Paragraaf D - Financiering

Inleiding 
In deze paragraaf maken we de financieringsfunctie transparant. We leggen de basis voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het treasurystatuut 2022 geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, terwijl de uitwerking zijn weerslag vindt in de paragraaf financiering in de begroting. In de paragraaf bij de jaarstukken verstrekken we de verantwoordingsinformatie.
 
Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag deze limiet niet overschrijden. Dit betekent dat voor dit bedrag geen langlopende geldlening hoeft te worden aangetrokken. Indien het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt  overschreden, wordt de toezichter op de hoogte gesteld. 


In 2022 heeft geen overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsgevonden. 

 

Toegestane kasgeldlimiet

( Bedragen x € 1.000)

Omvang begroting per 1 januari 2023

63.902

Kasgeldlimiet in % van de grondslag

8,5%

Kasgeldlimiet in bedrag

5.432

 

 REALISATIE 2023 (Bedragen x € 1.000)

Kwartaal 1: jan-mrt

Kwartaal 2: apr-jun

Kwartaal 3: jul-sep

Kwartaal 4: okt-dec

Gem/Jaar

Gemiddelde van vlottende schuld

413

165

376

106

265

Gemiddelde van vlottende middelen

963

3.558

7.927

4.633

4.270

Toets kasgeldlimiet

 

 

 

 

 

Gemiddeld saldo 

550

3.393

7.552

4.527

4.005

Toegestane kasgeldlimiet

5.432

5.432

5.432

5.432

5.432

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

5.982

8.824

12.983

9.959

9.437

 

Renterisiconorm
De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (totale lasten van de begroting) bij aanvang van het dienstjaar. Tegen dit bedrag zetten we het bedrag dat in het lopende jaar aan aflossingen moet worden betaald af, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien mag/kan worden. Ook deze norm mag niet worden overschreden.

 

Variabele Renterisico(norm) (Bedragen x € 1.000)

Begroot 2023

Realisatie 2023

Begroot 2024

Begroot 2025

Begroot 2026

1

Renteherziening

0

0

0

0

0

2

Aflossing

3.093

3.093

1.770

1.927

2.002

3

Renterisico (1+2)

3.093

3.093

1.770

1.927

2.002

4

Renterisiconorm

12.780

12.780

12.560

13.104

12.507

5

Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3)

9.687

9.687

10.790

11.177

10.505

 

Renterisiconorm (Bedragen x € 1.000)

Begroot 2023

Begroot 2024

Begroot 2025

Begroot 2026

4a

Percentage

20%

20%

20%

20%

4b

Begrotingstotaal

63.902

62.802

65.519

62.533

4

Renterisiconorm (4a x 4b)

12.780

12.560

13.104

12.507

 

Geldleningen


Het totaal van de opgenomen vaste geldleningen bedraagt per 31 december 2023 € 28.263.942 (inclusief waarborgsommen van € 70.000 bedraagt de langlopende schuld € 26.427.340). 

 

In totalen betreft het voor het jaar 2023:

(Bedragen x €1.000)

 

Saldo begin 2023

Opgenomen

Aflossingen/overdracht

31.357

 0

 3.093

Saldo ultimo 2023

28.264

 

Rekenrente

De rekenrente voor de begroting 2023 is 0,75% en voor de grondexploitatie 1,00%. Na herrekening bij de jaarrekening heeft geen aanpassing in de rekenrente plaatsgevonden.

 

Verstrekte leningen

In de staat van activa is een aantal uitgegeven geldleningen geactiveerd. Het betreft geldleningen aan:

  • Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
  • Deelnemingen (BNG, Rewin, Waterleidingmij)

 

In totalen betreft het voor het jaar 2023:

(Bedragen x €1.000)

Saldo begin van het jaar

3.356

Vermeerderingen

 44

Afwaarderingen

  0

Aflossing / verminderen

        0

Saldo 31/12

3.355

 

Aan het stimuleringsfonds Volkshuisvesting is € 44.000 aan rente  bijgeschreven.