Paragraaf D - Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf maken we de financieringsfunctie transparant. We leggen de basis voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het treasurystatuut (maart 2016) geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, terwijl de uitwerking zijn weerslag vindt in de paragraaf financiering in de begroting. In de paragraaf bij de jaarstukken verstrekken we de verantwoordingsinformatie.

 

De doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente Geertruidenberg zijn: 
1.    Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien teneinde de door de raad vastgestelde programma’s te kunnen uitvoeren;


2.    Het beschermen van de gemeentelijke vermogenswaarden en de resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;


3.    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut; 


4.    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Met het opstellen van deze paragraaf zijn tevens die onderdelen benoemd die in de verordening ex. 212 GW en de artikelen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn opgenomen.

 

Indeling:
1.    Inleiding.
2.    Risicobeheer.
3.    Gemeentefinanciering.
4.    Kasbeheer.
5.    Administratieve organisatie.
6.    Informatievoorziening.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

 

a.    Renterisicobeheer

Berekening van de kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag deze limiet niet overschrijden. Dit betekent dat voor dit bedrag geen langlopende geldlening hoeft te worden aangetrokken.
Kasgeldlimiet:

 

Toegestane kasgeldlimiet ( Bedragen x € 1.000)
Omvang begroting per 1 januari 2021 € 50.324
Kasgeldlimiet in % van de grondslag 8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag €   4.277

 

Bij drie achtereenvolgende overschrijdingen moeten wij de toezichthouder inlichten en aangeven hoe aan de kasgeldlimiet te zullen voldoen. In 2021 heeft geen overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsgevonden. 

 REALISATIE 2021 (Bedragen x EUR 1.000)          
Kwartaal 1: jan-mrt 2: apr-jun 3: jul-sep 4: okt-dec Gem/Jaar
Gemiddelde vlottende schuld 2.978 3.738 492 65 1.818
Gemiddelde vlottende middelen 366 2.170 3.125 3.719 2.345
Toets kasgeldlimiet          
Gemiddeld saldo  -2.612 -1.568 2.633 3.654 527
Toegestane kasgeldlimiet 4.971 4.971 4.971 4.971 4.971
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 2.359 3.403 7.604 8.625 5.498


  

Berekening van de renterisiconorm
De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (totale lasten van de begroting) bij aanvang van het dienstjaar. Tegen dit bedrag zetten we het bedrag dat in het lopende jaar aan aflossingen moet worden betaald af, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien mag/kan worden. Ook deze norm mag niet worden overschreden.

(Bedragen X EUR 1.000) 2021
Renterisico op vaste schuld Begroting

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 

1b. Renteherziening op vaste schuld o/g

  2.   Netto renteherziening op vaste schuld(1a - 1b)

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g)

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g)

  4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b)

  5. Betaalde aflossingen

0

0

0

8.000

0

8.000

3.196

  6. Herfinanciering ( laagste van 4 en 5) 3.196
  7. Renterisico op vaste schuld ( 2+6) 3.196

 

Renterisiconorm  

 8. Stand Begrotingstotaal per 1 januari

 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

50.324

             20%

10. Renterisiconorm 10.064

 

Toets renterisiconorm  

10. Renterisiconorm

   7. Renterisico op vaste schuld

10.064

     3.196

11. Ruimte(+) / Overschrijding (-) (10-7) 6.868

 

b.    Debiteurenrisicobeheer
De openstaande vorderingen worden periodiek belicht. Zodra daartoe aanleiding is brengen wij de dubieuze posten ten laste van de voorziening dubieuze debiteuren.

Op 31 december 2021 bedraagt de voorziening dubieuze debiteuren algemene dienst en belastingen € 142.341. In 2021 is € 64.428 in de voorziening dubieuze debiteuren gestort en € 15.121 uit deze voorziening aangewend. 

 

Per 31 december 2021 bedraagt de voorziening dubieuze debiteuren uitkeringen sociale zaken € 596.581. In 2021 is voor dubieuze debiteuren van sociale zaken een bedrag van € 153.258 ten laste gebracht van deze voorziening en is geen dotatie aan de voorziening gedaan. De voorziening bedraagt daarmee 58% (2020 49%) van de vorderingen. 


De vorderingen als gevolg van Bijstandsbesluit Zelfstandigen (BBZ) bedragen € 461.549. Hiervoor bestaat een terugbetalingsverplichting aan het Rijk van 75% en is de overige 25% als vooruit ontvangen gepresenteerd. Deze posten zijn dus per saldo opgenomen voor nihil. 

