Paragraaf C - Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Het BBV schrijft voor dat de paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen ten minste de volgende kapitaalgoederen bevat:
a.    wegen;
b.    riolering;
c.    water;
d.    groen;
e.    gebouwen.

Van de kapitaalgoederen wordt aangegeven:
a.    het beleidskader;
b.    de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
c.    de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

In deze paragraaf lichten wij daarnaast de consequenties toe van het gekozen kwaliteitsniveau voor kapitaalgoederen binnen het beleidskader.

 

Algemene uitgangspunten
De gemeente beheert ongeveer 310 hectare aan openbare ruimte. Onder deze openbare ruimte vallen: wegen, riolering, waterpartijen en openbaar groen. Verder rekenen wij alle virtuele objecten (niet zichtbaar zoals kadastrale grenzen) en reële objecten (zichtbaar, zoals een bouwwerk) onder, op en boven de grond als taak toe aan de openbare ruimte. Gebouwen behoren niet tot de openbare ruimte, maar nemen we wel als kapitaalgoed mee. Hieronder geven we voor deze kapitaalgoederen een nadere beschrijving van de wijze van beheer en onderhoud. Het beleid voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is onder meer opgenomen in het overzicht kaderstellende beleidsnota’s en beheerplannen.

 

Wetgeving
In januari 2020 is er een nieuwe Notitie “Materiële vaste activa” gepubliceerd. Vanaf het begrotingsjaar 2021 is de gehele notitie van kracht. Tevens heeft de Provincie Noord Brabant onlangs “Handreiking onderhoud kapitaalgoederen” als toevoeging op deze notitie uitgebracht. De notitie “Materiële vaste activa” behandelt de wijze van activeren, waarderen en afschrijven van activa en het onderhoud van kapitaalgoederen. Ook zijn aandachtspunten voor de financiële verordening opgenomen. 

Onderhoudskosten worden gemaakt om het object gedurende de levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau te houden of weer te krijgen (naar behoren laten functioneren en een bepaalde representativiteit laten behouden). Onderhoud kan worden onderscheiden in groot onderhoud en klein onderhoud.

 

Klein onderhoud:
Bij klein onderhoud gaat het om dagelijkse reparaties die noodzakelijk zijn om het object in goed werkende en veilige staat te houden tegen een van te voren vastgesteld kwaliteitsniveau. Hierbij moet worden gedacht aan maatregelen die noodzakelijk zijn om het object blijvend naar behoren te laten functioneren of haar representativiteit te laten behouden. Klein onderhoud is het onderhoud dat vanaf het eerste of het lopende planjaar op een klein gedeelte van het object wordt uitgevoerd. 
Uitgaven lopen altijd via de exploitatie.


Groot onderhoud
Lasten van groot onderhoud ontstaan na een langere periode van gebruik van een object als gevolg van slijtage. Groot onderhoud is in de regel gepland onderhoud van veelal ingrijpende aard als gevolg van slijtage, dat op een substantieel deel van het object wordt uitgevoerd en na een langere periode van gebruik moet worden verricht. 

 

Boeking van uitgaven
Indien de gemeente werkt met een voorziening voor groot onderhoud dienen alle uitgaven die daadwerkelijk zijn opgenomen in het beheersplan direct op deze voorziening geboekt te worden. Andere uitgaven voor groot onderhoud die niet zijn opgenomen in het onderhoudsplan, moeten ten lasten van de exploitatie worden geboekt. Ook als er geen voorziening is, dienen de kosten ten laste van de exploitatie te worden geboekt.

 

Beleidskader - Beheerplannen
Wij werken zoveel mogelijk met beheerplannen. Deze plannen geven over meerdere jaren inzicht in onderhoudsmaatregelen en benodigde financiële middelen om de functie van de beheerobjecten te kunnen waarborgen. De basis voor een beheerplan is o.a. het door de raad vastgestelde beleidskader met daarin het onderhoudsniveau. Het beheerplan en onderhoudsniveau van de beheerobjecten (kapitaalgoederen) is maatgevend voor de uitvoering van de werkzaamheden en voor de onderhoudslasten in het betreffende jaar. Uitsluitend de geplande onderhoudslasten (die van jaar tot jaar kunnen variëren) waarvoor gespaard wordt, mogen ten lasten van de voorzien worden gebracht. Eventuele onderhoudslasten die niet in het beheerplan zijn opgenomen moeten rechtstreeks ten lasten van de exploitatie komen.

 

Voor Openbare Verlichting en Groen is gekozen om deze niet via een voorziening te laten lopen maar de kosten rechtstreeks via de exploitatie te laten lopen. Voor Groen wordt er met bestekken gewerkt met daarin vastgelegde jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden aan bomen, plantsoenen, gazons en dergelijke die ervoor zorgen dat de door de raad vastgestelde  kwaliteitsniveaus geborgd worden.
Voor Openbare Verlichting wordt door de raad een beheerplan vastgesteld. De vastgestelde kwaliteitsniveaus worden binnen dit plan geborgd en de uitgaven passen binnen door de raad beschikbaar gestelde exploitatie en investeringsbudgetten.

In de onderstaande tabel staan de onderhouds- en beheerplannen met de door de raad vastgestelde onderhoudsniveau ’s en of er wel of geen voorziening  is ingesteld.

