
Paragraaf D - Financiering
De gemeente leent in sommige gevallen geld om bijvoorbeeld grote investeringen te kunnen financieren, maar op andere momenten kan ook sprake zijn van overtollige liquide middelen. Om de financieringskosten van het benodigde geld zo laag mogelijk te houden kent de gemeente een treasuryfunctie.
In deze paragraaf wordt de treasuryfunctie van de gemeente nader uitgewerkt. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die gericht zijn op het beheer van de financiële middelen en de risico’s daarvan. Aan de treasuryfunctie ligt de meest recente versie van het Treasurystatuut van de gemeente ten grondslag. Het Treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, terwijl de uitwerking zijn weerslag vindt in de paragraaf financiering in de begroting en de verantwoordingsinformatie daarvan in de jaarrekening.
De doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente zijn:
• het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien teneinde de door de raad vastgestelde programma’s te kunnen uitvoeren;
• het beschermen van de gemeentelijke vermogenswaarden en de resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;
• het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut;
• het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
Met het opstellen van deze paragraaf wordt vormgegeven aan de onderdelen die in de artikelen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de meest recente versie van de Financiële verordening Geertruidenberg zijn opgenomen omtrent financiering.
Renteomslag
De gemeente hanteert voor het toerekenen van financieringskosten aan de verschillende programma’s een werkwijze waarbij geen direct verband aanwezig is tussen een bepaalde investering en het aantrekken van de daarvoor benodigde financiering. Alle financieringskosten van de gemeente worden verzameld en vervolgens toegekend aan de verschillende programma’s op basis van de renteomslag. De renteomslag voor 2026 is begroot op 1,25%, voor 2027 en 2028 op 1,50% en voor 2029 op 1,75%.
De reden voor de stijging van de renteomslag is te verklaren door de gestegen rentes op de geldmarkt in de afgelopen jaren:
Renteverloop (standen per 1 januari) |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Financiering < 1 jaar | 2,45% | 2,45% | 2,45% | 3,75% | 5,00% | 5,00% |
Financiering 25 jaar | 0,79% | 0,31% | 0,80% | 3,37% | 3,09% | 3,29% |
Financiering 40 jaar | 0,47% | 0,08% | 0,58% | 3,41% | 2,92% | 3,19% |
Bron: BNG Bank
Renterisicobeheer
Kasgeldlimiet (kortlopende financiering)
De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag de limiet niet overschrijden. Dit betekent dat voor dit bedrag geen langlopende geldlening hoeft te worden aangetrokken.
Toegestane kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) | |
Omvang begroting per 1 januari 2025 | 82.153 |
Kasgeldlimiet in % van de grondslag | 8,50% |
Kasgeldlimiet in bedrag | 6.983 |
Bij drie achtereenvolgende kwartalen met overschrijding van dit kasgeldlimiet dient de Provincie, als toezichthouder, te worden ingelicht en moet worden aangeven hoe de overschrijding van de kasgeldlimiet wordt voorkomen.
Renterisiconorm (langlopende financiering)
De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (totale lasten van de begroting) bij aanvang van het dienstjaar. Dit bedrag wordt afgezet tegen het bedrag dat in het lopende jaar aan aflossingen betaald moet worden, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien dient te worden. Ook deze norm mag niet overschreden worden. Uit onderstaande tabel wordt geconcludeerd dat sprake is van een aanzienlijke ruimte voordat de renterisiconorm wordt overschreden.
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
1. Renteherziening | - | - | - | - |
2. Aflossing | 1.975 | 1.849 | 1.610 | 1.611 |
3. Renterisico (1 + 2) | 1.975 | 1.849 | 1.610 | 1.611 |
4a. Begrotingstotaal | 76.828 | 76.149 | 76.266 | 76.266 |
4b. Percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
4. Renterisiconorm | 15.366 | 15.230 | 15.253 | 15.253 |
5. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3) | 13.391 | 13.381 | 13.643 | 13.642 |
Kredietrisicobeheer
De kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend gelden uit te zetten bij kredietwaardige partijen. In het Treasurystatuut is bepaald dat dit Nederlandse overheden en kredietwaardige partijen zijn met minimaal een A-rating van tenminste twee erkende ratingbureaus. Verder beperkt het verplichte Schatkistbankieren de kredietrisico’s van de gemeente.
