Programma 2 Opgave Duurzaamheid

Met het Duurzaamheidsprogramma geven we in de volle breedte invulling aan Duurzaamheid. Van Energie tot Circulariteit en van Duurzame Mobiliteit tot Klimaatadaptatie. Daarmee geven we invulling aan deze grote maatschappelijke opgaven zodat we klaar zijn voor de toekomst. Daarin geven we invulling aan beleidsopgaven en zijn we actief met concrete projecten. Samen maken we de gemeente stuk voor stuk groen, biodivers en klimaatbestendig. 

2.1 Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - - 2.1 Wat willen we bereiken?

Een duurzaam, fossielvrij, circulair en klimaatbesteding Geertruidenberg in 2050 of eerder. 

Binnen Programma 2 ''Opgave Duurzaamheid'' zijn  de onderstaande doelstellingen opgenomen:

2.1.1 Een energieneutraal en fossielvrij Geertruidenberg in 
2.1.2 Alle verplaatsingen in Geertruidenberg zijn in 2050 duurzaam
2.1.3 Een circulair Geertruidenberg in 2050
2.1.4 Een klimaatbestendig Geertruidenberg in 2050 of eerder

2.1.1 Een energieneutraal en fossielvrij Geertruidenberg in 2050 of eerder

Terug naar navigatie - - 2.1.1 Een energieneutraal en fossielvrij Geertruidenberg in 2050 of eerder

We werken aan een toekomstbestendig energiesysteem in onze regio. We verminderen onze energiebehoefte van inwoners door in te zetten op besparing.  De energievraag die overblijft vullen we in door duurzame energie op te wekken. Daarnaast geven we invulling aan de landelijke en regionale energietransitie door de positie die de gemeente Geertruidenberg heeft in het zijn van een energie-hub.  Hierover meer in de paragraaf Powerport. Tot slot zijn we actief in de warmtetransitie, om op termijn van het gas af te gaan, maar ook door een regionale rol te spelen in de energie infrastructuur. We schrijven hiervoor een warmteprogramma in 2026.

 

Beleidsindicator

Waarden

2025

2026

2027

 % duurzaam opgewekte elektriciteit

 15%

 15%

 15%

% energiebesparing t.o.v. 2018

 15%

 15%

 15%

% aardgasvrije panden

 12%

 12%

 12%

Aantal GWh zon op dak

 18 GWh

 18 GWh

 18 GWh

Aantal GWh zon op veld

 4,0 GWh

 4,0 GWh

 4,0 GWh

 

 

a. Een toegankelijk, duurzaam en toekomstbestendig energiesysteem 
Wij zetten ons in voor het regionale energiesysteem. Gemeente Geertruidenberg heeft met het Amergebied en de Amercentrale een dominante positie in de energietransitie. Hier geven wij zo goed mogelijk invulling aan door de belangen van de gemeente te vertegenwoordigen en daarmee de leefbaarheid en bredere welvaart te borgen. Tegelijkertijd vervullen wij onze maatschappelijke taak om dit energiesysteem mogelijk te maken.  In de paragraaf Powerport gaan we hier verder op in.

 

b. 33% warmtebesparing t.o.v. 2018 in 2050, 15% in 2030
In 2026 schrijven we een warmteprogramma. Dit is een traject van de lange adem omdat heel wat randvoorwaarden (o.a. isolatie en warmtenet) op orde moeten zijn voordat we daadwerkelijk tot warmtebesparing komen. Hierbij blijven we nauw in contact met de betrokken inwoners. Middelen om de warmtetransitie te ondersteunen vanuit de gemeente zijn in de kadernota geschrapt. Daarom doen we een groter beroep op de markt en hopen we dat het Rijk met aanvullende gelden komt.

 

c. 100% van de verbruikte energie wordt duurzaam opgewekt in 2050
Stapsgewijs maken we stappen in het opwekken van duurzame energie. Daarvoor zet de gemeente vooral in op zonnepanelen en kunnen we aansluiten op initiatieven in de regio.

