Uitgangspunten meerjarenbegroting 2026-2029

In dit hoofdstuk leest u de financiële kaders en spelregels. Ze zijn het kader waarbinnen we het streven naar financiële rust en stabiliteit vormgeven. Bij het opstellen van de programmabegroting 2026 – 2029 hanteren we in beginsel de volgende uitgangspunten:

 

De berekening van de Algemene Uitkering maken we op basis van de meicirculaire 2025 en tegen constante prijzen. Voor de meerjarenraming gaan we uit van een indexering op baten en lasten in het begrotingsjaar.

 

We hanteren daarvoor de volgende principes:
We volgen de contracten waarbinnen we specifieke afspraken maakten over indexering. We hanteren in algemene zin een indexering op de baten die gelijk is aan de gecombineerde index uit de meicirculaire 2025. Naast de reguliere ontwikkeling van de OZB indexeren we de OZB met 1% extra vanwege de bekostiging van het IHP. Voor bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen sluiten we aan bij de afspraken die we hierover met de regiogemeenten maakten. We streven voor opbrengsten afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges naar een 100% kostendekkend tarief.


Voor loon- en salarisontwikkelingen: sluiten we aan bij de meest actuele inzichten per 1 juni 2025. We berekenen de totale loonsom op basis van het maximum van de functieschaal. In 2026 nemen we als effect 1% van de loonsom op. In 2027 is het effect gebaseerd op maximum functieschaal. We indexeren de loonkosten conform de geldende cao-afspraken. Op het moment dat er geen geldende cao-afspraken bekend zijn, passen we een algemene indexeringsgrondslag toe (loonvoet sector overheid).
Het integraal rentepercentage stellen we voor 2026 vast op 1,25% oplopend naar 1,75% in 2029. Voor de in 2026 op te nemen leningen hanteren we een rentepercentage van 3%.  Het bedrag voor onvoorziene uitgaven begroting 2026 en volgende jaren is € 25.000 per jaar. Op investeringen groter dan het daarvoor in de geldende financiële verordening opgenomen bedrag schrijven we lineair af. 

 

Begrotingssubsidies 

Deze bijlage is een overzicht van subsidies die worden verstrekt op basis van de gemeentelijke begroting. Dit is één van de juridische grondslagen voor het verstrekken van een subsidie. De tabel geeft een overzicht van de instellingen, het doel en het (maximale) subsidiebedrag.

Bedragen in €

Naam

Doel

Bedrag

Goederenbank de Baronie

 Armoedebestrijding

     3.000

Stichting Halt

 Preventie jeugdcriminaliteit

     2.645

Slachtofferhulp Nederland/regio Zuidwest

 Slachtofferhulp

     5.000

Subsidie Radar

 Minder discriminatie

   13.260

SSNB

 Buurtsportcoaches

 152.895

Vluchtelingenwerk

 Maatschappelijke begeleiding

   41.550

Stichting Kinderboerderij Dongemond

 Leefomgeving

   25.000

Stichting Bouwhal

 Faciliteren van cultuur

   22.500

Museum de Roos

 Recreatie en historie

   22.650

RBT de Langstraat

 Bevordering toerisme en recreatie

   84.000

SLOG

 Lokale omroep

   16.500

Theek 5 - subsidie Cultuurwerft 2025-2029

 Cultuureducatie

   20.815

Stg. Vestingsfeesten/Bergse Battery

 Recreatie en historie

   14.100

Subsidie Theek5

 Bibliotheek

 627.000

Speel-o-theek Het Fantje

 Beschikbaar stellen van speelgoed

     1.577

EHBO Vereniging Dongemond

 EHBO lessen

     1.200

Toegankelijk Geertruidenberg

 Toetsen toegankelijkheid gemeente

     2.040

Stichting Leergeld

 Armoedebestrijding

  96.000