Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien

Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien

Terug naar navigatie - Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien

Dit overzicht kent een vijftal onderdelen:
1.    Lokale heffingen.  
2.    Uitkering gemeentefonds. 
3.    Treasury. 
4.    Post onvoorzien en overige algemene budgetten
5.    Reserves. 

In onderstaande tabel wordt in hoofdlijnen aangegeven welke lasten en baten afwijkend zijn ten opzichte van de begroting na wijziging.

 

Omschrijving (bedragen in € ) Begroot saldo V/N Werkelijk saldo V/N Verschil V/N
Lokale heffingen 6.532.000 V 6.810.000 V 278.000 V
Uitkeringen gemeentefonds 33.762.000 V 34.147.000 V 385.000 V
Treasury 41.000 N 48.000 N 7.000 N
Onvoorzien en overige budgetten 197.000 V 204.000 V 7.000 V
Reserves 1.740.000 V 1.800.000 V 60.000 V
Totaal 42.190.000 V 42.913.000 V 723.000 V

 

Ad 1. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Ad 1. Lokale heffingen

De lokale heffingen zijn bedoeld om te dienen als algemeen dekkingsmiddel. Er zit, anders dan bij afvalstoffenheffing en rioolheffing, in principe geen bestemming aan de uitgaven die worden gerealiseerd met de inkomsten. Als algemeen dekkingsmiddel zijn de onderstaande belastingen de belangrijkste.

 

Omschrijving (bedragen in €) Opbrengst 2021 Verschil V/N
Onroerende zaakbelastingen 7.023.000 223.000 V
Hondenbelasting 87.000 -3.000 N
(water)Toeristenbelasting 27.000 3.000 V
Precariobelasting -327.000 55.000 V
Totaal 6.810.000 278.000 V

 

Een algemene en gedetailleerde toelichting over alle gemeentelijke belastingen en heffingen is opgenomen in paragraaf A "Lokale Heffingen". 

 

Ad 2. Uitkering gemeentefonds

Terug naar navigatie - Ad 2. Uitkering gemeentefonds

De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds bestaat uit diverse onderdelen. De belangrijkste zijn de algemene uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen. Daarnaast worden door het Rijk een aantal Specifieke Uitkeringen (SPUK) verstrekt. Deze specifieke uitkeringen worden als inkomst binnen de verschillende programma's en taakvelden opgenomen en vormen derhalve (hoewel van significante omvang) geen onderdeel van de algemene uitkering. 

De algemene uitkering van het gemeentefonds over 2021 is berekend op basis van de eenheden en maatstaven van de decembercirculaire 2021 en bedraagt € 34.115.000. Daarnaast is nog een bedrag van € 34.000 ontvangen als coronacompensatie bij afvalinzameling en een bedrag van € 32.000 vanwege afrekeningen van voorgaande dienstjaren. 

 

 

Omschrijving (bedragen in €) Werkelijk ontvangen Verschil V/N
Algemene uitkering 31.763.000 347.000 V
Algemene uitkering, afrekening voorgaande jaren 32.000 -8.000 N
Algemene uitkering participatie uitkering 2.072.000 46.000 V
Algemene uitkering Voogdij 18+ 280.000 0 -
Tussentelling 34.147.000 385.000 V
Algemene uitkering (specifiek t.b.v. afvalverwijdering) 34.000 0 -
Totaal 34.181.000 385.000 V

 

Het voordeel bij de algemene uitkering participatie uitkering is bestemd als coronacompensatie voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en wordt doorbetaald aan MidZuid. Daarmee is het voordeel feitelijk € 339.000 hoger dan begroot. In dit bedrag is eveneens opgenomen € 53.000 vanwege vergoeding inkomstenderving gemeenten 2020.  De resterende hogere algemene uitkering kan in grote lijnen volledig worden beschouwd als een "voorschot coronacompensatie" als onderdeel van de algemene uitkering 2021. 

 

Naar verwachting zal in 2022, na vaststelling van de jaarrekening 2021, nog een uitvraag van het ministerie volgen waarin, net als over 2020,  wordt gevraagd om de specifieke Coronalasten op te geven.

