Het proces rondom DIOR is afgerond en ter besluitvorming aangeboden aan de Raad op 13 maart 2025. De Raad heeft de voorkeur uit uitgesproken voor het kwaliteitsscenario “Afgewogen” en de financiële consequenties te betrekken bij de integrale afweging bij de behandeling van de Kadernota en de Begroting 2026. |
4.2. Herstellen ecosysteem en biodiversiteit
Het herstellen van het ecosysteem en de biodiversiteit start natuurlijk niet pas bij een DIOR. We nemen al stappen door bijvoorbeeld ecologisch beheer toe te passen op de bermen. Maar ook komende jaren kunnen we investeren in meer groen en blauw. Hiervoor maken we structureel €75.000,- per jaar vrij. Dit zetten we o.a. in voor het uitbreiden van de hoeveelheid en kwaliteit van het groen, het in stand houden hiervan op de langere termijn, maar bijvoorbeeld ook bij het verduurzamen tijdens reeds geplande werkzaamheden in de openbare ruimte.
Dit jaar is vooral de focus gelegd op het goed verankeren van groen en blauw in beleid. |
2.3 Beleidsindicatoren
Terug naar navigatie - - 2.3 BeleidsindicatorenHoe gaan we dat meten?
Terug naar navigatie - 2.3 Beleidsindicatoren - Hoe gaan we dat meten?Programmalijn | Beleidsindicatoren | Begroting 2024 | Doelstelling | Jaarrekening 2024 |
Energietransitie: fossielvrij en energieneutraal in 2050 | % duurzaam opgewekte elektriciteit | 11,3% (2021) | 100 % van de verbruikte energie wordt duurzaam opgewekt in 2050 | * |
% energiebesparing t.o.v. 2018 | 12,5% (2021) | 15% warmtebesparing in 2030, 33% in 2050 | * | |
% aardgasvrije panden | 10,6% (2021) | Verhoging van het aantal aardgasvrije panden | * | |
Aantal GWh zon op dak | 16,0 GWh | 21 GWh grootschalig zon op dak in 2030 | 21,9 | |
Aantal GWh zon op veld | 4,0 GWh | 24 GWh grootschalig zon op veld in 2030 | nvt | |
Duurzame mobiliteit: alle verplaatsingen in Geertruidenberg zijn in 2050 of eerder duurzaam | Aantal (semi)publieke laadpunten | 205 (mrt-2023) | Een volledig dekkende oplaadinfrastructuur | 188 afhankelijk van realisatie van de exploitant |
%geregistreerde elektrische en waterstofvoertuigen t.o.v. totaal | 3,8% (2022) | Duurzame voertuigen (elektrisch en waterstof) zijn de norm |
elektrisch 3,7% hybride 6,9% |
|
Circulariteit: een circulair Geertruidenberg in 2050 of eerder | % hergebruik primaire grondstoffen (landelijke monitor wordt ontwikkeld) | - | In 2030 50% minder gebruik primaire grondstoffen t.o.v. 2018 | * |
% gebruik primaire grondstoffen (landelijke monitor wordt ontwikkeld) | - | 50% minder gebruik primaire grondstoffen in 2030 | * | |
% gerecycled huishoudelijk afval | 70,3% (2021) | Terugdringen hoeveelheid fijn en grof huishoudelijk restafval naar 30 kg per inwoner per jaar in 2030. Tenminste 90% afvalscheiding in 2030 | * | |
%CO2-uitstoot t.o.v. 2018 | 37,3% verlaging (2021) | Lagere CO2-uitstoot t.o.v. 2018, 0% in 2050 | * | |
Klimaatbestendigheid: Een klimaatbestendig Geertruidenberg in 2050 of eerder | Gevoelstemperatuur op een hete zomerdag vs. oppervlaktetemperatuur | 0 | Geen hittestress in 2050 | 0 |
%groen van het oppervlak van de gemeente (exclusief agrarisch) | 26,3% (2022) | Meer m2 groen van hoogwaardigere kwaliteit in 2027. | 85m2 o.b.v. subsidie aanvragen | |
Blootstelling PM10 en NO2 per m3 lucht | PM10: 17,1 (2021) NO2: 14,9 (2021) | Verbetering van luchtkwaliteit in 2030 |
PM10: 14,4 NO2: 13,8 |
* Zaken waar data nu nog ontbreekt, maar dit nader wordt onderzocht.
Wettelijke beleidsindicatoren
Terug naar navigatie - 2.3 Beleidsindicatoren - Wettelijke beleidsindicatoren
Nr. | Taakveld | Naam indicator | Waarde (Jaarrekening 2023) | Begroot 2024 | Eenheid | Bron | Jaarrekening 2024 |
33. | 7. Volksgezondheid en Milieu | Omvang huishoudelijk restafval | 107 kg | 125 kg | kg | CBS | 19 kg(totaal 117 kg incl. fijn 98 kg) vermoedelijk is 125 kg gebaseerd op fijn + grof |
34. | 7. Volksgezondheid en Milieu | Hernieuwbare elektriciteit | 11,3 % | 8 % | % | Waar staat je gemeente | 2,4 %(2016 laatste gegevens) |
2.4 Risico's
Terug naar navigatie - - 2.4 Risico'sHet grootste risico voor het programma duurzaamheid is het niet (tijdig) in kunnen vullen van de vacatures: hierdoor komt het behalen van de doelstellingen onder te staan.
