Voorwoord

Met genoegen bieden wij u de jaarstukken 2023 aan. Hierin leggen wij verantwoording af over het in 2023 gevoerde beleid en de daarbij behorende financiële resultaten. De begroting van 2023 stond vooral in het teken van de introductie van programmatisch werken op basis van een programmabegroting. In november 2022 is de beleidsarme begroting 2023-2026 vastgesteld die in februari 2023 is gevolgd door de begrotingswijziging "beleidsrijke begroting 2023-2026" (BR23) waarin met name het nieuwe beleid vanaf 2023 een plaats heeft gekregen. In dit unieke jaar is daarom sprake van een dubbele begroting waardoor de verslaglegging omvangrijker is geworden dan u van ons gewend bent. Volgend jaar is er sprake van een enkele begroting.
 
Het jaar 2023 was een jaar van intensieve samenwerking waarbij bruggen werden gebouwd tussen gemeente en gemeenschap, ambtenaren en burgers, en tussen visie en uitvoering. Onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners waren betrokken bij het vormgeven van onze doelen en het bepalen van onze koers. Transparantie stond daarbij centraal omdat alleen door een duidelijk beeld te schetsen van onze middelen en de manier waarop we ze inzetten vertrouwen kon worden gewonnen en onze doelen dichterbij konden komen. We hebben veel werk verzet ondanks het feit dat onze capaciteit, kennis en kunde niet altijd in balans waren met onze ambities en maatschappelijke uitdagingen. 

 

Samenwerking vormde de kern van onze aanpak. Samen met inwoners, ondernemers, partners en alle andere belanghebbenden hebben we invulling gegeven aan de uitdagingen waar we voor stonden. Hun betrokkenheid en input waren belangrijk en vormden de basis voor onze besluitvorming en acties. Het aantrekken, binden en boeien van kundig personeel stond hoog op ons verlanglijstje omdat we weten dat ons succes afhankelijk is van de talenten die we aan ons kunnen verbinden en de mate waarin we hen kunnen inspireren en motiveren. Daarom investeerden we in talentontwikkeling en boden we onze medewerkers carrièreperspectief en doorgroeimogelijkheden.
 
Het werken vanuit maatschappelijke opgaven vereiste niet alleen realistische keuzes, maar ook een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de raad, het college en de ambtelijke organisatie. Burgerparticipatie kreeg daarbij een belangrijke rol omdat we geloven dat de kracht van onze gemeente ligt in de betrokkenheid van haar inwoners. Extra inspanningen waren hierbij noodzakelijk, waaronder het beter benutten van beschikbare subsidies. Ook constateerden we dat we nog onvoldoende gebruik maakten van verschillende subsidieregelingen en dus organiseerden we kennis en kunde om dit te verhelpen. 

 

De ontwikkelingen in de samenleving dwongen ons om wendbaar te zijn en nieuwe manieren van werken te omarmen. We geloofden in opgavegericht werken als de pijler van deze nieuwe benadering. Deze jaarrekening is daarom gekoppeld aan een nieuwe manier van werken en is met de bijbehorende  prestatie indicatoren te beschouwen als een startjaar met een nulmeting.

 

Evenwel  hebben we net als vele gemeentes last gehad van een gespannen arbeidsmarkt waardoor we niet alle ambities waar hebben kunnen maken. Daar waar het nog niet is gelukt kijken we opnieuw naar maatregelen om weer op koers te komen. Hoe dan ook remt het ons op onderdelen en zien we niet snel een verbetering in het kwantitatieve en kwalitatieve aanbod van mensen in de huidige arbeidsmarkt. Dit was onder andere te merken aan de nieuwe functie van data-analist. Deze heeft voor ons nog onvoldoende opgeleverd waardoor we nog niet kunnen voldoen aan de verwachtingen op dat gebied. We corrigeren hierop en gaan door met de zoektocht naar prestatie-indicatoren en dataverwerking die past bij onze ambities en rol als gemeente. 