Wettelijke beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - 2.1.1 Een energieneutraal en fossielvrij Geertruidenberg in 2050 of eerder - Wettelijke beleidsindicatoren

 

Nr. Taakveld Naam indicator  Jaar Waarde (Jaarrekening 2022) Werkelijk 2024 Eenheid Bron
33. 7. Volksgezondheid en Milieu Omvang huishoudelijk restafval 2024 Grof huishoudelijk restafval  117 kg/inwoner CBS
34. 7. Volksgezondheid en Milieu Hernieuwbare elektriciteit  2024 Aandeel hernieuwbare elektriciteit - % CBS

2.1.2 Alle verplaatsingen in Geertruidenberg zijn in 2050 duurzaam

Terug naar navigatie - - 2.1.2 Alle verplaatsingen in Geertruidenberg zijn in 2050 duurzaam

We stimuleren actieve mobiliteit (lopen en fietsen), zorgen voor aantrekkelijk openbaar- en deelvervoer en schakelen om naar elektrische voertuigen of voertuigen op hernieuwbare brandstoffen.  Uit onderzoek blijkt dat gedeelde mobiliteit niet als zeer kansrijk wordt beschouwd voor Geertruidenberg. Voor 2026 hebben we geen budget om deelmobiliteit te stimuleren. 

 

Beleidsindicator

Waarden

2024

2025

2026

2027

 Aantal (semi)publieke laadpunten

 250

275

300

300

%geregistreerde elektrische en waterstofvoertuigen t.o.v. totaal

 4%

5% 

6% 

7%

 

a.    Een volledig dekkende oplaadinfrastructuur
De oplaadinfrastructuur wordt geïmplementeerd door externe partijen. Wij zijn op dit moment samen met de provincie actief in een nieuwe laadpalenconcessie. Daarin  maken we afspraken over de oplaadinfrastructuur van de komende jaren. Dit leidt stapsgewijs tot een dekkend net.

 

b.    Meer deelvervoer en daarmee minder auto’s
Uit onderzoek blijkt dat deelvervoer voor Geertruidenberg op de korte en middellange termijn niet kansrijk is, behalve in heel specifieke situaties. Voor 2026 zetten we dan ook niet meer in op het stimuleren hiervan en laten dit over aan de markt.

 

c.    Duurzame voertuigen (elektrisch en waterstof) zijn de norm
Meer en meer stappen we over op elektrische voertuigen. Dit stimuleren we voor inwoners met informatievoorziening en tegelijkertijd maken we er werk van om ons eigen wagenpark volledig te elektrificeren. 

 

d.    Per fiets en te voet is zo aantrekkelijk mogelijk
In het in 2025 vastgestelde Mobiliteitsplan wordt van het STOMP principe uitgegaan. Binnen dit principe  willen we onze verplaatsingen bij voorkeur te voet (Stappen), per fiets (Trappen) en met de bus (Openbaar vervoer) laten plaatsvinden. Daarna eventueel via mobiliteitsdiensten (M) en daarna pas met de privéauto ( P) . Dit komt ten goede aan onze ambities in het kader van duurzaamheid en mobiliteitstransitie.

2.1.3 Een circulair Geertruidenberg in 2050

Terug naar navigatie - - 2.1.3 Een circulair Geertruidenberg in 2050

We gooien per inwoner veel minder weg. Het afval dat overblijft scheiden we slim zodat we het kunnen opwaarderen en hergebruiken als grondstof. We geven het goede voorbeeld en kopen circulair in. We experimenteren met het verbinden van reststromen in de gemeente en zetten in op bewustwording. Ook kijken we naar kleinschalige circulaire initiatieven in de gemeente die we kunnen faciliteren. 

 

Beleidsindicator

Waarden

2025

2026

2027

Huishoudelijk restafval in kg/inwoner/jaar    

 72

64 

58 

 Scheidingspercentage huishoudelijk afval   

 80%

82% 

84% 

 Percentage gerecycled huishoudelijk afval 

70%

72% 

74% 

 

a.    100% hergebruik primaire grondstoffen in 2050, 50% in 2030
We zetten in op het hergebruiken van de grondstoffen die worden ingezameld. Dit doen we in eerste instantie om een zo goed mogelijke scheiding van afval te creëren waarmee we de afvalstromen als grondstoffen kunnen gebruiken. Daarnaast zijn we nu in de regio actief om te borgen dat de afvalverwerking ook daadwerkelijk circulair plaatsvindt. 

