De onroerende zaak belasting op niet - woningen wordt geheven met als doel eigen inkomsten te genereren die geheven worden van de gebruikers van de niet-woningen. De waarde van de niet- woning is bepalend voor de hoogte van het verschuldigde belastingbedrag. De gewenste opbrengst wordt weergegeven als percentage van de waarde. Bij het berekenen van de gebruikstarieven wordt rekening gehouden met het feit dat niet iedere niet-woning een gebruiker heeft. Van leegstaande niet-woningen wordt geen opbrengst geraamd. 

Voor de berekening van de tarieven is de waardemutatie van de niet-woningen bepalend. De laatste jaren is er sprake van een stabiele waarde van de niet - woningen. In tegenstelling tot de woningen is de waardemutatie nagenoeg nihil of maximaal 1%. Teneinde de gewenste opbrengst te realiseren (+) wordt het tarief vervolgens (+ of -/-) bijgesteld. 

De waardemutatie (stijging of daling)  moet eerst bekend zijn om de tarief te kunnen bepalen.  Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragraaf lokale heffingen

 

In 2023 is de opbrengst met 1% verhoogd ter dekking van de investeringen van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs. Daarnaast is de opbrengst met 5% verhoogd ter compensatie van de inflatie en 1% extra teneinde de negatieve opbrengstontwikkeling van de RWE op te kunnen vangen. Totaal derhalve 7%. In de begroting is rekening gehouden met een waardeontwikkeling van 1%. Dit percentage is uitgekomen op 2,9%. De invloed van leegstand van niet-woningen is moeilijk in te schatten.