 

Als kleine gemeente moesten we ook realistisch zijn over onze mogelijkheden. Daarom zochten we actief naar slimme oplossingen in samenwerking met andere gemeenten in de regio. Tegelijkertijd bereidden we ons voor op de ontwikkelingen in de toekomst waaronder het jaar 2026.
  
In deze jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over zowel de beleidsarme als de beleidsrijke voornemens. De jaarstukken 2023 dienen in beginsel de indeling en opstelling van de begroting van 2023 te volgen. Omdat we in 2023 te maken hebben met een beleidsarme begroting en een beleidsrijke begrotingswijziging hebben we de jaarstukken zo veel mogelijk opgesteld binnen de structuur van beide begrotingsonderdelen. Per programma is de structuur (indeling in taakvelden) van de beleidsarme begroting gehandhaafd en is de beleidsrijke verantwoording binnen ieder programma toegevoegd onder hoofdstuk .0.
 
De effecten van de Coronacrisis zijn in 2023 beperkt gebleken en naarmate het begrotingsjaar vorderde nagenoeg verdwenen. Alleen op de financiële afwikkeling van verschillende steunregelingen wordt nog enige inzet van de gemeente verwacht. De voortdurende oorlog in Oekraïne leidt nog wel tot extra inspanningen van de gemeente maar er is sprake van een zekere dagelijkse routine in de opvang. De opvang van de Oekraïense vluchtelingen wordt door het rijk vergoed en evenals vorig jaar is er in 2023 een overschot waarvan wordt voorgesteld dit toe te voegen aan de reserve Oekraïne/Ontheemden.
 
Er is een fors overschot in het boekjaar 2023 ten opzichte van de begroting. Echter, gezien het sombere toekomstperspectief voor de komende jaren, blijft financiële behoedzaamheid cruciaal. Deze behoedzaamheid is gebaseerd op verschillende argumenten:
•    Het ravijn vanaf 2026 vergt naar de huidige inzichten nog een enorme inspanning om te komen tot een structureel sluitende begroting.
•    De oorlog in Oekraïne duurt voort.
•    De opvang van asielzoekers zal ook voor onze gemeente een uitdaging zijn.
•    De (financiële) risico's zijn aanzienlijk toegenomen, inclusief renteschommelingen en looneisen bij salarissen in combinatie met stijgende prijzen van voedsel, energie en grondstoffen.
 
Al met al zien wij grote risico’s voor de financiën van de gemeente en/of van de door haar gesubsidieerde instellingen / verbonden partijen, zelfs voor de jaren na 2023. Uit de actualisatie van het noodzakelijke weerstandsvermogen blijkt dat de risico's toenemen en dat behoedzaamheid noodzakelijk is.
 
Vanaf het verslagjaar 2023 moet het College van B&W een rechtmatigheidsverantwoording opnemen in haar jaarstukken. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de regels die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Deze verantwoording wordt op basis van een standaardmodel opgesteld en wordt door het college opgenomen in de jaarstukken. Dit betreft een ander regime dan we voorheen gewend waren waardoor het belangrijk is om de uitgebreidere toelichting op de rechtmatigheidsverantwoording goed te lezen voordat de juiste conclusies getrokken kunnen worden over de cijfers. Deze vindt u terug in de programma’s en in de paragraaf Bedrijfsvoering.

 

Voor onze financiële huishouding zijn wij ook afhankelijk van wereldwijde en landelijke ontwikkelingen waarop we zelf nauwelijks invloed kunnen uitoefenen. Het is niet ondenkbaar dat we om tegenvallers op te vangen incidenteel een beroep op de algemene reserve zullen moeten doen. De komende maanden worden maatregelen uitgewerkt om het financiële perspectief van 2025 te verbeteren. Als dat niet lukt zal de reservepositie van cruciaal belang kunnen worden.