 

Ad 3. Treasury

Terug naar navigatie - Ad 3. Treasury

Rentetoerekening
In de begroting is rekening gehouden met een rekenrente van 0,75% over de gerealiseerde en voorgenomen investeringen. Bij het berekenen van de rekenrente voor de jaarrekening bleek dat het percentage uitkwam op 0,8%. De toerekening van rente mag niet meer dan 0,25% afwijken ten opzichte van de werkelijke rente. In de jaarrekening 2021 hoeft derhalve geen aanpassing plaats te vinden. 

 

Dividend
De dividenduitkering van de BNG Bank in het boekjaar 2021 is, ondanks Corona, vooralsnog gelijk aan het begrote bedrag te weten € 242.000. Daarmee is dit hoger dan in 2020 (€ 170.000) maar aanzienlijk lager dan in 2019 (€ 380.000)  Deze schommelingen zijn veroorzaakt door  Covid-19. De BNG neemt aan dat de dividenduitkering de komende jaren toch weer een stijgende lijn laat zien. Volledigheidshalve wordt vermeld dat wij ook aandelen hebben bij de N.V. Brabant Water. Hier is echter (tot op heden) geen sprake van enige winstuitkering over deze aandelen.

 

Ad 4. Post onvoorzien en overige algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Ad 4. Post onvoorzien en overige algemene dekkingsmiddelen

Onvoorzien
Van de post voor onvoorzien is in  2021 geen gebruik gemaakt voor de dekking van onvoorziene uitgaven. Vandaar dat het saldo op de post onvoorzien in de Tussenrapportages is ingezet als algemeen dekkingsmiddel. 

 

Overige algemene budgetten
Onder overige algemene budgetten vallen diverse budgetten die gezien de aard niet onder de programma’s worden toegerekend. De diverse lasten en baten zijn veelal van administratieve aard. Op het moment dat duidelijk wordt dat een algemeen budget moet worden toegerekend aan een specifiek programma of taakveld, volgt een overheveling via een begrotingswijziging. Als dat niet mogelijk is blijven restanten achter op deze post en wordt bij de jaarrekening een integrale beoordeling toegepast. Het saldo van de algemene uitgaven en inkomsten bedraagt in de jaarrekening 2021 € 7.000 voordelig. Een aantal afwijkingen die van invloed zijn op dit saldo zijn o.a. de voorziening dubieuze debiteuren, inruil van afgeschreven tractiemiddelen, aanmaningen en dwangbevelen en vergoeding uitvoeringskosten.

 

Jaarlijks wordt berekend wat de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren moet zijn. Hiervoor zijn normen vastgesteld. Op basis van de actualisatie over 2021 moet de voorziening worden opgehoogd. Gezien de problematiek rondom Covid-19 lag dit in de lijn van de verwachtingen. De storting in de voorziening dubieuze debiteuren algemeen bedraagt € 60.000. Bij de aanmaningen en dwangbevelen heeft in 2021 een inhaalslag plaatsgevonden. Vanwege de Covid-19 was de invordering 2020 op een laag pitje gezet. In 2021 is de invordering weer opgestart en zijn hogere aanmaning- en dwangbevelvergoedingen (€ 15.000) het resultaat. De vergoeding voor de uitvoering van de TOZO was € 35.000 hoger dan verwacht en kon ook voor een bedrag van € 41.000 worden opgevangen binnen bestaande budgetten. De afwikkeling van BTW suppleties was € 13.000 nadelig over de laatste 5 jaren  en daarmee feitelijk te verwaarlozen. Tot slot een veelheid van kleine posten die per saldo nadelig € 11.000 uit vielen.

 

Invoering vennootschapsbelasting (VPB)
Voor 2021 hebben we geen VPB-lasten opgenomen. In de balans wordt wel rekening gehouden met mogelijke toekomstige VPB effecten. 

 

Ad 5. Reserves

Terug naar navigatie - Ad 5. Reserves

De inzet van reserves wordt eveneens als een algemeen dekkingsmiddel gezien. In de begroting na wijziging is berekend dat de reserves tot een bedrag van € 1.739.000 zouden worden ingezet ter dekking van de lasten. Hiervan was een bedrag van € 969.000 bestemd om de nadelen op te vangen van de lagere opbrengst precariobelasting kabels en leidingen en € 724.000 ter dekking van de meeneembedragen uit de jaarrekening 2020. Resteerde de dekkingsreserve bouw gemeentehuis en de reserve I&A voor een bedrag van € 46.000. 