 

b.    Geen restafval meer in 2050, maximaal 30 kg in 2030
We willen het restafval stap voor stap terugdringen. Daarvoor hebben we de komende jaren veel initiatieven in de planning staan. Het invoeren van Diftar was hiervoor een grote en belangrijke stap waarmee inwoners door middel van prijsprikkels worden gestimuleerd om zo min mogelijk restafval te hebben. Komend jaar blijven we via deze methode inwoners stimuleren en geven we voorlichting waar nodig.

 

c.    50% minder gebruik primaire grondstoffen in 2030
In de regio maken we afspraken over het terugdringen van het gebruik van primaire grondstoffen. 

2.1.4 Een klimaatbestendig Geertruidenberg in 2050 of eerder

Terug naar navigatie - - 2.1.4 Een klimaatbestendig Geertruidenberg in 2050 of eerder

We vergroenen onze gemeente; zo voorkomen we hittestress, herstellen we het ecosysteem en stimuleren we biodiversiteitsherstel. We verbeteren onze bodem- en waterkwaliteit. Ruimte voor ‘groen’ en ‘blauw’ wordt leidend in onze ruimtelijke plannen. We maken onze gemeente klaar voor meer extreme weersomstandigheden.

 

Beleidsindicator

Waarden

2025

2026

2027

% Groen van het oppervlak van de gemeente (exclusief agrarisch)

  28%

  29%

30%

Blootstelling PM10 en NO2 per m3 lucht

PM10: 14
NO2: 14

 PM10: 14
NO2: 14

PM10: 14
NO2: 14

 

a.    Herstel ecosysteem en biodiversiteit
Met het Omgevingsprogramma Groen creëren we beleid voor al onze vergroeningsambities. Het ecosysteem en biodiversiteit vormen hierin de rode draad. Daaraan wordt een Vergroeningsagenda gekoppeld om daarmee ook uitvoering te kunnen geven aan de beleidsdoelstellingen. Deze is sterk afhankelijk van de beschikbare middelen. Op dit moment kunnen we dit vooral op kleine schaal bij kansen die zich voordoen in het implementeren van bio-divers groen.  De gebiedsinvesteringen vanuit het programma Powerport kunnen mogelijk middelen vrijmaken voor vergroenen op een grotere schaal.

 

b.    Geen hittestress én wateroverlast in 2050 
Met vergroening gaan we een groot deel van de hittestress tegen. Het beschikbare budget is afdoende voor kleinschalige maatregelen. Voor grotere, structurele aanpak zijn meer middelen nodig. Pas als die beschikbaar komen, kunnen we dit oppakken. Voor wateroverlast geven we invulling aan het Programma Stedelijk Water waarin allerlei inspanningen staan beschreven die wateroverlast moeten voorkomen. Denk daarbij aan voorlichting op scholen en het aanleggen van gescheiden rioleringen.

 

c.    Vergroende omgeving, meer m2 groen van hoogwaardigere kwaliteit t.o.v. 2023
Bij vervangingsprojecten in de openbare ruimte gaan we meer groen toevoegen. Ook geven we uitvoering aan de ambitie om 100 bomen per jaar te planten. Tot slot zijn we actief met een onnodige verhardingsanalyse. Dit geeft een beeld in de locaties en omvang van locaties die vergroend kunnen worden.

 

d.    Verbeterde luchtkwaliteit t.o.v. 2023
In 2024 zijn de luchtwaarden voor Raamsdonksveer onderzocht door TNO. Dit onderzoek toont aan dat we ruim onder de Europese grenswaardes blijven en hiermee dus voldoen aan de gestelde eisen. In verband met de bezuinigingen op het duurzaamheidsbudget is het de vraag of we verdere luchtkwaliteitsmetingen in de gemeente kunnen uitvoeren. 