 

Beheersplan Voorziening Onderhoudsniveau
Wegbeheer Ja C
Infrastructurele kunstwerken Ja Geen onderhoudsniveau. Constructie Risicoscan (CRS) klasse 1-5
Openbare Verlichting Nee Geen onderhoudsniveau. Alle nieuwe verlichting dient te voldoen aan Richtlijnen Openbare Verlichting 2011 (ROVL 2011) NEN3140 en NEN1010.  Openbare verlichting ouder dan 2011 moet voldoen aan richtlijn OVL.
Riolering Ja Geen onderhoudsniveau -  Verbreed GRP+ 25 april 2017 gemalen NEN3140 - BRL14020, riool inspectie NEN-EN 13580-2
Baggeren / Binnenhavens Ja Geen onderhoudsniveau. Volgens beleid 1. Besluit bodemkwaliteit, 2. Kaderrichtlijn water, 3. Legger en Keur WSBD categorie A, B en C, 4. Waterwet, 5. Natuurwet.
Gebouwen Ja Basis is kwaliteitsniveau 3 'redelijke conditie', plaatselijk zichtbare veroudering, functievervulling niet in gevaar. Voor gebouwen die gesloopt of verkocht worden kan gekozen worden voor een lager kwaliteitsniveau.
Groen Nee

Geen onderhoudsniveau's . Onkruid op verharding - Centrum gebied A - Woon- en buitengebied - B

 

In de 2e tabel is het jaar van ingang van het onderhouds- en beheersplan opgenomen en het jaar waarin het plan geactualiseerd moet worden. Een nieuw plan dient uiterlijk na 5 jaar opgesteld te worden of eerder indien er significante wijzigingen zich voordoen.

 

Beleidsplan 1e jaar Nieuw plan Toelichting
Wegbeheer 2021 2026 Voorziening onderhoud wegen
Infrastructurele (kunst)werken 2019 2024 Voorziening infrastructurele werken
Openbare verlichting 2015 ---- Er wordt een beheerplan opgesteld, alle uitgaven lopen direct via de exploitatie. Geen voorziening 
Riolering 2017 2022 In 2023 wordt aan de raad een nieuw plan voorgelegd. De raad is bij de begroting gevraagd om voor 2022 uit te gaan van het huidige vigerende onderhoudsplan 
Baggeren / Binnenhavens 2019 2024  
Gebouwen (incl. onderwijs) 2019 2024  

Groen

_____ _____ Bestekken worden jaarlijks opgesteld. Alle uitgaven lopen direct via de exploitatie. Geen voorziening

 

Algemene Beleids- en beheerkaders
De landelijk geformuleerde normen en richtlijnen vormen het uitgangspunt voor de beleids- en beheerkaders. Deze wijze van werken geeft richting aan kwaliteitsniveaus en beheermethodieken en dient als referentie en toetssteen voor onze gemeentelijke normen en aanpak.

 

De planningen zijn en worden gericht op het voorkomen van achterstallig onderhoud en schadeclaims.
De door de raad vastgestelde kwaliteitsniveaus worden geborgd binnen de daarvoor door de raad beschikbaar gestelde budgetten. Om beter in te kunnen spelen op de beleving en de wensen van de gebruiker van de openbare ruimte wordt gewerkt in wijkteams.

 

Planningen
De planningen zoals deze voortkomen uit de beheerplannen, zijn conceptplanningen. We beoordelen vooraf aan de uitvoering of de aanpak noodzakelijk is. De planningen zijn in die zin dan ook dynamische documenten. Ook speelt de integrale aanpak, participatie en vraaggericht werken een bepalende rol voor de jaarlijkse planning. 
Groenrenovaties en werken aan de openbare verlichting volgen meestal de straatwerkzaamheden. Deze volgen op hun beurt veelal de rioolwerkzaamheden. Ook om deze redenen kunnen we afwijken van de jaarschijfopgave uit de beheerplannen.

 

Integrale werkzaamheden 
Op dit moment kent de gemeente afzonderlijke beleidsplannen voor het beheer en onderhoud op het gebied van openbare ruimte.  

Belangrijkste uit te voeren integrale beheer- en additionele werken in 2022, 2023 en 2024 bestaan uit:
•    Ravelijn fase 2 en 3  
•    Namer en omgeving
•    Emmaweg
•    Vissersstraat en omgeving
•    Burg. Krijgmangeerde – Onvermoeidelaan
•    Beethovenlaan
•    Past Bruijnenstraat
•    Vijfhoevenlaan
•    Heemraadsingel

 

De projecten Ravelijn Fase 2 en 3, Namer en omgeving, Vissersstraat en omgeving, Beethovenlaan en Vijfhoevenlaan zijn op dit moment is voorbereiding.
De overige wegen/locaties worden in het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan opnieuw geprogrammeerd.

 

Vertaling van de financiële consequenties in de jaarrekening

In de onderstaande tabellen ziet u het verloop van de voorzieningen en de jaarlijkse exploitatie uitgaven voor groen en openbare verlichting.

Tabellen: Vertaling van de financiële consequenties in de jaarrekening. 

 

Nr. Voorziening Stand 1-1-2022 Toevoeging Onttrekking Vermindering Stand 31-12-2022
501 Geprogrammeerd onderhoud wegen 714.321,90 1.040.000,00 0 1.024.828,76 729.493,14
503 Achterstallig onderhoud wegen 657.460,85 0 0 482.141,17 175.319,68
508 Infrastructurele werken 380.306,97 100.000 0 44.750 435.556,97
509 Onderhoud gem. eigendommen 1.118.910,71 326.012,40 0 110.243,24 1.334.679,87
533 Baggeren 181.048,56 60.000  17.659,81  223.388,75 
544 Riolering 4.864.865,31 127.170,04 0 0 4.992.035,35
545 Afvalstoffenheffing 469.773,00 190.781,25 0 0 660.554,25
    8.386.687,30  1.843.963,69  1.679.622,98  8.551.028,01 

 

 

Omschrijving Rekening 2022 Begroot na wijziging Gemiddeld Jaarbudget
Openbare Verlichting 155.000 165.000 130.000
Groen 636.000 575.000 350.000