 

Voorziening dubieuze debiteuren uitkeringen (x € 1.000):    
  31-12-2020 31-12-2021
Debiteuren uitkeringen 1.526 1.026
Vorderingen BBZ 300 462
Totaal vorderingen soza 1.826 1.488
Waardering vorderingen -776 -430
Waardering vorderingen BBZ -300 -462
Voorziening dubieuze debiteuren 750 596

 

c.    Kredietrisicobeheer
De kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend gelden uit te zetten bij kredietwaardige partijen. Op basis van het treasurystatuut zijn dit Nederlandse overheden en kredietwaardige partijen met minimaal A-rating van minstens 2 erkende ratingbureaus.

 

d.    Intern liquiditeitsbeheer
Periodiek wordt de liquiditeitsbegroting bijgesteld ten behoeve van het inzicht in het beheer van de dagelijkse saldi en het financieren c.q. uitzetten van middelen tot een periode van één jaar. Eventuele overschotten worden zo efficiënt mogelijk beheerd conform de regels van het treasurystatuut. Op deze manier wordt getracht de financieringskosten zo laag mogelijk te houden. Vanaf eind 2013 moeten overtollige middelen bij de schatkist worden belegd. De rentevergoeding is gebaseerd op het EuroSTR-fixing percentage (voorheen Eonia   0,00% d.d. 4 januari 2021). 
Het totaalbedrag aan liquide middelen op 31 december 2021 bedraagt € 133.581 credit/positief.

 

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

 

a.  Financiering
Financiering omvat het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen als vreemd vermogen.
Per 31 december 2021 is de - financieringsstructuur en –verhouding van de gemeente Geertruidenberg:

 

(Bedragen x € 1.000) Primitieve begroting Jaarrekening 2021 Jaarrekening 2020
1-1-2021 31-12-2021 31-12-2020
  Debet Credit Debet Credit Debet Credit
Vaste activa  61.166   54.185   53.687  
Voorraad grond -260   881   163  
  60.906   54.821   53.850  
Gefinancierd met:            
Eigen vermogen   10.092   11.400   11.961
Vreemd vermogen            
Voorzieningen   8.185   8.881   7.641
Voorzieningen tegen CW    2.303   2.297   2.461
Langlopende schuld   25.038   29.844   25.041
Vlottende passiva    7.200        
Saldo jaarrekening voordelig       1.847   792
Vaste financieringsmiddelen   52.818   54.269   47.896
Financieringstekort   8.088   552   5.954

 

Saldo jaarrekening
Het werkelijke saldo van de jaarrekening 2021 wordt in dit overzicht als financieringsmiddel gepresenteerd.

 

In de geprognosticeerde balans bij de begroting wordt inzicht gegen in de financieringsbehoefte voor de periode van de meerjarenbegroting. Bij de diverse tussenrapportages 2021 is op investeringsniveau toelichting gegeven op de realisatie. De financiële gevolgen voor wat betreft de kapitaallasten zijn daarbij verwerkt.

 

Vaste activa
Bij het vaststellen van het financieringssaldo wordt de investeringsbehoefte meegenomen, doordat de deze achterblijft is het bedrag dat wordt meegenomen aanzienlijk hoger dan verwacht en beïnvloed het financieringssaldo. Eind 2021 bedragen de restant kredieten € 5.066.054.

 

Reserves en voorzieningen
De financiering geschiedt zoveel mogelijk met eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). Hierbij worden de richtlijnen en limieten (artikel 3) uit het treasurystatuut gehanteerd. 
Over de voorziening pensioenverplichtingen wethouders wordt aangesloten bij landelijk voorgeschreven  rentepercentages. 

 

Geldleningen
Het totaal van de opgenomen vaste geldleningen bedraagt per 31 december 2021 € 29.842.306 (inclusief waarborgsommen van € 1.575 bedraagt de langlopende schuld € 29.843.881). 

 

In totalen betreft het voor het jaar 2021:

Bedragen x €1.000  

Saldo begin 2021

Opgenomen

Aflossingen/overdracht

€ 25.038

€    8.000

€    3.195

Saldo ultimo 2021

€ 29.842

 

In januari 2021 is een vaste geldleningen afgesloten van € 4.000.000 tegen een rentepercentage van 0,195% voor 25 jaar vast. Daarnaast is in augustus 2021 is een vaste geldleningen afgesloten van € 4.000.000 tegen een rentepercentage van 0,33% ook voor 25 jaar vast.

De totale werkelijke rentelasten in 2021 bedragen € 446.188 (geraamd was € 437.000). Het, met de rekening-courantrente, gesaldeerde rentevoordeel op Treasury bedraagt € 6.682.

 

Schema rentetoerekening 2021 Primaire Begroting Jaarrekening Saldo

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

     Rente fin tekort ( a 0,3%)

b. De externe rentebaten (idem)

434

53

0

446

-10

0

-12

63

0

Saldo rentelasten en rentebaten 487 436 51

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend ( bv riolering)

c3. De rentebaat van door verstrekte leningen indien daar een specifieke voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend.

