In de begroting 2022 is voor een aantal onderwerpen/taken een incidenteel budget beschikbaar gesteld dat wordt gedekt door een éénmalige onttrekking uit de Vrije Algemene Reserve (VAR). Deze budgetten waren afkomstig uit voorgaande begrotingen of nieuw in de begroting 2022 opgenomen. In de jaarrekening wordt beoordeeld of de lasten ook daadwerkelijk zijn gemaakt en of de Vrije Algemene Reserve als dekking moet worden aangewend. Tevens wordt beoordeeld of het noodzakelijk is om bepaalde budgetten over te hevelen naar 2023 omdat de beschikbare budgetten om uiteenlopende redenen nog niet in 2022 besteed zijn.
Bij overheveling/ bestemming rekeningresultaat is het belangrijk om een bestendige financiële gedragslijn te hanteren. De afgelopen jaren zijn hierover diverse afspraken vastgelegd. Deze afspraken zijn o.a.:
Overhevelingen kunnen worden onderverdeeld in 2 groepen:
1. Beleidsmatige overhevelingen: dit betreft budgetten die in 2022 niet zijn besteed en waarvan aan de raad wordt voorgesteld deze budgetten naar 2023 over te hevelen om activiteiten af te kunnen ronden. Het gaat hier om specifieke middelen voor de uitvoering van concrete activiteiten of projecten waar geen structureel budget voor aanwezig is, waarvan de uitvoering vertraagd is en die in het volgend jaar kunnen worden afgerond.
2. Technische overhevelingen: dit betreft enerzijds budgetten waarvoor in 2022 al wel verplichtingen met derde partijen zijn aangegaan maar waarvan de prestatie nog niet is geleverd. Om deze verplichtingen te kunnen nakomen moet in 2023 het budget beschikbaar blijven. Anderzijds gaat het om nog niet gerealiseerde exploitatiebijdragen aan projecten die nodig zijn om projecten te kunnen uitvoeren of afronden.
Een overhevelingsbedrag dient goed gemotiveerd te worden, van materiele omvang te zijn en aan te sluiten bij onze bestendige gedragslijn, te weten:
a. > € 25.000 of van politiek bestuurlijke importantie.
b. De overheveling moet een incidenteel karakter hebben. .
c. Overhevelingen die hun herkomst hebben uit 2018 of 2019 gaan niet over naar 2023 tenzij argumentatie dit vereist.
Van de budgetten die gedekt worden door een onttrekking uit de Vrije Algemene Reserve wordt gevraagd deze mee te nemen naar 2023 omdat de budgetten nog niet volledig zijn benut en de afronding in 2023 zal plaatsvinden. Voor een toelichting op deze meeneembedragen verwijzen wij u naar de cijfermatige afwijkingen in het jaarrekeninggedeelte.
VAR18 - Omgevingsplan voor Omgevingswet |
40.000 |
Totaal vanuit 2018 meenemen naar 2023 |
40.000 |
Overzicht mee te nemen exploitatiebudgetten van 2022 naar 2023
In het jaarrekeninggedeelte van de jaarstukken is bij verschillende taakvelden aangegeven dat het gewenst c.q. noodzakelijk is om budgetten mee te nemen naar 2023 en te bestemmen voor de dekking van uitgaven die als gevolg van verschillende oorzaken niet in 2022 hebben plaatsgevonden. In de onderstaande tabel wordt een totaalbeeld geschetst van de mee te nemen bedragen.
Het totaalbedrag betreft € 1.208.000.
Volgnr |
Verkorte omschrijving |
Overhevelen |
1 |
Overhead bestuursondersteuning College van Burgemeester en wethouders | 78.000 |
2 |
Algemene uitkering gemeentefonds | 442.000 |
3 |
Algemene uitgaven en inkomsten | 215.000 |
4 |
Wegen, Straten en Pleinen | - 122.000 |
5 |
Verkeerszaken | 64.000 |
6 |
Plantsoenen en parken | 36.000 |
7 |
Maatschappelijk werk | 20.000 |
8 |
Inburgering en statushouders | 25.000 |
9 |
Algemeen milieu | 53.000 |
10 |
Middelen klimaatakkoord | 190.000 |
11 |
Algemene begraafplaatsen | 33.000 |
12 |
Omgevingsplan voor Omgevingswet | 88.000 |
13 |
Omgevingswet | 86.000 |
Totaal |
1.208.000 |