 

Naar thans blijkt is in de jaarrekening 2021, naast de begrote mutaties slechts een onttrekking noodzakelijk uit de reserve I&A van € 61.000. Omdat de exploitatielasten van de I&A producten hoger zijn uitgevallen is de onttrekking uit de reserve I&A ook hoger omdat hier sprake is van communicerende vaten en het effect voor het saldo neutraal. 

 

Tevens is er een mutatie in de Algemene reserve. Vanwege actualisatie van de risico's kan een bedrag van € 715.000 van de weerstandsreserve worden overgeheveld naar de Vrije Algemene Reserve. Deze mutatie is niet begroot en betreft een verschuiving in de "geoormerkte" onderdelen van de Vrije Algemene Reserve. 

 

Tabel Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Tabel Beleidsindicatoren
Beleidsincatoren Programma 8
Nr. Taakveld Naam indicator Jaar Waarde Eenheid Bron Opmerking
35. 8. Vhrosv Gemiddelde WOZ waarde 2021 268 Duizend euro CBS
36. 8. Vhrosv Nieuw gebouwde woningen 2021 9,7 Aantal per 1.000 woningen Basisregistratie adressen en gebouwen
37. 8. Vhrosv Demografische druk 2021 74,5 % CBS
38. 8. Vhrosv Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden 2021 692 In Euro’s COELO
39. 8. Vhrosv Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden 2021 789 In Euro’s COELO

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?

 

 

Overzicht Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten
Jaarrekening Begroting Begroting na wijziging Jaarrekening Verschil Begroting / Rekening
2020 2021 2021 2021 2021
Lasten 450 122 297 399 -102
Baten -38.623 -39.605 -40.625 -41.381 757
Saldo -38.173 -39.483 -40.328 -40.982 655
Resultaat bestemming
Jaarrekening Begroting Begroting na wijziging Jaarrekening Verschil Begroting / Rekening
2020 2021 2021 2021 2021
Lasten 1.650 215 980 1.070 -91
Baten -1.997 -222 -1.914 -2.870 956
Saldo -347 -7 -934 -1.800 865
Gerealiseerd resultaat
Jaarrekening Begroting Begroting na wijziging Jaarrekening Verschil Begroting / Rekening
2020 2021 2021 2021 2021
Lasten 2.100 337 1.277 1.469 -192
Baten -40.620 -39.827 -42.539 -44.251 1.712
Saldo -38.520 -39.490 -41.262 -42.782 1.520

Risico Algemene uitkering gemeentefonds valt lager uit dan begroot

Terug naar navigatie - Risico Algemene uitkering gemeentefonds valt lager uit dan begroot

 

De algemene uitkering wordt gebaseerd op een vooraf bepaald aantal maatstaven (bijv: aantal inwoners, woningen, jongeren, bijstandontvangers, woz waarde) en per maatstaf wordt een bedrag per eenheid ontvangen. Zowel de maatstaven als de eenheden zijn aan verandering onderhevig. Het Rijk hanteert bij de bepaling van de omvang van de algemene uitkering ook het principe "samen de trap op, samen de trap af". Dat wil zeggen dat als het Rijk meer uitgeeft, dat dan ook min of meer automatisch de gemeente meer uitkering ontvangen, maar andersom gaat dat ook op. Als het Rijk moet bezuinigen, wordt deze ook op de algemene uitkering gespiegeld. Het risico is dat de gemeente niet altijd tijdig wordt geïnformeerd over een daling van de algemene uitkering en daarom ook niet tijdig of onvoldoende op een daling kan anticiperen. 

 

Risico Renteschommelingen

Terug naar navigatie - Risico Renteschommelingen

 

De gemeente leent voor haar financieringsbehoefte gelden op de kapitaalmarkt. Dat is op zich ook geen probleem als de aflossing en de rente van de leningen kan worden (terug)betaald. Omdat de gemeente de begroting in meerjarenperspectief opstelt, wordt ook de renteprognose voor de toekomstige jaren (4 jaar) ingeschat. Indien blijkt dat de rente op de wereldmarkt stijgt, zal de gemeente maatregelen moeten treffen om deze rentestijging in meerjarenperspectief op te vangen. In feite zijn er dan 2 opties. Enerzijds vergroten eigen inkomsten of anderzijds daling van voorgenomen uitgaven. Veelal is een combinatie van maatregelen de oplossing.