2.2 Wat gaan we daar voor doen?

Terug naar navigatie - - 2.2 Wat gaan we daar voor doen?

Om de opgenomen doelstellingen binnen Programma 2 ''Opgave Duurzaamheid'' te realiseren zijn de onderstaande programmalijnen vastgesteld:

2.2.1 Energietransitie
2.2.2 Duurzame mobiliteit
2.2.3 Circulaire economie
2.2.4 Klimaatbestendigheid

2.2.1 Energietransitie

Terug naar navigatie - - 2.2.1 Energietransitie

De energietransitie bestaat op hoofdlijnen uit vier onderdelen: de omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen, het verminderen van onze energiebehoefte, waar mogelijk van van het gas af gaan en het op orde krijgen van de energie infrastructuur. Dit zijn grote uitdagingen en hier zetten we stevig op in. Per onderdeel verschilt de aanpak, maar uiteindelijk willen we een robuust energiesysteem inrichten waarbij inwoners en bedrijven zoveel mogelijk worden ontlast en zelfvoorzienend zijn. Vanuit de regionale samenwerking in Powerport Moerdijk werken we samen met Moerdijk en Drimmelen aan de energie-infrastructuur van de toekomst. Hierover meer in de paragraaf Powerport. 

Resultaten 2026:
•    Verder werken aan herijking Transitievisie Warmte.
•    Continuering Energiecoaches voor gratis energieadvies aan huis.
•    Verstrekken van subsidies en regelingen voor verduurzaming.
•    Stapsgewijs invulling geven aan transitie energienet en netcongestie en hierover ook afspraken vastleggen met Enexis.
•    Inpassen van energietransitie in Amergebied.
•    Inspelen op grote regionale ontwikkelingen.
•    Samenwerking met Powerport Moerdijk gemeenten.

 

2.2.2 Duurzame mobiliteit

Terug naar navigatie - - 2.2.2 Duurzame mobiliteit

Om te komen tot een fossielvrije gemeente moeten we werken naar andere manieren van vervoer. Duurzame mobiliteit die kansrijk is binnen de gemeente Geertruidenberg knippen we in eerste instantie op in twee onderdelen: deelmobiliteit en de fietsinfrastructuur. Bij de fietsinfrastructuur kijken we naar de kansen voor het verbeteren van de bestaande netwerken of gewenste ontwikkelingen.

We stimuleren lopen en fietsen door deze vormen van mobiliteit ene prominente rol te geven bij (her)inrichtingen. Daarnaast wordt het aantal openbare laadpalen sterk uitgebreid, Daarmee nemen we onder andere ook de laadstress weg bij inwoners die nu voor de keuze staan om een andere auto te kopen en overwegen om elektrisch te gaan rijden. Het niet kunnen opladen mag geen belemmering zijn bij die keuze om elektrisch te gaan rijden.

2.2.3 Circulaire economie

Terug naar navigatie - - 2.2.3 Circulaire economie

We verbruiken momenteel veel meer grondstoffen dan de aarde duurzaam kan leveren, terwijl de wereldwijde vraag naar grondstoffen blijft toenemen. Deze disbalans is op termijn niet houdbaar. Daarom werkt Nederland toe naar een volledig circulaire economie in 2050, met als tussendoel het halveren van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030.


In een circulaire economie worden materialen en producten zoveel mogelijk hergebruikt als grondstof. Hierdoor neemt de afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen af of verdwijnt deze zelfs geheel. De landelijke doelstellingen en maatregelen proberen wij op lokaal niveau toepasbaar te maken.


Tot nu toe hebben wij ingezet op drie pijlers:
1.    Het verminderen van huishoudelijk afval.
2.    Het ondersteunen van bedrijven bij hun transitie naar circulaire bedrijfsvoering.
3.    Het circulair inrichten van onze eigen organisatie.


Door de voorgenomen bezuinigingen op de budgetten voor circulariteit, zal onze inzet de komende jaren hoofdzakelijk gericht zijn op het reduceren van huishoudelijk afval. Deze activiteiten kunnen worden voortgezet vanuit het budget van team Afval. De ondersteuning van bedrijven en de verduurzaming van onze eigen bedrijfsvoering komen onder druk te staan.