Intern liquiditeitsbeheer
In het kader van het opstellen van de begroting 2026 wordt een inschatting gemaakt van het financieringstekort of -overschot. Onderdeel daarvan is de toename van de boekwaarde als gevolg van de gevoteerde investeringen en de mogelijke verkopen. Voor de berekening van het financieringssaldo wordt, ten tijde van het opstellen van de begroting 2026, ervan uitgegaan dat deze middelen ook daadwerkelijk worden uitgegeven of ontvangen.
Periodiek wordt een liquiditeitsprognose opgesteld. Hiermee wordt het inzicht vergroot in het beheer van de dagelijkse saldi en het ontvangen c.q. het verstrekken van financiële middelen tot een periode van één jaar. Eventuele overschotten worden zo efficiënt mogelijk beheerd conform de regels van het Treasurystatuut. Overtollige middelen moeten naar de schatkist van de Rijksoverheid worden afgeroomd.
Opgenomen geldleningen
Het totaal van de opgenomen vaste geldleningen per 1 januari 2026 bedraagt € 38.779.000.
Vooralsnog wordt verwacht dat voor het boekjaar 2026 geen leningen aangegaan hoeven te worden, gezien er nog voldoende liquide middelen beschikbaar zijn.
Het verloop van de langlopende geldleningen (in totalen) voor het jaar 2026 is als volgt:
Verloop langlopende geldleningen (bedragen x € 1.000) |
|
|
Saldo begin 2026 |
|
38.779 |
Opgenomen |
- | |
Aflossingen |
1.975 |
|
Saldo ultimo 2026 |
|
36.804 |
Rentetoerekening
In de paragraaf financiering dient vanuit het BBV en de financiële verordening van de gemeente inzicht gegeven te worden in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend. Door onderstaand tabel en uitgangspunten in de begroting op te nemen wordt invulling gegeven aan deze vereiste.
Schema rentetoerekening (bedragen x € 1.000) |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
A. | Externe rentelasten over de korte en lange financiering | 673 | 634 | 601 | 580 |
Rente berekend financieringstekort | 334 | 708 | 768 | 832 | |
B1. | Externe rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.007 | 1.342 | 1.369 | 1.412 | |
C1. | Rente toe te rekenen aan grondexploitatie | -26 | -7 | 11 | 34 |
C2. | Rentelasten projectfinanciering | 0 | 0 | 0 | 0 |
C3. | Rentebaten projectfinanciering | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo toe te rekenen externe rente | 981 | 1.335 | 1.380 | 1.446 | |
D1. | Rente over eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 |
D2. | Rente over voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 981 | 1.335 | 1.380 | 1.446 | |
E. | Werkelijke aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) |
-979 | -1.325 | -1.315 | -1.477 |
F. | Renteresultaat op het taakveld treasury * |
2 N | 10 N | 65 N | -31 V |
* Het renteresultaat is van administratieve aard.
Uitgangspunten:
- Voor de berekening van rentelasten van het financieringstekort voor de jaren 2026 tot en met 2029 wordt uitgegaan van de volgende rentepercentages:
- langlopende financieringen: 3,30%; en
- kortlopende financieringen: 5,00%;
beide gebaseerd op de rente voor financieringen volgens de BNG Bank per juli 2025.
- Gezien bovengenoemde rentepercentages op de geldmarkt wordt voor het meest recente investeringsplan een renteomslag van 3% gehanteerd.
- De renteomslag voor de begroting 2026 is berekend op 1,25%. Voor de jaren 2027 en 2028 is dit berekend op 1,50% en voor 2029 op 1,75%.
- Er worden geen rentebaten berekend over de eigen financieringsmiddelen.
Verstrekte geldleningen
Door de gemeente zijn langlopende geldleningen verstrekt ten behoeve van met name het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). De rentelasten van deze leningen worden via een beheersvergoeding van het SVn terug ontvangen en zijn daarmee budgettair neutraal voor de gemeente.
Schatkistbankieren
Het schatkistbankieren bepaalt sinds december 2013 het saldo- en liquiditeitsbeheer. Overtollige middelen moeten bij de schatkist van de Rijksoverheid worden afgeroomd. Als sprake is van overtollige middelen worden saldi periodiek afgeroomd. Hiervoor is een aparte bankrekening geopend (bij de huisbankier) die bij het ministerie van Financiën is geregistreerd. Het drempelbedrag is gelijk aan 2,00% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen, waarbij het drempelbedrag minimaal € 1 miljoen bedraagt. Het begrotingstotaal 2026 betreft € 76.828.000 waardoor het drempelbedrag voor de gemeente € 1.537.000 miljoen bedraagt. In de toelichting op de balans van de jaarrekening wordt de werkelijke uitvoering van het schatkistbankieren gerapporteerd.