 

Risico Bedrijfswaarde wordt maatstaf bij waardering WOZ-waarde

Terug naar navigatie - Risico Bedrijfswaarde wordt maatstaf bij waardering WOZ-waarde

 

De RWE en de gemeente  hebben na een lange beroepsprocedure over 2014 en 2015 een compromis gesloten over de waarde van de Amercentrale wat betreft de belastingjaren 2016 t/m 2019.  Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst waarin ook procedurele afspraken en te hanteren uitgangspunten zijn vastgelegd voor 2020 en verder. Op dit moment lopen de onderhandelingen over de belastingjaren 2020 t/m 2021. Daar is nagenoeg overeenstemming over bereikt. De RWE heeft ook voorgesteld belastingjaar 2022 mee te nemen in de onderhandelingen. De RWE moet nog gegevens aanleveren op basis waarvan de gemeente een voorstel zal doen.

 

Met deze afspraken is het risico op onverwachte tegenvallers wat betreft de OZB-opbrengst een stuk verminderd: we zijn niet afhankelijk van een (willekeurige) uitspraak van een rechter.

 

Wel kan de onzekere toekomst van de Amercentrale een financieel risico met zich meebrengen. Het is nog niet bekend welke gevolgen de Amercentrale zal ondervinden van veranderende wet- en regelgeving op het gebied van milieu en op het gebied van subsidieregelingen. 

 

Risico Bezwaren tegen belastingaanslag OZB worden gehonoreerd

Terug naar navigatie - Risico Bezwaren tegen belastingaanslag OZB worden gehonoreerd

 

Na het opleggen van belastingaanslagen OZB volgen de bezwaren tegen deze aanslagen. Sinds jaar en dag wordt hier op geanticipeerd door de no-cure-no-pay bureaus, die aanbieden bezwaar in te dienen namens burgers en bedrijven. Als een bezwaar gegrond wordt verklaard,  strijken deze ncnp-bureaus de kostenvergoedingen op die op wettelijke basis worden uitgekeerd.

 

Alle gemeenten hebben hier last van. Er zijn al diverse onderzoeken geweest naar het oneigenlijke gebruik van deze kostenvergoedingen: helaas heeft de Rijksoverheid nog geen aanleiding gezien of mogelijkheid gehad dit fenomeen aan te pakken.

 

Om het risico te verkleinen is het van belang dat de burger wordt voorgelicht hierover: dat zie je nu steeds meer gebeuren doordat er in de media aandacht aan wordt besteed.

 

Het verhogen van de kwaliteit van de herwaardering draagt uiteraard ook bij aan het verkleinen van dit risico.

 

Risico Niet tijdig afgeven van een gewaarmerkt exemplaar van een op een bepaald object geldende beperking in het kader van de Basisregistratie Kadastrale Percelen Publiekrechtelijke Beperkingen (BRKPB)

Terug naar navigatie - Risico Niet tijdig afgeven van een gewaarmerkt exemplaar van een op een bepaald object geldende beperking in het kader van de Basisregistratie Kadastrale Percelen Publiekrechtelijke Beperkingen (BRKPB)

 

In het kader van de Basisregistratie Kadastrale Percelen Publiekrechtelijke Beperkingen (BRK-PB) dient  er binnen de gemeente iemand te worden aangewezen als BRK-BP beheerder. Het is een wettelijke verplichting een beperking op een object tijdig vast te leggen in het register. 

Het streven is daarom de Regievoerder WOZ/BAG in maart 2022 aan te wijzen als beheerder, zodat de gemeente geen risico loopt op dit gebied. 

 

Risico Precariobelasting niet kunnen innen

Terug naar navigatie - Risico Precariobelasting niet kunnen innen

 

Met twee van onze netbeheerders zijn de lopende procedures in verband met de precarioheffing beëindigd in 2021. Partijen zijn het eens geworden over nadere afspraken. Het financieel risico is hiermee afgenomen. Er lopen nog twee procedures tegen één netbeheerder: een civiele hoger beroepsprocedure in verband met de opzegging van duurovereenkomsten/concessies, en een beroepsprocedure tegen de heffing precario 2017. Recent heeft de belastingrechter een voor de gemeente gunstige uitspraak gedaan die nog niet onherroepelijk is. Er kan nog hoger beroep volgen. Hier lopen we (afhankelijk van de uitslag) nog een financieel risico.