 

Resultaten in 2026:
•    We zetten de pilot afvalscheiding op basisscholen en het Dongemond College voort.
•    We nemen maatregelen tegen afvaldumping bij hotspots, onder andere het vergroenen van deze hotspots. 
•    We blijven aangesloten bij het Circulair Ambachtsnetwerk De Meerwaarde, en nemen in samenwerking met de gemeente Oosterhout en MidZuid actief deel aan circulaire projecten op het gebied van textiel, fietsen en een regionale circulaire hub. Daarnaast stimuleren we meer lokale organisaties om zich aan te sluiten bij dit netwerk.
•    We blijven deelnemen aan de regionale samenwerking met de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Moerdijk en Oosterhout om lokale en regionale circulaire uitdagingen en kansen in gezamenlijkheid op te pakken en vorm te geven.
•    We blijven het Repair Café onder de aandacht brengen bij inwoners, onder andere via de Afval-app.

 

2.2.4 Klimaatbestendigheid

Terug naar navigatie - - 2.2.4 Klimaatbestendigheid

Naast bijdragen aan het beperken van klimaatverandering is er ook een noodzaak ontstaan om ons voor te bereiden op het nu al veranderende klimaat. Van snikhete zomers, tot overstromingen in Limburg. Vanuit het Nationaal Deltaprogramma en de Nationale Adaptatiestrategie komt Nederland in beweging om onze leefomgeving aan te passen aan veranderende weers- en landschapsomstandigheden. Wij geven hier invulling aan door ons te focussen op het beperken van wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. Daarnaast streven we naar een betere bodem-, water-, en luchtkwaliteit ten aanzien van het milieu.
 

Resultaten in 2026:
•    Kleinschalige oplossingen zoeken bij klimaatknelpunten.
•    Uitvoering Programma Stedelijk Water.
•    Uitvoeringsagenda Groen, Klimaat en Biodiversiteit.
•    Koppelkansen benutten bij projecten in de openbare ruimte.

 

2.3 Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - - 2.3 Wat mag het kosten?

 

TV. Taakveld omschrijving Begroting 2026 V/N Begroting 2027 V/N Begroting 2028 V/N Begroting 2029 V/N
Lasten Programma 2 Opgave Duurzaamheid
7.2 Riolering 2.169.000 N 2.258.000 N 2.274.000 N 2.349.000 N
7.3 Afval 2.968.000 N 2.865.000 N 2.868.000 N 2.872.000
7.4 Milieubeheer 2.057.000 N 2.022.000 N 2.002.000 N 2.002.000 N
 Totaal lasten 7.194.000 N 7.145.000 N 7.144.000 N 7.223.000 N
Baten Programma 2 Opgave Duurzaamheid
7.2 Riolering 2.785.000 V 2.904.000 V 2.923.000 V 3.014.000 V
7.3 Afval 3.626.000 V 3.502.000 V 3.506.000 V 3.512.000 V
7.4 Milieubeheer 572.000 V 447.000 V 447.000 V 447.000 V
 Totaal baten 6.983.000 V 6.853.000 V 6.876.000 V 6.973.000 V
Reserves
 0.10 Mutaties reserves lasten 0 - 0 - 0 - 0  -
 0.10  Mutaties reserves baten 0 - 0 - 0 - 0 -
Totaal reserves 0 - 0 - 0 - 0 -
   
Saldo baten en lasten inclusief reserves 211.000 N 292.000 N 268.000 N 250.000 N

 

Toelichtingen verschillen > € 25.000

Budgetmutaties welke budgettair neutraal zijn en / of van administratieve aard, worden niet separaat toegelicht tenzij van politiek bestuurlijke importantie. Als gevolg van doorschuiven / vertraging van lopende investeringen ontstaan er eveneens mutaties op de begrote afschrijvingen en rente (de kapitaallasten). De mutaties in de kapitaallasten tezamen met de interne doorbelasting van de ambtelijke uren worden toegerekend aan de opgavemutaties < € 25.000.