Het grootste risico voor het programma duurzaamheid is het niet (tijdig) in kunnen vullen van de vacatures: hierdoor komt het behalen van de doelstellingen onder druk te staan. |
2.5 Investeringen
Terug naar navigatie - - 2.5 InvesteringenIn de onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een toelichting gegeven op de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2024 of in het boekjaar 2024 separaat door de gemeenteraad zijn besloten. In het jaarrekeninggedeelte is de detailinformatie van alle lopende investeringen opgenomen.
Kredietomschrijving | Toelichting |
Opgave 2 Duurzaamheid | |
Investeringen volgens Programma Stedelijk Water 2024-2028 | |
Reconstructie Namer e.o. - Riool |
Voorbereiding van het project is in 2024 gestart en wordt gecombineerd met het krediet Reconstructie Namer e.o. - Wegen voor de bovengrondse infrastructuur. |
Riool investeringen | Rioolleidingen in de Oude Stadsweg en Statenlaan zijn vervangen. |
Gemalen E/M | Renovatiewerkzaamheden gemalen zijn in 2024 gestart en nog niet afgerond. Het opgenomen investeringsbedrag komt uit het in december 2023 vastgestelde Programma Stedelijk Water en is een theoretische benadering van de benodigde investeringen voor de gemalen die gebaseerd is op de in de Financiële verordening opgenomen afschrijftermijnen. In de praktijk worden investeringen gedaan op basis van de technische levensduur van de objecten. |
IBA's | Er zijn in 2024 geen investeringen in de IBA's gedaan. |
Gemalen E/M | Renovatiewerkzaamheden gemalen zijn in 2024 gestart en nog niet afgerond. Het opgenomen investeringsbedrag komt uit het in december 2023 vastgestelde Programma Stedelijk Water en is een theoretische benadering van de benodigde investeringen voor de gemalen die gebaseerd is op de in de Financiële verordening opgenomen afschrijftermijnen. In de praktijk worden investeringen gedaan op basis van de technische levensduur van de objecten. |
2.6 Lasten en Baten per programma
Terug naar navigatie - - 2.6 Lasten en Baten per programmaLasten en Baten
Terug naar navigatie - 2.6 Lasten en Baten per programma - Lasten en BatenIn onderstaande tabel zijn, overeenkomstig de BBV voorschriften en gespecificeerd per taakveld, de lasten en baten van het programma opgenomen. Als gevolg van de weergave in een veelvoud van € 1.000 kunnen er in de tabel afrondingsverschillen zitten.
Programma 2 Duurzaamheid |
(bedragen x € 1.000) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
LASTEN |
|||||||||
TV |
Omschrijving |
Jaarrekening
2023 |
Begroting 2024
Primitief |
Begroting 2024
Na wijziging |
Jaarrekening
2024 |
Verschil |
V/N |
||
7.2 |
Riolering |
1.922 |
2.000 |
2.023 |
1.969 |
-54 |
V |
||
7.3 |
Afval |
2.586 |
2.809 |
2.809 |
2.774 |
-35 |
V |
||
7.4 |
Milieubeheer |
1.699 |
1.949 |
2.929 |
2.014 |
-915 |
V |
||
Programma 2 Duurzaamheid |
6.207 |
6.758 |
7.761 |
6.757 |
-1.004 |
V |
|||
BATEN |
|||||||||
TV |
Omschrijving |
Jaarrekening
2023 |
Begroting 2024
Primitief |
Begroting 2024
Na wijziging |
Jaarrekening
2024 |
Verschil |
V/N |
||
7.2 |
Riolering |
2.451 |
2.595 |
2.591 |
2.518 |
73 |
N |
||
7.3 |
Afval |
3.124 |
3.429 |
3.429 |
3.372 |
57 |
N |
||
7.4 |
Milieubeheer |
523 |
531 |
1.333 |
804 |
529 |
N |
||
Programma 2 Duurzaamheid |
6.098 |
6.555 |
7.353 |
6.694 |
659 |
N |
|||
Totaal van bestemming |
|||||||||
TV |
Omschrijving |
Jaarrekening
2023 |
Begroting 2024
Primitief |
Begroting 2024
Na wijziging |
Jaarrekening
2024 |
Verschil |
V/N |
||
0.10 |
Mutaties reserves Lasten |
190 |
0 |
0 |
0 |
0 |
- |
||
0.10 |
Mutaties reserves Baten |
88 |
120 |
120 |
83 |
37 |
N |
||
Programma 2 Duurzaamheid - Bestemming |
102 |
-120 |
-120 |
-83 |
37 |
N |
|||
Totaal resultaat |
|||||||||
Omschrijving |
Jaarrekening
2023 |
Begroting 2024
Primitief |
Begroting 2024
Na wijziging |
Jaarrekening
2024 |
Verschil |
V/N |
|||
Totaal Lasten |
6.207 |
6.758 |
7.761 |
6.757 |
-1.004 |
V |
|||
Totaal Baten |
6.098 |
6.555 |
7.353 |
6.694 |
659 |
N |
|||
Totaal Reserves |
102 |
-120 |
-120 |
-83 |
37 |
N |
|||
Saldo Programma 2 Duurzaamheid |
211 |
83 |
288 |
-20 |
-308 |
V |