4

0

0

18

0

0

-15

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen rente 491 454 36

d1. Rente over eigen vermogen

d2. Rente over voorzieningen

0

0

0

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 491 454 36
e. De aan taakvelden toegerekende rente ( renteomslag) -478 -478 0
f. Rente resultaat op het taakveld treasury 12 -24 36

 

b. Uitzetting

  • Berekend percentage renteomslag voor de begroting 2021 is 0,75% (2020 0,75%), na herrekening bij de jaarrekening heeft geen aanpassing in de renteomslag plaatsgevonden. De rente voor de grondexploitatie bedraagt 1,35% (2020 1,83%);

 

In de staat van activa is een aantal uitgegeven geldleningen geactiveerd. Het betreft geldleningen aan:

  • Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
  • Deelnemingen (BNG, Rewin, Waterleidingmij

 

In totalen betreft het voor het jaar 2021:

 

Bedragen x €1.000

Saldo begin van het jaar

€        2.713
Vermeerderingen €            414
Afwaarderingen €                 0
Aflossing / verminderen €                 0
Saldo 31/12 €         3.144

 

Aan het stimuleringsfonds Volkshuisvesting is € 400.000 toegevoegd voor de duurzaamheidsontwikkeling en startersleningen. En € 14.000 aan rente bijschrijving.

 

c. Relatiebeheer

De gemeente heeft met de NV BNG Bank te Den Haag de meeste contacten omdat bij deze bank de meeste en grootse mutaties plaatsvinden. Met deze bank wordt periodiek overleg gevoerd. Bij de Rabobank wordt eveneens een rekening-courantverhouding aangehouden. Met deze bank wordt op incidentele basis contact onderhouden.

 

4. Kasbeheer

Terug naar navigatie - 4. Kasbeheer

 

a. Geldstromenbeheer
Het geldstromenbeheer wordt zo efficiënt mogelijk beheerd door zo min mogelijk rekening-courantverhoudingen bij de banken aan te houden. 

 

b. Saldo en liquiditeitsbeheer
Periodiek wordt de liquiditeitspositie geprognosticeerd om een goede inschatting te maken voor het beheren van de overtollige middelen. Deze wordt periodiek op hoofdlijnen bijgesteld en de saldi worden, indien nodig, afgeroomd en bij de BNG Bank gestort.

 

Schatkistbankieren
In het kader van schatkistbankieren moeten overtollige middelen bij het Rijk worden belegd. Hiervoor is een aparte bankrekening geopend die bij het ministerie is geregistreerd. Het meerdere boven het drempelbedrag wordt overgeboekt naar de “schatkist”. Vanaf het begrotingsjaar 2014 geldt een rapportageverplichting als onderdeel bij de toelichting op de balans van de jaarrekening.

 

Toets limiet schatkistbankieren kwartaal
  1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

Rabobank Rekeningen

Toegestane limiet schatkistbankieren

    16

  377

7

377

5

377

8

377

Ruimte  (+) / Overschrijding (-) 361 370 372 369

 

6. Informatievoorziening

Terug naar navigatie - 6. Informatievoorziening

De beleidsmatige informatieverstrekking vindt zijn basis in het treasurystatuut. Met de treasuryparagraaf bij de begroting en jaarrekening wordt periodiek verslag gedaan, terwijl met de tussenrapportage relevante zaken worden gemeld. 
Ook wordt periodiek informatie verstrekt aan het CBS en de Provincie. Met de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is de informatie voor het CBS (Iv3= Informatie voor derden) nog belangrijker geworden. 

 

Wet Hof/EMU saldo
De door de gemeenten aangeleverde informatie vormt de basis voor het berekenen van het EMU-saldo.  Op 18 januari 2013 is een akkoord afgesloten waarbij onderscheid is gemaakt tussen een genormeerd saldopad en een saldo-ambitie. Als de ambitie niet wordt gerealiseerd leidt dit echter niet direct tot maatregelen, terwijl daarnaast is afgesproken dat geen sanctie voor de gemeenten volgt als ook geen sanctie uit Europa volgt.

 

Nieuwe kengetallen
Op basis van de nieuwe richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het opnemen van een aantal (nieuwe) kengetallen verplicht gesteld. 

Dit betreft voor de treasury:
-    Netto schuldquote
-    Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
-    Solvabiliteitsratio.

 

Het solvabiliteitsratio is al meerdere jaren opgenomen in de (toelichting) van de balans. Hoewel de berekening van deze ratio’s is gekoppeld aan de informatie op de balans moeten deze, op basis van de richtlijnen (BBV) voor de vergelijkbaarheid, worden gepresenteerd in de paragraaf weerstandsvermogen. Kortheidshalve verwijzen wij naar deze paragraaf.