 

Taakveld Omschrijving 2026 V/N 2027 V/N 2028 V/N 2029 V/N
7.2

Riolering algemeen
Voorziening riolering:
Saldo van alle mutaties op de lasten en baten van het product riolering worden geëgaliseerd via de voorziening. De storting in de voorziening is een (administratief) nadeel.

243.000 N 145.000 N 186.000 N 95.000 N
7.2

Rioolheffing

De tarieven voor de rioolheffing worden aangepast aan de inflatie met een extra toename op basis van eerdere genomen raadsbesluit over het Programma Stedelijk Water.

150.000 V 150.000 V 150.000 V 150.000 V
7.3 Afvalverwijdering huisvuil
Inzamel en stortkosten afval:
Het effect van het nieuwe beleid is beter dan verwacht. Hierdoor nemen de inzamel- en verwerkingskosten voor restafval af. 
62.000 V 60.000 V 57.000 V 52.000 V
7.3 Afvalverwijdering huisvuil
Vergoeding inzameling kunststof:
Vergoedingen welke wij ontvangen voor de inzameling van verpakkingen zijn verhoogd. Ook zijn de hoeveelheden ingezamelde verpakkingen hoger dan voorgaande jaren door de invoering van het beleid m.b.t. de financiële prikkel.
25.000 V 25.000 V 25.000 V 25.000 V
7.3 Afvalverwijdering milieustraat
Inzamel en stortkosten afval:
Extra inzamel- en verwerkingskosten voor de fracties hout en schoon puin. Dit komt voort uit het nieuwe beleid op de milieustraat om geen vergoeding meer te vragen voor het inleveren van deze beide afvalfracties. 
88.000 N 63.000 N 68.000 N 68.000 N
7.3 Afvalverwijdering Beleid en Algemeen
Voorziening afvalstoffenheffing:
Alle mutaties in de ramingen van de afvalstoffenheffing worden geëgaliseerd via de voorziening.
36.000 V 84.000 N 150.000 N 145.000 N
7.3 Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten vast recht:
De ontvangsten uit het variabele deel van de afvalstoffenheffing vallen aanzienlijk lager uit, waardoor dit via het vastrecht zal worden gecompenseerd.
552.000 V 552.000 V 552.000 V 552.000 V
7.3 Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten variabel:
Eén van de belangrijkste oorzaken is het achterblijven van het aantal aanbiedingen van restafval. Hierdoor blijft het aantal aanbiedingen van restafval achter op het begrootte aantal aanbiedingen en dus ook het totaal aan inkomsten vanuit het variabele deel van de afvalstoffenheffing. 
357.000 N 320.000 N 244.000 N 244.000 N
7.4 Algemeen milieu
Uitvoering duurzaamheidsprogramma:
Uitvoeringsprogramma duurzaamheid terugbrengen tot energieloket.
25.000 V 20.000 V 20.000 V 20.000 V
7.4 Algemeen milieu
Uitvoering duurzaamheidsprogramma:
Dit betreft een bezuiniging door de herijking van het duurzaamheidsprogramma met eigen personeel op te stellen. 
0 - 30.000 V 0 - 0 -
7.4 Middelen Klimaatakkoord
Wijkuitvoeringsplannen warmtetransitie:
Stopzetten middelen voor uitvoering transitievisie warmte.
30.000 V 30.000 V 30.000 V 30.000 V
7.4 SPUK Regeling capaciteit klimaat en energie (CDOKE)
BR23 Doeluitkering Duurzaamheid:
Dit betreft extra ontvangen SPUK. Vanaf 2026 structureel € 442.000 toegekend.
126.000 V 442.000 V 442.000 V 442.000 V
  Saldo van de opgavemutaties > 25.000 318.000 V 697.000 V 628.000 V 1.207.000 V
  Saldo van de opgavemutaties < 25.000 (incl. kapitaallasten en doorbelasting ambtelijke uren) 141.000 N 166.000 N 132.000 N 694.000 N
  Totaal Saldo    177.000 V 531.000 V 496.000 V 513.000 V